De gevolgen van klimaatverandering én de oplossingen die daarvoor door mannen zijn bedacht, komen onevenredig hard op de schouders van vrouwen terecht. Waarom luisteren we als het om klimaat gaat maar naar de helft van de wereldbevolking?
Een vloedgolf maakt geen onderscheid tussen mannen en vrouwen. Toch bleken er na de verwoestende tsunami in 2004 in landen als Sri Lanka en India meer vrouwen dan mannen te zijn verdronken. Hoe dat komt? “Doordat we meisjes niet leren zwemmen”, zegt Maya Quirino. Quirino werkt bij een organisatie in de Filipijnen die inheemse mensen juridische bijstand biedt. Ook maakt ze deel uit van een groeiende groep klimaatrechtvaardigheidsactivisten en ontwikkelingswerkers die vinden dat het tijd is dat mensen in het Westen bij klimaatverandering niet langer alleen aan uitstervende ijsberen denken. “De crisis heeft ook een menselijk gezicht. En als je dat gezicht wilt kennen, moet je beseffen dat de rampzalige gevolgen van klimaatverandering onevenredig hard op de schouders van vrouwen terechtkomen.”
Dubbele dag
In het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015 werd niet voor niets nadruk gelegd op het feit dat aandacht voor de rechten van vrouwen en meisjes van groot belang is bij de aanpak van de klimaatcrisis. Quirino: “In de Filippijnen spreken we van het fenomeen ‘dubbele dag’: vrouwen op het platteland zijn hier niet alleen verantwoordelijk voor de zorg voor de familie binnenshuis, maar ook buitenshuis, voor het verbouwen van het eten dat ze op tafel zetten. Op hun kleinschalige boerenbedrijven hadden ze tot voor kort vier keer per jaar een oogstseizoen. Vanwege klimaatverandering is dat nu nog maar twee keer per jaar.” Leven van het land is de laatste jaren op veel plekken, wereldwijd, veel moeilijker geworden door de toenemende droogtes en tyfoons. De UNISDR, de VN-organisatie die de risico’s bij natuurrampen klein probeert te houden, toonde in2018 in een rapport aan dat er door klimaatverandering vooral op het platteland economische verliezen worden geleden. En niet alleen op het platteland trekken vrouwen aan het kortste eind, ziet Isabelle Geuskens, die bij Milieudefensie op het gebied van internationale klimaatrechtvaardigheid werkt. “Het komt hierop neer: de mensen die tot nu toe achtergesteld zijn, die het vaakst in armoedeleven, worden dubbel geraakt als er rampen gebeuren. In armere landen worden meisjes sneller uitgehuwelijkt wanneer het tegenzit. Of ze worden van school gehaald om thuis te kunnen helpen.” Wanneer gemeenschappen eenmaal door klimaatrampen op drift zijn geraakt, raken vooral vrouwen hun thuis kwijt, volgens de VN: 80 procent van de ontheemde personen is vrouw. Voor hen ontstaan direct nieuwe gevaren: een waterbron kan bijvoorbeeld opeens veel verder lopen zijn, wat meer risico op seksueel geweld betekent.
Happy Mwende Kinyili is programmadirecteur bij vrouwenfonds Mama Cash. Zij vertelt hoe specifieke vrouwenproblemen het leven nog moeilijker maken in zulke situaties.“Om maar iets te noemen: in vluchtelingenkampen zijn vaak geen menstruatieproducten of anticonceptiemiddelen voorhanden. Het aantal ongeplande zwangerschappen neemt toe. Maar het belangrijkste:er is in het vluchtelingenbestaan een grote dreiging van geweld, waaronder seksueel geweld.” Na de aardbeving in Haïti in 2010 werd bijvoorbeeld melding gemaakt van een ‘epidemie’ van seksueel geweld.
Vrouwen krijgen geen stem
De dreiging van lichamelijke onveiligheid kwam vaak aan bod in de serie gesprekken over een eerlijke energietransitie waaraan vorige herfst meer dan honderd internationale klimaatactivisten en ngo-medewerkers deelnamen. De vrouwen waren door Friends of the Earth International en Milieudefensie in een aantal webinars bijeengebracht om vanuit een feministisch perspectief over de energietransitie te praten.
Broodnodig, want de zoektocht naar grondstoffen voor de groene economie is voor vrouwen bijzonder bedreigend, zeggen dengo-medewerkers. De groeiende vraag naar windmolens, zonnepanelen en batterijen brengt een enorme vraag naar zeldzame metalen zoals lithium, nikkel en kobalt met zich mee. En dat zet de veiligheid van vrouwen op het spel. Quirino: “Mensen worden van hun land verdreven, geïntimideerd.” En zoals de beroemde Congolese gynaecoloog Denis Mukwege het al vaak uitlegde: seksueel geweld wordt stelselmatig gebruikt om mensen uit de gebieden te krijgen waar grondstoffen gedolven kunnen worden. Geuskens: “Met de nadruk op technologische oplossingen wordt er een ‘nieuw tijdperk van mijnen’ voorspeld. Als we niet opletten en nu bijsturen om ervoor te zorgen dat dit eerlijk verloopt, lopen we het risico dat dit nieuwe tijdperk er een wordt van uitbuiting elders ten behoeve van de energiebehoeftes van rijkere landen.” Het wordt ook wel ‘ecologisch kolonialisme’ genoemd:opnieuw moeten er grote hoeveelheden grondstoffen voor de energiebehoefte van de westerse wereld gedolven worden. Het enige verschil is dat wij er hier in het Westen dit keer iets ‘groens’ mee willen bouwen.
Maya Quirino: “Met onze organisatie zorgen we voor juridische hulp aan inheemse groepen wier land door grote bedrijven geroofd wordt, vaak met geweld en intimidatie. Wij bereiden ons voor op een nieuwe categorie zaken, waarbij mensen verjaagd worden om plaats te maken voor deze nieuwe mijnen voor de groene economie. Op scenario’s waarbij mensen hun waterbronnen vervuild zien worden door de lithiumproductie verderop. We moeten ons afvragen of we in de nieuwe duurzame economie niet een ‘schone’ bron kunnen gebruiken voor dezelfde ongelijke resultaten.”
Het steekt de klimaatrechtvaardigheidsbeweging dat dit soort projecten, waarbij niet wordt geluisterd naar de zorgen van omwonenden, vaak verkocht worden als een positieve ontwikkeling: het zou banen opleveren, mogelijkheden, welvaart. Wat het erger maakt nog, is dat vrouwen tot nu toe geen stem krijgen. Trusha Reddy werkt bij de Zuid-Afrikaanse vrouwenrechtenorganisatie WoMin Africa, die zich bezighoudt met het zichtbaar maken van de gevolgen van de extractie-industrie voor vrouwen. Ze legt het graag zo uit: vrouwen zijn in de rurale gebieden van het continent de rentmeesters van het land, maar hebben er tegelijkertijd niets over te zeggen. “Zij hebben een diepe connectie met het water, de bodem. Maar onfortuinlijk genoeg zijn het de mannen, die niet op dat land werken, die de eigendomsaktes in handen hebben.” Als je kijkt naar energie: het zijn de vrouwen die energie nodig hebben om op te koken. Zij hebben de meeste baat bij off grid systemen van zonne-energie en wind. Maar krijgen zij ook de banen aangeboden in de nieuwe duurzame economie? Hebben zij überhaupt iets te zeggen over wie wanneer licht heeft?
Daarom heeft de organisatie van Quirino de stelregel dat vrouwen de leiding krijgen in hun projecten. Ze beginnen binnenkort aan een nieuw project, waarbij 50 huishoudens
worden aangesloten op zonnepanelen. “Hoeveel gemakkelijker wordt hun leven als ze ook ’s avonds laat kunnen koken? Zullen vrouwen misschien meer gemeenschappelijke doelen opstellen dan mannen, door de publieke ruimten als het buurthuis te verlichten? Zij hebben de jarenlange ervaring dat het gevaarlijk is om een vrouw te zijn, zeker als het ’s nachts donker is. We zijn dan ook heel benieuwd of vrouwen andere keuzes maken als het gaat om wie elektriciteit krijgt en wanneer.”
Data op data
Bij de publicatie van het rapport van UNISDR over de toegenomen economische verliezen door klimaatverandering, zei het hoofd van het Belgische Centrum voor Epidemiologie en Rampen dat “degenen die het meest lijden onder klimaatverandering, de personen zijn die het minst bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen”. Happy Mwende Kinyili: “Ik kan data op data stapelen om dat te bewijzen. Erger nog is dat de dagelijkse realiteit van de mensen die lijden niet wordt meegenomen in het gesprek over de energietransitie. De aanname is tot nu toe geweest dat als je geen witte man uit de middenklasse bent, je meningen er niet toe doen. Dat heeft geleid tot dit systeem waarin exploitatie schering en inslag is.” Met de gespreksrondes met ruim honderd vrouwenrechtenactivisten willen Friends of the Earth International en haar Nederlandse tak Milieudefensie dit systeem doorbreken. Geuskens: “Zodat we niet de helft van de wereldbevolking negeren bij het zoeken naar oplossingen.”
Kinyili grijpt graag terug op de bekende uitspraak van Audre Lorde: “Er is niet zoiets als een eenzijdige strijd, want we leiden geen eenzijdige levens.” Onder leiding van Kinyili sloot ontwikkelingsorganisatie Mama Cash zich aan bij de Global Alliance for Green and Gender Action (GAGGA). De aangesloten organisaties zetten zich in om meer donorgeld naar intersectionele vrouwengroepen te laten gaan en kregen tweemaal een flinke subsidie van de Nederlandse overheid. Voor de tweede 5 jaar van het project is er nu 30 miljoen euro beschikbaar. “Wij horen van de grassroots actiegroepen dat hun steeds gevraagd wordt: doen jullie nu feministisch werk of klimaatwerk? Maar ze doen allebei.
Kijk naar een project in Malawi, waar vrouwen en meisjes tegelijkertijd leren om zich te organiseren en het heft in handen te nemen én klimaatlobbywerk bij de overheid verrichten.”
Vrouwen moeten een dubbele strijd aangaan: hun specifieke klimaatproblemen kenbaar maken en zich emanciperen om daadwerkelijk gehoord te worden en serieus te worden genomen. Kinyili: “En het werkt. Die groep vrouwen uit Malawi zat onlangs bij de minister om te praten over het klimaatgerelateerde geweld waar vrouwen mee te maken krijgen. Er is namelijk nog een specifiek soort geweld dat we kunnen verbinden aan klimaatverandering: wanneer mannen hun inkomstenbron verliezen, krijgen vrouwen te maken met meer geweld binnenshuis.”
Andere oplossingen
Vrouwen komen ook met andere oplossingen, zegt Kinyili, oplossingen die niet leunen op de technocratische ideeën die ons in de eerste plaats in de problemen hebben geholpen.
“Wij steunen vrouwengroepen die praktische oplossingen voorstellen, die zaadbanken beginnen om boerinnen aan klimaatbestendig lokaal zaad te helpen, die agro-ecologische landbouw bedrijven die de bodem voedt in plaats van uitput.” Onderzoek naar klimaatverandering, agricultuur en voedselzekerheid, door onderzoeksinstituut CCAFS, wijst uit dat vrouwen eerder dan mannen geneigd zijn hun teeltpraktijken aan te passen bij veranderend weer. Tenminste, mits ze net zoveel training en opleiding krijgen als mannen. Zoals in Kenia, waar onder leiding van vrouwen een florerende handel in zeewier werd opgezet. Volgens onderzoek van de University of Colorado at Boulder blijkt bovendien dat wanneer vrouwen meer stem krijgen bij de beslissingen over hoe het land te gebruiken,
zij meer van dat land overlaten voor de natuur. De International Union for the Conservationof Nature (IUCN) schrijft: “Vrouwen hebben de kennis over wat nodig is om zich aan te passen aan het veranderende milieu, maar hun kennisbron wordt nog niet vaak aangeboord.”
Ook hebben vrouwen en feministen volgens klimaatactivisten een scherpe blik op wie macht heeft en welke rol deze macht speelt bij het oplossen van maatschappelijke problemen. Volgens Geuskens kunnen vrouwen door hun ervaring als ‘underdog’, als de groep die eeuwenlang niet bij het winnende team van de samenleving heeft gehoord, als geen ander analyseren hoe de machtssystemen in de realiteit uitpakken. Zij hebben aan den lijve ondervonden wat er gebeurt als grote partijen hun plannen uitvoeren zonder de stem van vrouwen te willen horen. Geuskens: “Zij hebben al doende alternatieve visies ontwikkeld over hoe er overlegd zou moeten worden, weten dat technische oplossingen niet altijd een panacee zijn. Je ziet dat vrouwengroepen daarom ondertussen een belangrijke rol spelen inhet verzet tegen grote bedrijven. Zo hebben ze een voortrekkersrol bij het opzetten vansystemen van community owned energy, waarbij buurten, dorpen of andere gemeenschappen samen een off grid energiesysteem bezitten en als gemeenschap beslissingen nemen over de verdeling van de elektriciteit. Dat perspectief is ook belangrijk voor de volgende generatie. Die leidende rol voor vrouwen wordt zo ook doorgegeven.”Volgens Quirino gaat het wel de goede kant op: jonge feministen klagen hun overheden aan en laten van zich horen, de vertegenwoordiging bij de VN is doordrongen van het intersectionele karakter van de klimaatstrijd. Ook Kinyili ziet dat zij met hun GAGGA- netwerk op invloedrijke plekken worden uitgenodigd om de vrouwenzaak over het voetlicht te brengen. Geuskens lijkt vooralsnog wat minder optimistisch: “Nog te vaak doet men in internationale rapporten nog aan ‘vrouwen tellen’: hoeveel vrouwen hebben iets gehad aan onze projecten? Maar zodra vrouwen daadwerkelijk de leiding nemen en voorstellen doen die tegen de status quo ingaan, worden ze op een zijspoor gezet.” Data van IUCN ondersteunen die conclusie: in 2015 schatte de organisatie dat nog maar 12 procent van de 881 nationale ministeries op het gebied van milieu werden geleid door vrouwen. Toch krijgt Geuskens in Nederland soms nog de vraag: moet dit nou? Nu we zoeken naar snelle oplossingen voor dat enorme en urgente klimaatprobleem, moeten we dan nu de zaken weer compliceren en beginnen over vrouwenrechten? Nou, ja dus: dat moet.
Geef een reactie