De eerste keer dat ik mijn lichaam verbrandde in bloedheet zeewater, was in december 2021 in de tropische wateren van Zanzibar. Ik zocht vrolijk verkoeling, maar kwam er met blaren uit.
Tussen de doodse skeletten van verbleekt koraal, visvrije wateren vol kwallen en zee-egels, treurig versteende zeesterren en wanhopige vissers die in hun wankele kanootjes 20 kilometer uit de kust peddelden in de hoop nog iets te vangen en soms nooit meer terugkwamen, besefte ik dat het compleet mis is met de zee. Ik schreef destijds aan Jona zonder walvis: een profetie voor Nederland. Mijn ervaringen in dit verloren paradijs onderstrepen de gedachte dat het grootste gevaar voor het leven op aarde in de zeeën en oceanen schuilgaat.
Als echte aardbewoners hadden we telkens naar het land gekeken. Naar de lucht ook. De atmosfeer. Maar datgene wat onze aarde de naam van ‘blauwe planeet’ geeft, hadden we verwaarloosd, leeggeroofd, opgevreten, tot het kookpunt gebracht. Hoe is het mogelijk dat we meer weten over het universum, dan over onze eigen oceanen? Dat we de ruimte vol met satellieten kunnen knallen, maar niet eens weten hoe naar de diepte van onze eigen wateren af te dalen?
Het duurde tot januari 2023 alvorens wetenschappers en de internationale pers massaal alarm sloegen. De zeeën en oceanen hadden recordtemperaturen bereikt. Door CNN en the Guardian werd gewaarschuwd voor een Super El Niño. El Niño is een natuurlijke, tijdelijke wereldwijde stijging van de zeetemperaturen die leidt tot extreme stormen, regenval en droogte. Door de hoge zeetemperaturen zou deze El Niño veel extremer zijn.
De Nederlandse pers bleef stil. Pas op 1 mei 2023 gaf RTL Nieuws voor het eerst aandacht aan de hoge watertemperaturen en de uitzonderlijke versie van de El Niño die daar de oorzaak van zou zijn. De NOS liet tot 8 juni 2023 op zich wachten.
Opvallend genoeg wist het KNMI ons direct gerust te stellen. Nagenoeg de hele wereld zou door de Super El Niño worden getroffen, behalve Europa. Maar we leven niet in een vacuüm. Als de hele wereld getroffen wordt door natuurrampen, leidt dat tot mislukte oogsten, oorlog en conflict, massale verplaatsing van personen op de vlucht en enorme tekorten. Juist Nederland, dat volledig leeft van im- en export en van geen personen op de vlucht wil weten, wordt daardoor geraakt. Maar daar blijft het niet bij. El Niño leidt namelijk tot extra opwarming boven de bestaande temperatuurstijging door massale uitstoot.
En al is El Niño nu op z’n retour, zo niet de hitterecords. De kritieke grens van 1,5 graad wereldwijde opwarming ten opzichte van voor de industriële revolutie zijn we sinds afgelopen mei al een jaar lang overschreden, aldus de Europese klimaatdienst Copernicus. We zitten al op de 1,6 graad. Hierdoor worden allerlei onomkeerbare processen in gang gezet.
Vrijwel nergens gaat de extreme temperatuurstijging zo hard als op en rond de Noord- en Zuidpool. Daar gaat de temperatuurstijging drie keer zo hard dan in de rest van de wereld. In de zomer van 2023 was er zelfs een hittegolf op de Noordpool én de Zuidpool tegelijk.
Het is volksverlakkerij te suggereren dat Nederland niet geraakt wordt door zoveel extra smeltwater en uitgezet zeewater – en daarmee een stijgende zeespiegel. Zeker als ons land door intensieve veeteelt en landbouw alsmaar verder verzakt en inklinkt.
“God schiep de wereld, maar Nederlanders schiepen Nederland”, zo luidt een gevierd en vaak geparafraseerd gezegde. We zijn hoogmoedig geworden. Onze aarde bestaat voor meer dan 70 procent uit water. Ondertussen wonen 70 procent van de Nederlanders – onder het huidige water- en zeepeil – in overstromingsgevoelig gebied. We negeren én ontkennen het. Zelfs al stormt het, regent het met bakken uit de lucht en komt dat bloedhete zeewater gevaarlijk dichtbij.
Mounir Samuel is onder meer politicoloog, journalist, auteur, cultureel ondernemer en adviseur. In zijn werk zoekt hij naar concrete oplossingen voor grote vraagstukken als duurzame systeemverandering en klimaatrechtvaardigheid.
Geef een reactie