“Alk, goedemiddag.”
“Hallo Alk, met Vincent Bijlo.”
“Hoooooooooooooooooooooooooo, neeneeeneeeneeeneeeneee, niet…”
“Wat gebeurt er, Alk? Gevaar?”
“Hè, nee, sorry, oh, ik schrok me mijn veren van mijn kont zeg. Pfieoew, ik trapte er weer in.”
“Waarin?”
“In de vogelverschrikker.”
“Ha! Dat komt goed uit, want daar bel ik over. Heb ik je precies op het goede moment getroffen. Komt het uit om het er even over te hebben?”
“Eigenlijk niet: ik had me voorgenomen om nooit meer een woord met een mens te wisselen. Jullie zijn zulke vreselijke hypocriete wezens. Maar nu ik je toch aan de telefoon heb… Moet je horen: jullie vangen vis met van die staande netten. Staand, wat heet dat. Alles, maar dan ook alles wat daarin terechtkomt, blijft erin hangen. 400.000 zeevogels per jaar. Hoor je dat, Bijlo? 400.000 vinden de dood omdat jullie vis zullen en moeten eten. Dank je wel. En dan heb ik het alleen over die netten. Windmolens, waarmee jullie stroom opwekken omdat jullie te lui zijn om de was buiten op te hangen, daar heb ik het dan nog geeneens over. Wek die stroom voor jullie wasdrogers op met kolen! Je ademt de dampen toch nooit in als je niet naar buiten gaat om de was op te hangen. Dan vliegen wij niet steeds in die wieken.
Nou, wat hebben ze bedacht, de mensen met hun gewetentje? Ze vinden het toch op de een of andere manier zielig dat wij, als we naar vissen duiken, in die netten terechtkomen. Dus ze hebben een werkelijk afzichtelijke vogelverschrikker gebouwd. Het is een boei. Zo noemen jullie dat och? Een boei, en op die boei zitten twee paneeltjes met een soort ronddraaiende ogen. Als ik dus duik, zie ik die ogen, ik denk: oh my God, een eng beest! Mijn maag draait zich om, echt waar. Is het gewoon de mens! De mens die wil voorkomen dat ik in het net terechtkom, omdat hij dan met een schoon geweten vis kan eten. Mijn vis ja, waar ik als keihard werkende alk recht op heb. Ik hoef geen net – ik weet wanneer ik genoeg heb – maar datweet de mens niet. En daarom wil ik mensverschrikkers. Ik wil de hele zee en de hele aarde vol met mensverschrikkers, die het de mens dun langs de pijpen van zijn dure designbroek laten lopen. Hij moet bang worden, tot in zijn tenen bang. Dan blijft hij misschien eindelijk met zijn poten van de natuur af. Jullie hadden gewoonjagers en verzamelaars moeten blijven. Ga toch naar Mars met zijn allen. Daaaag!”
Geef een reactie