In Colombia is voor het eerst in de geschiedenis van het Zuid-Amerikaanse land een linkse regering aan de macht. In de plannen van de regering-Petro staan mens en milieu centraal. Wat merken milieuorganisaties daarvan? Tatiana Roa Avendaño, oprichter van Censat Agua Viva, vertelt.
Het zag er voor milieuorganisaties in Colombia lange tijd slecht uit. Het Zuid-Amerikaanse land is al meer dan een halve eeuw het strijdtoneel van een gewapend conflict, dat hoofdzakelijk gaat om de verdeling van land en de vele natuurlijke rijkdommen ervan. Wie de strijd aan ging tegen mijnbouw, ontbossing of oliewinning werd in het beste geval genegeerd, maar vaker gecriminaliseerd of uit de weg geruimd. Colombia staat al jaren in de top drie van meest gevaarlijke landen voor milieuactivisten ter wereld.
Groot was de vreugde toen de links-progressieve Gustavo Petro afgelopen juni de presidentsverkiezingen won. De eerste linkse president in de Colombiaanse geschiedenis heeft ambitieuze plannen: eindelijk vrede brengen in het door geweld verscheurde land én grote stappen zetten in de transitie naar groene energie. ‘Colombia Grootmacht voor het Leven’, zo heet Petro’s ontwikkelingsplan voor de komende jaren. Kers op de taart voor de milieuorganisaties: het aantreden van vice-president Francia Márquez. Ze is de eerste Afro-Colombiaanse vice-president van het land en een wereldwijd erkende milieuactiviste. In 2018 won ze de Goldman Prize voor haar (succesvolle) strijd tegen illegale mijnbouw in haar gemeenschap in het departement Cauca.
Tatiana Roa Avendaño
Tatiana Roa Avendaño groeide op in de stad Bucaramanga, in het oosten van Colombia. Tijdens haar studie Petroleum Engineering aan de Universiteit van Santander was ze actief in de studentenbeweging, waar verhitte debatten over de olie-industrie gevoerd werden. Het opende haar de ogen voor de verwoestende gevolgen van oliewinning, een thema dat een leidende draad in haar loopbaan als milieuactivist zou blijven. Momenteel rondt Avendaño een PhD af aanhet Centrum voor Latijns-Amerikaans Onderzoek en Documentatie (CEDLA) van de Universiteit van Amsterdam
Wat betekent die nieuwe politieke context voor Colombiaanse milieuorganisaties als Censat Agua Viva?
“Voor ons is de situatie radicaal veranderd”, zegt Tatiana Roa Avendaño, al ruim 30 jaar werkzaam bij Censat. “Eerdere regeringen ontkenden het recht op protest en zetten aanhangers van sociale bewegingen en activisten weg als terroristen. Nu liggen de kaarten anders. De huidige regeringen heeft verschillende eisen van de sociale bewegingen tot beleid gemaakt. Zoals het erkennen van de rechten van boeren, de duurzame energietransitie en de ratificatie van het Akkoord van Escazú*”, zegt Roa Avendaño tijdens een interview in haar met een weelderige tuin omgeven huis in het centrum van Bogota.
Ook de reactie op protesten is fundamenteel anders. Onder voorgaande rechts-conservatieve regeringen eindigden die protesten doorgaans in vaak dodelijke repressie en willekeurige aanhoudingen van demonstranten. Maar onlangs protesteerden ontheemde omwonenden bij de stuwdam El Quimbo in het zuiden van Colombia. Zij kwamen het land opeisen dat hun ter compensatie was beloofd. Het Nationale Agentschap voor Land – verantwoordelijk voor de verdeling van land en het geven van titels aan landeigenaren – reisde af naar de dam en de twee partijen kwamen overeen om een dialoog te beginnen. Zo kwam er een geweldloos einde aan de protesten, vertelt Roa Avendaño aan de keukentafel, terwijl ze een ananas in stukken snijdt.
“Dus over het algemeen zien we een fundamentele verandering. Er waait een andere wind door Colombia. Maar het is nog te vroeg om te zeggen of die verandering blijvend zal zijn, en of de regering in staat is om haar politieke beloftes om te zetten naar concreet beleid”, zegt ze. “De verwachtingen op het gebied van energiebeleid en klimaatrecht zijn hoog. De regering heeft beloofd om geen nieuwe oliereserves aan te boren, de geplande fracking niet te laten doorgaan en onze afhankelijkheid van fossiele energiebronnen te verkleinen – thema’s waarmee Petro zijn verkiezingscampagne voerde.”
Kan de regering-Petro die hoge verwachtingen ook waarmaken?
“In de praktijk blijft het vooralsnog bij woorden”, verzucht Roa Avendaño. “In Petro’s ontwikkelingsplan staat de basis voor het uitwerken van het regeringsbeleid beschreven. Maar die is weinig vernieuwend. Er wordt gebruik gemaakt van verouderde, neoliberale concepten zoals het compenseren van CO2-uitstoot, maar dat is niet meer dan het kunstmatig optellen en aftrekken van broeikasgassen. Of de ‘groene economie’, waarin de natuur alleen van waarde is als het geld oplevert.
Ook de energietransitie die de regering voor ogen heeft is in feite dezelfde als die van de vorige regering. Die focust zich niet op het werkelijk terugbrengen van onze afhankelijkheid van fossiele energiebronnen, maar ziet de transitie als een puur technologische verandering. Maar een echt duurzame energietransitie vraagt meer dan alleen het uitbreiden van hernieuwbare energieparken. Bijvoorbeeld, hoe kunnen we als maatschappij onze olieconsumptie verminderen? Alle discussie over energietransitie in de wereld ten spijt, hebben we tot nu toe alleen maar het aantal energiebronnen vergroot, zonder met ook maar één fossiele energiebron te stoppen.”
Misschien is het een kwestie van tijd?
“Colombia heeft inderdaad een log staatsapparaat en na 200 jaar van conservatieve regeringen is het niet eenvoudig om iets te veranderen. Als sociale beweging is het daarom onze taak om het debat richting te geven. Zo onderzoekt Censat hoe we de afhankelijkheid van olie in de landbouw – bijvoorbeeld voor machines, verpakkingen en andere synthetische grondstoffen – omlaag kunnen brengen door het introduceren van een duurzamer landbouwmodel. Colombia kent een enorme rijkdom aan gemeenschapsinitiatieven op het gebied van ecologische landbouw en autonome energievoorziening. Die kunnen verwerkt worden in het regeringsbeleid.”
Even belangrijk in deze context is dat deze organisaties hun autonomie behouden, zegt Roa Avendaño. “Als deze regering niet de juiste kant op wordt geduwd met het doen van voorstellen, en als er geen druk wordt gezet om ervoor te zorgen dat ze die ook uitvoert, dan kan dit verhaal in een grote teleurstelling eindigen.”
*Het Akkoord van Escazú omvat afspraken over mensenrechten- en milieubescherming in Latijns-Amerika en de Cariben.
Gezamenlijke projecten
Censat Agua Viva werd in 1989 opgericht als het Nationaal Centrum voor Gezondheid en Werk, afgekort Censat. In 1991 fuseerde zij met het milieuactivistencollectief Agua Viva (Levend Water). De organisatie strijdt tegen milieuonrecht en voor de transitie naar een duurzame economie. Censat Agua Viva en Milieudefensie werken samen op drie verschillende projecten. Shell in South America – new extractive frontiers and climate threat richt zich op uitbreiding van Shells olie- en gaswinning. Onder de noemer Just Energy Transition wordt gewerkt aan lokale, duurzame energie-initiatieven. Daarnaast staan binnen het overkoepelende netwerk Green Livelyhood Alliance bosbescherming en mensenrechten centraal.
Geef een reactie