“Das, goejedag, met wie?”
“Dag Das, met Vincent Bijlo. Hoe gaat het?”
“Molkwerum Fryslâns houdt nog stand, geen zorgen. Maar hoe lang, dat is de vraag.”
“Ja, ProRail is hard bezig jullie daar weg te krijgen, zodat er weer treinen tussen Stavoren en Workum kunnen rijden.”
“Zo is het, en intussen zet NS bussen in. Ik zou zeggen, blijf dat doen, of geef ons goede materialen om onze tunnels onder het spoor te stutten. Want weet je, wij doen precies hetzelfde als ProRail. Wij vervangen gevaarlijke spoorwegovergangen door tunnels. Weet jij, Bijlo, 20 procent van ons komt om in het verkeer. Vergelijk dat eens met jullie, dat zou betekenen dat er in Nederland per jaar 3,5 miljoen mensen het loodje leggen. Nou, dat halen jullie nooit, het zijn er 650, verkeersslachtoffers, waarvan een aanzienlijk deel sterft door te zitten appen en lachgas- dan wel alcoholgebruik. Daar doen wij dassen niet aan, die regenwormen die wij eten, die geven echt geen kick. Zouteloze slappe dingen zijn het, maar goed, we doen het er maar mee, iets anders is er niet te krijgen, qua vlees bedoel ik dan, tenzij doof.”
“Hoezo doof?”
“Nou, wij dassen maken zo’n lawaai dat alles dat een beetje kan lopen allang weg is als wij in de buurt komen. Kunnen we niks aan doen, evolutionair bepaald. Maar, daar staat dan wel weer het een ander tegenover.”
“Wat bijvoorbeeld?”
“De uitgestelde draagtijd. Jajajaja, hebben jullie niet hè? Jullie zitten aan die eisprong vast, elke maand, wij niet.”
“Hoe werkt dat dan? Bewaar je het zaad?”
“Hè nee, dat gaat maar stinken, nee, wij kunnen altijd das-op-das doen, en dan, na de bevruchting, dan zet ik mijn embryo’s op pauze. Ik ga gewoon verder met de dagelijkse bezigheden, stukkie aan de burcht bouwen, de muren van ouwe kamers opnieuw behangen met varens, dat soort dingen. En zo tegen de lente dan herstart ik de embryo’s en dan krijg ik elk jaar lentedasjes.”
“En hoe zal dat dit jaar gaan?”
“Ze zijn bezig een nieuwe burcht voor ons te bouwen. Mijn zus is gisteren wezen kijken en precies wat ze dacht. Wc’s vergeten, net als in die mensensprinters. Ze heeft ze er op aangesproken, deden ze het nog verkeerd, ze maakten ze binnen, terwijl: nooit poepen in je burcht, dat is het eerste wat wij leren. Wc’s altijd aan je territoriumgrens. Mensen weten niks van dassen, het enige dat ze kunnen is ons verjagen. Maar mij krijgen ze niet weg, tenzij we een burcht krijgen met het hoogste energielabel, vloerverwarming en 0 op de meter. Doei!”
loek zegt
Heel goeie kolom, Vince, ik lach altijd als ik jou tegenkom in de Dauntoeeers, altijd leuk om te lezen.