Klimaatverandering gaat over rechtvaardigheid, zegt Asad Rehman, campagneleider International Climate van Friends of the Earth. “Het maakt niet uit of het gaat over economische ongelijkheid, politiek, honger, armoede. Klimaatverandering verergert de situatie en raakt de armsten disproportioneel. Strijden voor gelijkheid is strijden tegen klimaatverandering. En daarbij moeten we niet vertrouwen op onze leiders.”
‘De crisis der crises’ noemt Asad Rehman het. Klimaatverandering, zegt hij, daar is niets abstracts aan. De welbespraakte Brit leidt de internationale klimaatcampagne voor Friends of the Earth EWNI en is een van de woordvoerders van de milieuorganisatie bij klimaatonderhandelingen van de Verenigde Naties. En niet voor niets. In zijn woordenwaterval schetst hij keer op keer het grote, wereldwijde verhaal over klimaat en verbindt dat moeiteloos met de levens van mensen, hier en nu, later en ver weg.
Rehman heeft – geen verrassing – zijn wortels in de antiracisme- antioorlogs- en burgerrechtenbeweging. Hij noemt zichzelf een “milieuactivist tegen wil en dank”, maar hij is het wel. Want, zo zegt hij, met welk rechtvaardigheidsprobleem je je ook bezig houdt, je komt uit bij klimaat. “Het maakt niet uit of het gaat over economische ongelijkheid, politiek, honger, armoede. Klimaatverandering verergert de situatie en raakt de armsten disproportioneel. Strijden voor gelijkheid is strijden tegen klimaatverandering. Het is dé arena waarin alles speelt, waarin de consequentie van niets doen mensen direct raakt.”
Zijn mensenrechten en milieu soms niet juist elkaars tegengestelde?
“Nee, dat is een valse tegenstelling. Ja, als je niet over systeemverandering praat, dan krijg je oplossingen die geen oplossingen zijn: enorme windparken waar natuur en lokale gemeenschappen voor moeten wijken, landroof voor biobrandstof, alles volleggen met zonnepanelen. ‘Dit stukje geven we op, dan houden we dat stukje.’ Maar zulke rekensommen zijn nog steeds onderdeel van het systeem waarin het vergaren van winst een doel op zich is, waarbij wilde natuur geen intrinsieke waarde heeft, en mensenlevens ook niet. We hebben oplossingen nodig die niet alleen maar goed zijn tegen de klimaatcrisis maar ook mensenrechten en biodiversiteit respecteren. De béste oplossingen tegen klimaatverandering doen precies dat. Lokale gemeenschappen landrechten geven, bijvoorbeeld.
Daarom moet de basis van ons systeem veranderen. Neem de manier waarop we nu produceren en consumeren, op zo’n onproductieve manier, met zo veel afval, wat is de reden dat we het zo doen? Maakt het mensen gelukkig?
Als je op klimaatrechtvaardigheid werkt wordt je wel eens verweten een ‘watermeloen’ te zijn: ‘groen’ van buiten maar ‘rood’ van binnen. Dus dat je eigenlijk mensen waardevoller vindt dan de planeet. Maar elke oplossing die het één belangrijker vind dan het ander, is een valse oplossing. Mensen en de planeet zijn fundamenteel met elkaar verbonden.”
Geloof je dat we de opwarming kunnen beperken tot twee graden?
¨Ja, dat geloof ik, maar die twee graden is geen magische grens. We moeten niet vergeten wat 0,8 graden opwarming nu al betekent. De huidige ecologische degradatie en migratiestromen zijn grote waarschuwingen voor wat er komen gaat. Als dit nú al het gevolg is, wat gebeurt er dan bij 1,5 graad? En we liggen op dit moment volgens de Wereldbank op koers voor 3 tot 6 graden – van zulke scenario’s kunnen we ons geen voorstelling meer maken. Het vereist een ongekend niveau van actie ondernemen om onder de twee graden te blijven, en wel per direct. Daarmee is dat doel nog wél het bevechten waard.”
Zou je zeggen dat de huidige vluchtelingencrisis is veroorzaakt door klimaatverandering?
“Er zijn veel redenen voor de huidige massamigraties: etnische of religieuze conflicten, landconflicten, oorlog om grondstoffen, olie. Klimaatverandering maakt elk van de factoren erger. Het conflict in Syrië is gevoed door slecht watermanagement. Een van de drijvers van de Arabische Lente is droogte, voedseltekorten, het instorten van de rurale economie en een jonge, ontevreden generatie die naar de stad trekt, terwijl voedselprijzen stijgen. Darfur werd omschreven als het eerste klimaatveranderingsconflict. Mali, Soedan. Al die conflicten hebben een serieuze component die met klimaatverandering te maken heeft.
De Verenigde Naties beschouwen klimaatimpact als een grote bedreiging voor de veiligheid, dus zij weten donders goed wat er aan de hand is. Neem de instroom van illegale immigranten van Mexico naar de Verenigde Staten. Voor elke graad temperatuurstijging wordt verwacht dat 5 tot 15 procent van de landbouwopbrengst in Mexico terugloopt, met gemiddeld 2 procent van de bevolking extra die de grens over wil.
Dit jaar is het tien jaar geleden dat orkaan Katrina New Orleans onder water zette. Tot de dag van vandaag zijn daar mensen ontheemd, is de schade niet hersteld. En de VS zijn een rijk land! Wat moeten we dan verwachten voor de Philipijnen, waar supertyfoons ooit elke 15 jaar voorkwamen, maar nu bijna elk jaar enorme destructie en ongekend leed veroorzaken. Niet elke natuurramp wordt natuurlijk veroorzaakt door klimaatverandering, aardbevingen zullen altijd blijven voorkomen, maar opbouwen na zulke rampen is steeds moeilijker. Voedsel, water, energie, alles wordt beïnvloed door het veranderende klimaat.
In Europa ervaren we nu de grootste vluchtelingencrisis sinds de Tweede Wereldoorlog, maar het is slechts een kleine migratie vergeleken bij wat er gebeurt als de zeespiegel echt stijgt. Stel je voor dat Dakar overstroomt, wat voor migratie we dan gaan zien. Dit is de bleke werkelijkheid, maar ondertussen praten we over het bouwen van hogere hekken en het bombarderen van boten, in plaats van over de wortel van het probleem.
Ik wil geen beeld van de Apocalyps schetsen, maar we moeten echt nadenken wat we gaan doen, als burgers, als beweging. Milieuorganisaties zouden voorop moeten lopen in de #refugeeswelcome-beweging.”
Zijn onze politici zich voldoende bewust van de ernst van deze situatie?
“Als milieuorganisaties hebben we lang gedacht dat onze rol vooral bestond uit het blootleggen van de crisis, uit laten zien dat klimaatverandering écht is, en dat overheden dan rationeel zouden handelen en hun beleid zouden aanpassen. Maar de afgelopen 35 jaar van campagnevoeren toont dat overheden zich prima bewust zijn van de situatie, maar vervolgens niet rationeel handelen. Kijk naar de Britse overheid. Die heeft zojuist alle subsidies op zonne-energie weggesneden, er gaan miljoenen naar smerige energie. Terwijl ze precies weten wat er aan de hand is, klimaatdoelstellingen hebben, internationale verdragen hebben ondertekend. Dat is níet rationeel.
Dat was ook een van de fouten die we als milieubeweging gemaakt hebben rond de klimaattop in Kopenhagen. We hebben mensen misleid door ze voor te houden dat in Kopenhagen de wereld gered kon worden door onze overheden. Dat ze vertrouwen konden hebben in politieke leiders. ‘Als Obama komt’, dachten we, ‘dán komt alles goed’. En dat ze zelf niets hoefden te doen. ‘Teken deze petitie’, zeiden we, ‘dan doen wij het lobbywerk voor je.’”
Een petitie tekenen, of, bijvoorbeeld, afval scheiden of verantwoord boodschappen doen, is wel hoe veel mensen invulling geven aan hun wens om ‘iets te doen’. Hoe krijg je mensen van petitie tekenen naar transformatie teweeg brengen?
“Mensen zijn niet dom. Die weten dat er íets moet gebeuren. Maar we hebben als milieubeweging mensen lange tijd niet goed meegenomen. We hebben ze gebombardeerd met duizenden verschillende boodschappen en jargon dat de meeste mensen niet aanspreekt. Twee graden, 350 ‘parts per million’, wie zegt dat nou iets? We moeten tegelijk ook af van de misvatting dat onze boodschap simpel en breed genoeg moet zijn om 100 procent van de mensen mee te krijgen, of om extreem rechts mee te krijgen. Met 10 tot 15 procent gepassioneerde mensen en nog 20 of 30 procent die achter ze staan, krijg je een revolutie voor elkaar.
We moeten een paar heldere eisen hebben: dít willen we voor ons voedsel, onze energie. Gewoon, een stuk of vier duidelijke, harde eisen waar mensen achter kunnen staan omdat ze ze begrijpen, omdat ze over hun levens gaan.
We moeten ook niet zo terughoudend zijn met de hypocrisie van onze leiders publiekelijk veroordelen. Obama stuurt de ene dag een sentimenteel statement de wereld in over de gletsjers in Alaska en de andere dag staat hij Shell toe te boren bij de Noordpool, daarmee zou hij niet weg moeten komen. En tot slot moeten we de slechteriken benoemen, met naam en toenaam. Dus nee, beter shoppen lost de wereldproblemen niet op. Daarover moeten we eerlijker zijn als milieubeweging. Via welke manier dan ook iemand binnenkomt is goed, maar ik wil uiteindelijk dat mensen van ethische consumenten politieke consumenten worden.
Duidelijk is dat dit geen witte, hogere middenklasse, elitaire strijd moet zijn. Zelfs de Sierra Club, een van de conservatiefste groene organisaties die er zijn, is nu een pleitbezorger van klimaatrechtvaardigheid en heeft steun uitgesproken voor migranten, onder andere omdat ze stellen dat minderheden de natuurlijke omgeving vaak veel waarde toekennen. Wat we nodig hebben is een volksfront, mensen die zich verbonden voelen, mensen die écht geraakt gaan worden door klimaatverandering. En daarvoor moeten we onze manier van spreken veranderen en verbintenissen zoeken met vakbonden, mensenrechtenorganisaties, over de hele breedte.
In Groot-Brittannië zie je dat het beeld dat wij doorgaans hebben, dat arme mensen niks om milieu geven, of het niet snappen, helemaal niet klopt. Gewone mensen in de armste regio’s, die in hun hele leven nog nooit politiek actief geweest zijn, zien zich ineens genoodzaakt om te protesteren tegen fracken naar schaliegas in hun achtertuin, en dat transformeert zo’n gemeenschap. Mensen voelen zich verbonden, zien het grotere verhaal van de noodzaak van hernieuwbare energie, voelen zich solidair met mensen in dezelfde situatie over de hele wereld. Dit moet de basis zijn van wat we ook doen.”
Je wilt geen apocalyptisch beeld schetsen, maar het is wel een enorm alarmerende situatie. Hoe ga je zelf als campaigner om met al dat slechte nieuws?
“Sommige campaigners steken hun kop in het zand, willen er niet over praten, en stellen zich volledig pragmatisch op in het werk dat ze doen. Nog één laatste rapport, nog één petitie. Wat mij juist hoop geeft, inspireert, en constant verwondert, is om te zien hoe mensen overal verandering voor elkaar krijgen. Van de afschaffing van slavernij tot vrouwenkiesrecht, bij elke sociale ommekeer lijkt het achteraf heel logisch dat verandering heeft plaatsgevonden, maar vantevoren niet. Als je de activisten van toen spreekt, zeggen ze allemaal ooit gedacht te hebben ‘dit gaat nooit lukken’. En toen lukte het tóch. Het kan lang duren, maar verandering is onvermijdelijk. Twintig jaar na de dood van Ken Saro Wiwa moet Shell zichzelf tóch voor de rechter verantwoorden voor de olieramp in Nigeria, bijvoorbeeld. Dat is iets om trots op te zijn.
Wat mij ook raakt en motiveert is de overvloed van empathie die mensen nu tonen ten opzichte van vluchtelingen: eten, kleding, onderdak. Dat doen ze allemaal los van de officiële standpunten van hun overheden. Daar trekken ze zich niets van aan. Ik geloof in de kracht van mensen. Overal ter wereld maken mensen het verschil.”
Als klimaattoppen toch de wereld niet gaan redden, heeft het wel zin om naar de klimaattop in Parijs te gaan in December?
“Er zijn twee manieren om over de klimaattop in Parijs te praten. Zijn de doelen voor Parijs ambitieus genoeg? Daarop is het antwoord: nee, absoluut niet. We moeten niet dezelfde fout maken als rond de top in Kopenhagen: Parijs gaat de wereld niet redden en ook niet verdoemen. Maar er is wel enorm veel strijd te leveren. De beslissingen die daar genomen worden, bepalen bijvoorbeeld of we vastzitten aan gas als transitiebrandstof naar hernieuwbare energie. Of de strijd voor hoeveel geld beschikbaar komt voor duurzame ontwikkeling.
Maar bovenal is het een belangrijk maatschappelijk moment. In Parijs kan iedereen die systeemverandering wil samenkomen, elkaar vinden, elkaar inspireren, en laten zien dat we er zijn, en dat je rekening met ons moet houden. Want als politici ergens bang voor zijn is het wel mensen. Dus we zullen er zijn, fysiek, we zullen in de straten lopen, met z’n allen.”
Geef een reactie