“We doen het onszelf aan. Alleen al bij het beschrijven van onze leefomgeving gaan we ons boekje steeds verder te buiten. De weergave van de werkelijkheid – in de media, de politiek, de godsdienst – neemt almaar groteskere vormen aan. En die monsterlijke voorstelling van zaken begint zich tegen ons te keren.”
We leven in een tijd waarin uitgesproken standpunten, oordelen en generalisaties hoogtij vieren. Dit heeft vaak weinig van doen met het echte leven. Met echte mensen, echte dieren. Met een subtiele oogopslag, een fijn gevoel, een breekbaar, mooi moment en alles wat ons leven juist belangrijk maakt.
Alleen al daarom is de zorgvuldige schrijfstijl van Frank Westerman een verademing. “De werkelijkheid is te weerbarstig voor haastwerk. Zij is te krom om recht te praten, te geplooid om recht te strijken”, stelt hij zelf. En dus neemt Westerman de tijd.
In een van de veertien reportages in zijn nieuwe bundel richt hij zich op de ijsbeer, het dier dat wellicht meer dan ieder ander dier als het gezicht van de klimaatverandering bekend staat. Hij trekt daarvoor naar Spitsbergen, naar de plaats waar 2 jaar geleden nog een Nederlander door zo’n beer gegrepen en gedood is.
Kun je het de ijsbeer kwalijk nemen dat hij aanvalt? “Wie dringt er wiens leefgebied binnen?”
Overal hangen waarschuwingen dat je voorzichtig moet zijn.
Verwacht geen algemene theorie van Westerman. Wel mooie, kleine observaties.
“Het is de afschrikking die aantrekt.”
Stapsgewijs en heel voorzichtig zoekt hij het perspectief van de ijsbeer. Hoe ervaart dit dier het smelten van zijn wereld, vraagt hij zich af, nu wij de temperatuur op aarde opvoeren?
“Je inleven in een ijsbeer was niet onmogelijk, maar had zijn beperkingen. De beperking lag bij ons, als soort. Projectie, zien wat je wilt zien, schoof hinderlijk als een lens voor ons vermogen tot zuivere empathie. De ijsbeer veranderde dan in een knuffeldier, een monster, een jachttrofee, een slachtoffer van de CO2-uitstoot, ofwel een dier dat we ieder voor ons eigen karretje spanden.”
Heel langzaam komt in beeld waar het om draait.
En dan volgt weer een nieuw verhaal.
“Van het nalopen van de werkelijkheid heb ik mijn beroep gemaakt. (…) Ik laat me niet graag bedonderen, maar wel betoveren – met als gevolg dat ik mijn hele leven lang achter feiten aanhol. Die feiten spreken nooit voor zich. Al rooster je ze boven een vuurtje, ze houden hun mond. Jij bent het die de feiten een stem geeft, leven inblaast. Wij zijn feitenfluisteraars die de dingen woorden en betekenissen toedichten. Heel poëtisch.”
Te waar om mooi te zijn: Over kunst, de mens en de natuur.
Frank Westerman.
Uitgeverij Querido Fosfor, 2022.
ISBN 9789021437064.
312 pagina’s.
Prijs €20.
Geef een reactie