Hoe kijken we in 2050 terug op onze huidige levensstijl? Het Museum van de lineaire economie geeft een inkijkje in een mogelijke toekomst, waarin dakpannen en ijskasten vreemde relikwieën uit het verleden zijn.
In de hal staat de deur van een ijskast op een kier. Wie naar binnen spiekt ziet een plant, enkele paddenstoelen en een paar potten aarde staan. Het is een typisch altaar dat nostalgische natuurliefhebbers vaak in huis hadden in de jaren 30. De jaren 30 van de 21e eeuw dan. Toen de natuur uit de stad verdwenen was en ijskasten overbodig waren. Zuivel en vlees at men in die tijd immers niet meer en maaltijden werden met klinische precisie dichtbij huis geproduceerd, zonder dat er nog een korrel aarde aan te pas kwam.
De ijskast is onderdeel van het Museum van de Lineaire Economie. Op 5 maart stond het museum in Tivoli Vredenburg tijdens het evenement Pathways to Sustainability. In hun lunchpauze kunnen bezoekers een kijkje nemen in het jaar 2050. Vanuit de toekomst kijken ze terug op de periode die voorafging aan de circulaire samenleving. Bezoekers lopen met een broodje in de hand langs uitgestalde ‘consumptie-relikwieën’, zoals een pakje sigaretten, een plastic Starbucks-beker en een Uitverkoop-bord. Ondertussen horen ze in hun koptelefoon een oma aan haar kleinkind vertellen over de omslag naar circulariteit. “Weet je nog het spotje van Sire? ‘Save all your pee, for chemistry.’”
Wenselijke toekomsten
Het lijken misschien wat vergaande fantasieën, maar ze zijn onderdeel van een serieus vak aan de Universiteit Utrecht. Studenten uit verschillende richtingen werken er samen met beleidsmakers van ministeries en van de provincie en de gemeente Utrecht. Het vak Mixed Classroom bestaat sinds 2016 en behandelde eerder thema’s als mobiliteit en wijk van de toekomst. Dit jaar volgden de studenten en beleidsmakers colleges over de circulaire economie en probeerden ze een circulaire toekomst te verbeelden. Dat wilde hoofddocent Jesse Hoffman nu eens niét alleen probleemgericht en technocratisch bekijken, maar juist vanuit ‘wenselijke en mogelijke toekomsten’, met aandacht voor sociale dimensies.
Als tientallen bezoekers in het museum een koptelefoon op hun hoofd hebben, heet Hoffman hen welkom bij de tijdsprong. Dan geeft hij het woord aan een studente, die hij voorstelt als ‘professor’ – het is immers 2050. “Ik heb me gespecialiseerd in rituelen van Nederland”, zegt ze. “Zo kwam ik ook in Leeuwarden, bij het eerste gebroken-dakpan-monument.” Ze wijst op de stapeltjes gebroken stenen die in het museum staan. Die werden gemaakt als symbolisch afscheid van de huizenmarkt zoals die in Nederland tot 2032 functioneerde. In dat jaar werd de European Liveable Space Law ingevoerd en werden ongebruikte woonruimtes verboden. Mensen startten daarna gezamenlijke woonprojecten en veranderden hun daken in groene gemeenschapstuinen, zonder dakpannen.
Net als de met planten gevulde ijskasten als aandenken aan de natuur, verbeelden de gebroken-dakpan-monumenten een van de toekomstscenario’s die studenten van de Mixed Classroom uitdachten. Daarbij kregen ze feedback van beleidsmakers. Een van hen is Inge Schrijver, adviseur bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Ze hielp het idee van een nieuwe huizenmarkt vooruit door studenten te wijzen op de rechtsvorm Community Land Trust. “Daarmee kun je grond van de markt halen, waardoor het op termijn goedkoper wordt”, legt ze uit.
Net als collega’s die haar voorgingen, is ze blij dat ze dit jaar meedeed aan de Mixed Classroom. Ze leerde veel in de colleges, kwam in contact met gelijkgestemde beleidsmakers en kijkt dankzij studenten op een andere manier naar haar werk. “Zij komen in plaats van de gebruikelijke technische vragen met meer fundamentele vragen. Over eigenaarschap bijvoorbeeld.”
Perfect waardeloos
Door de koptelefoons van bezoekers klinkt intussen een waargebeurd verhaal vermengd met fictie. Vanuit 2050 wordt er teruggekeken op het ontstaan van het bloeiende circulaire bedrijventerrein Werkspoorkwartier in Utrecht, waar in 2020 al heel wat stappen voor waren gezet. Door dit soort koppelingen met hedendaagse projecten te maken, kan het museum verder door het land reizen. Zo stonden de museumstukken eerder op de Nationale Conferentie Circulaire Economie in Den Haag en zijn ze al aangevraagd door andere locaties.
Tussen de ijskast en de dakpannen steekt een houten vis omhoog, trots zwevend boven afgedankte apparaten, zoals een elektrische tandenborstel. Het is het standbeeld van De Nieuwe Vissersgilde, uit ‘het meest radicale en rampzalige’ toekomstscenario van de Mixed Classroom, vertelt student Jonathon Hunt. “We keken of een energietransitie naar elektriciteit botst met een circulaire economie”, legt hij uit. “We denken van wel, want er zijn te veel mineralen nodig voor elektrische infrastructuur.” In 2037 zet een overstroming Nederland daarom grotendeels onder water. Daarop ontstaat het Nieuwe Vissersgilde, dat in overstroomd Noord-Holland een circulair bestaan opbouwt met alle overgebleven spullen. Zij bouwen ook het standbeeld met de houten vis als symbool voor hun hernieuwde trots op het vissersambacht en voor de afgewezen – elektrisch tandenpoetsende – levensstijlen uit het verleden.
Na de presentaties luisteren bezoekers op hun koptelefoon nog even naar de muziek van de lineaire economie, zoals ‘I am a material girl’ en ‘I walk the line’. Of ze zappen naar de verhalen van oma die haar kleindochter verrukt vertelt over de plastic lepel die ze laatst opduikelde. “‘Zó wit, met zo’n glad oppervlak en zo kwetsbaar. Zo waardeloos, maar toch zo perfect!” Ze bewaart hem als metafoor voor die gekke lineaire economie van vroeger.
Geef een reactie