
De jongeren van Plantje voor Morgen zorgen in gevangenissen voor een welkome afwisseling voor gedetineerden. Die steken en passant van alles op tijdens de workshops tuinieren en koken. Maar ook het gevangenispersoneel leert wat nieuws.
Op een steenworp afstand van de Tweede Merwedehaven en de beruchte PFAS-producent Chemours ligt de Penitentiaire Inrichting (PI) Dordrecht. Daar huizen zowel veroordeelden als mensen die nog in afwachting zijn van hun straf. Bezoekers moeten van tevoren zijn aangemeld, de telefoon moet in een kluisje, het paspoort wordt gecontroleerd en dan volgt een veiligheidscheck door CT-scans, zoals op vliegvelden. PI-afdelingshoofd Harry neemt me mee door een doolhof met afgesloten deuren, om aan te komen op afdeling G.
Aan het eind van de langgerekte afdeling begint in de keuken net de kookworkshop van Plantje voor Morgen. Er zijn twee tafels, wat stoelen, een inductieplaat, een diepvrieskist met een slot, twee pannen en een permanent loeiende afzuigkap. Verder is de keuken helemaal kaal. Zeven gedetineerden zijn bezig speculaas te stampen voor de bodem van de monchoutaart die ze vanmiddag maken, onder begeleiding van Fieke Rijke van Plantje voor Morgen. De stichting werd een paar jaar geleden opgericht door vier jongeren met het idee om in gevangenissen ‘iets’ met duurzaamheid te doen. Bij wijze van proef kweekten ze samen met gevangenen in de PI Zwolle groenten en kruiden die ze vervolgens tijdens kookworkshops verwerkten. De proef was een succes en sindsdien geeft Plantje voor Morgen in steeds meer gevangenissen workshops. In 2023 verdienden ze een veertiende plek in de Duurzame Top 100 van Trouw.

Bijenhotels en bitterballen
De workshopgevers van Plantje voor Morgen willen gevangenen vaardigheden als koken en tuinieren bijbrengen, ze meer met de natuur verbinden én de mens achter het delict zien. Vanwege dat laatste zijn tijdens de workshops de misdrijven van de gedetineerden geen gespreksonderwerp. Inmiddels geeft de organisatie allerlei soorten workshops in verschillende gevangenissen. Zo bouwde Plantje voor Morgen samen met gedetineerden bijenhotels en kweekten ze oesterzwammen om die vervolgens in bitterballen te verwerken.
“Harry, mogen we de vulling van de taart met echte banketbakkersroom maken, in plaats van met poeder uit een zakje?”
In PI Dordrecht is een moestuin, zo vlakbij Chemours met zijn PFAS-vervuiling, uit den boze. In samenspraak met de gevangenen koos Plantje voor Morgen voor drie kookworkshops met achtereenvolgens een voor-, hoofd- en nagerecht. De eerste keer maakten ze Surinaamse pasteitjes, de tweede keer ‘kikcurry’ van kikkererwten – met een knipoog naar kipcurry. Nu zijn voor het nagerecht twee taarten in de maak. “We gebruiken alleen ingrediënten die ze in de gevangeniswinkel kunnen kopen, zodat ze het later zelf ook kunnen maken”, licht Fieke toe.
“Harry, mogen we de vulling van de taart met echte banketbakkersroom maken, in plaats van met poeder uit een zakje?”, vraagt gedetineerde Gabriel. “Dat moeten jullie aan de workshopgevers vragen”, antwoordt Harry. “Ik vind het prima.” Gabriel haalt een doos eieren, splitst ze, doet de eiwitten met wat suiker en bloem in een steelpannetje op het fornuis en begint te roeren. “Ik vind dit hartstikke leuk, het zorgt voor afleiding en contact met het normale leven. Het enige wat je hier verder kunt doen is een beetje sporten en werken: we verpakken auto-onderdelen.” Buiten de gevangenismuren heeft Gabriel in de horeca gewerkt. Op zijn cel is alleen een magnetron, dus echt koken is er meestal niet bij, tot zijn spijt. In de wet staat dat nog niet-veroordeelden, zoals hij, niet zelf mogen koken.
“Wat is dat, obèmarie?”
Terwijl de taarten in de diepvries opstijven, is het de bedoeling dat de chocolade voor de decoratie wordt geraspt. “Laten we de chocoladereep au bain marie smelten en er krullen van maken”, stelt gedetineerde Arthur voor. “Wat is dat, obèmarie?”, vraagt een toekijkende jonge PI-medewerker. Ook Arthur heeft horeca-ervaring. “In de bedrijfskeuken van de RAI moesten we duizenden oesters openmaken als er miljonairsbeurs was.” Hij smelt de chocoladereep in een bakje in een pannetje water op het fornuis en giet de gesmolten chocolade in sierlijke bewegingen op stroken bakpapier. Zodra de chocoladekrullen zijn afgekoeld, maakt hij er zorgvuldig de twee taarten mee op.

Harry laat een mesje halen, de workshopgever snijdt de taarten aan. “Zijn deze kookworkshops voor herhaling vatbaar?” wil Fieke weten. “Zeker, doe maar elke donderdag”, zegt een van hen. Een andere gedetineerde: “De kikcurry was een eyeopener en echt lekker.” Hij was buiten de muren van de gevangenis gewend om “altijd met kip te koken”. Helaas was er vandaag met het taarten maken wel weinig te doen in de keuken. “Eigenlijk zou je er de hele middag mee moeten vullen.” De mannen proeven van de taart, ze knikken goedkeurend. “Een goede balans tussen romig en vet.”
De namen van de gevangenen zijn gefingeerd, hun echte namen zijn bij de redactie bekend.
Recente reacties