Wat doet stank met je gezondheid? Geurhinder is veel ernstiger dan lang gedacht en bestaande maatregelen sorteren niet het gewenste effect. Een groep omwonenden startte een rechtszaak tegen de staat. Maar strengere normen zijn niet zomaar een oplossing. “De kern van dit probleem is: het kan niet uit.”
Als je bij Gert van Dooren de voordeur uitstapt, vult je neus zich in één ademteug met een scherpe stank. Kippenmest, weet Van Dooren, afkomstig van de 100.000 mestkuikens aan de overkant van de straat. Met bezoek zit hij daarom liever binnen, en voordat het huis gelucht kan worden controleert de familie hoe de wind staat. “In de zomer ’s nachts je raam openzetten kan niet, want dan denk je dat je in een stal ligt.”
Met zijn vrouw en twee zonen woont Van Dooren sinds tien jaar in een verbouwde boerderij, even buiten Erp. Ze zijn omsingeld door een kippenmesterij, een zeugenhouderij en een rundveebedrijf, maar willen zich niet door stank laten verdrijven. Van Dooren vertelt aan de keukentafel hoe hij zich de afgelopen jaren heeft verdiept in de Wet geurhinder en veehouderij, de werking van luchtwassers en de meeteenheid van geur: ‘odour units’ (OU). “Vroeger was ik pro-boer, ik was partijvoorzitter van het CDA in Veghel. Daar ben ik helemaal van teruggekomen.” Een oplossing tegen de stank heeft hij nog niet gevonden.
Oud onderzoek
De stof die stank veroorzaakt, hoeft geen hoge concentratie te hebben om effect op je gezondheid te hebben. Bij lage concentraties doet de stof zelf niks, maar de geur kan stressgerelateerde gezondheidsklachten, zoals hoofdpijn, vermoeidheid, benauwdheid en misselijkheid veroorzaken. “Als je slaap er bijvoorbeeld door verstoord wordt, heeft dat impact op je fysieke gezondheid”, legt gezondheidskundige Loes Geelen uit. “Hinder is subjectief, maar wel realiteit.”
Geelen heeft jarenlang bij de GGD Brabant/Zeeland geurhinder onderzocht en erover geadviseerd. “We kregen bij de GGD steeds meer klachten van omwonenden”, vertelt ze. Voor de GGD was dat aanleiding om onderzoek te doen naar het verband tussen geurbelasting (de uitstoot van veehouderijen) en geurhinder (het aantal mensen dat hinder ondervindt). Want hoeveel mensen hier precies last van hebben, is eigenlijk niet bekend. Toch is er wetgeving die bepaalt hoeveel geurhinder veehouderijen mogen veroorzaken. Waar is die dan op gebaseerd?
Op een rapport van achttien jaar geleden, ontdekte Geelen. Onderzoeksbureau PRA publiceerde in 2001 het rapport ‘Geurhinderonderzoek stallen intensieve veehouderij’. “Dat ene, oude onderzoek is nog steeds de onderlegger van de Wet geurhinder en veehouderij”, zegt Geelen. “In de wetenschap zeg je: één onderzoek is géén onderzoek.”
Geelen onderzocht daarom samen met de Universiteit Utrecht hetzelfde verband, onder een grotere groep mensen en met de meest actuele onderzoekstechnieken. Het resultaat? “Bij een vergelijkbare geurconcentratie zien wij veel meer hinder optreden dan je zou verwachten op grond van de Wet geurhinder en veehouderij.” Zo bezien heeft de overheid jarenlang veehouderijen meer dieren vergund dan uit het oogpunt van geurhinder gerechtvaardigd was.
Plantaardige lucht
De belangrijkste technische maatregel om geurhinder tegen te gaan, is het installeren van luchtwassers. Een combi-luchtwasser gebruikt een combinatie van technieken, meestal een waterfilter en een pakket met een biologische of chemische substantie. Volgens varkenshouder Frank Hafmans uit Sambeek was het “een verschil van dag en nacht” toen hij in 2012 de biologische variant liet plaatsen. Hij kan goed begrijpen dat luchtwassers nodig zijn; vanaf zijn erf ziet Hafmans de bebouwde kom van Sambeek oprukken.
In de achterste stal – honderd meter lang en dertig meter breed – trekt hij een deur open. Zacht knorrend wijken de varkens uiteen. De verse lucht die van buiten wordt aangevoerd, stroomt door de vloerspleten in de stal. Boven in de nok zoemt een ventilator die de mestlucht afzuigt naar de luchtwasser. Die bevindt zich aan de kopse kant van de stal in een raamloze ruimte van 15 bij 3,5 meter. Over het hele oppervlak is een filterpakket van 90 centimeter dik opgesteld. Aan de andere kant van de gang is eenzelfde luchtwasser geïnstalleerd. Boven het filter vernevelen tientallen sproeiers water dat door het filter sijpelt en er aan de onderkant weer uitloopt. De mestlucht wordt door vier forse ventilatoren van onder door het vochtige filterpakket heen geblazen, waar bacteriën de ammoniak en geur grotendeels neutraliseren. “Ruik je het verschil met beneden?”, vraagt Hafmans als hij boven het filterpakket staat. De scherpe ammoniaklucht, het varkensaroma dat aan de onderkant van het filter zo goed te ruiken was, is inderdaad weg. Wat rest is een lastig te definiëren, plantaardige lucht.
Hafmans’ buren waren er blij mee. Tijdens een burendag heeft hij ze het filter laten zien en de uitlaat laten ruiken. In drie van zijn stallen draaien ze nu, alleen in de vierde niet, omdat dat nog niet verplicht is. Het heeft hem 150.000 euro gekost.
Tegenvallende prestaties
Toch is over het gebruik van luchtwassers de nodige discussie ontstaan. Doen ze wel wat ze moeten doen? Na aandringen van omwonenden kreeg Wageningen University & Research in 2017 opdracht dit te onderzoeken. De veelgebruikte combi-luchtwasser presteerde veel slechter dan gedacht, bleek uit een steekproef. Het geurrendement was gemiddeld niet de beloofde 81 procent, maar slechts 40 procent. Inmiddels zijn de uitstootcijfers van luchtwassers aangepast, met als gevolg dat veel meer omliggende woningen nu bewezen in de stallenstank liggen. Hoeveel precies, is niet makkelijk te achterhalen. Het ministerie verwijst voor cijfers hierover naar de gemeenten. Maar als we de gemeente Boxmeer (245 veehouderijen) ernaar vragen, laat die weten dat ze hierin geen inzicht heeft.
Het tegenvallende rendement van de luchtwassers heeft geen gevolgen voor bedrijven die al een vergunning hebben, liet staatssecretaris Stientje van Veldhoven de Tweede Kamer weten. Wel riep ze de Commissie Biesheuvel in het leven, om te onderzoeken welke maatregelen de geurhinder op zowel de korte als lange termijn kunnen verminderen. In haar adviesrapport van april 2019 pleit de commissie onder meer voor het opstellen en handhaven van emissiegrenswaarden. Dat is nog niet zo eenvoudig, volgens Van Veldhoven, omdat het meten en monitoren van geur nog in de kinderschoenen staat. Ze belooft met betrokkenen over de aanbevelingen in gesprek te gaan. Want het is een ingewikkelde problematiek, realiseert Van Veldhoven zich, met veel tegengestelde belangen.
Geld
De veesector zelf benadrukt dat strengere normen tot een onverwachte dynamiek kunnen leiden. De kosten van een luchtwasser zijn namelijk niet niks. Adviseur omgevingsbeleid Herman Litjens van de ZLTO, de vereniging voor boeren en tuinders: “Veel bedrijven hebben drie stallen op een luchtwasser staan en één of twee niet. De geurwinst die ze boeken met het plaatsen van een luchtwasser mogen ze nu nog deels gebruiken om extra dieren te houden. Daarmee kunnen ze de luchtwasser financieren. Maar als normen strenger worden en gemeentes daarom bedrijven niet meer toestaan te groeien, komt er geen geld beschikbaar om maatregelen tegen geuroverlast te financieren.”
Ook de gemeenten hebben niet altijd belang bij strengere normen. Aangewezen woningbouwgebied kan dan binnen de stankcirkel van veehouderijen komen te liggen, waardoor de gemeente woningbouwplannen zal moeten wegstrepen. Of veehouders uitkopen. En dat kost geld. Zo zitten de gemeenten en de varkenshouders in een patstelling. Hoe het rijk dit op gaat lossen, blijkt nog niet uit het rapport van Commissie Biesheuvel.
Lange adem
Gert van Dooren laat het er niet bij zitten. Samen met achttien andere gezinnen uit Brabant en Limburg bereidt hij al maandenlang een zaak tegen de staat voor. “De staat biedt omwonenden van intensieve veehouderij onvoldoende bescherming in hun woongenot”, licht hun advocaat Nout Verbeek toe. “Het Europese Hof heeft aangegeven dat het recht om van je woning en omgeving te genieten een grondrecht is.” De huidige regelgeving is daar volgens Verbeek mee in strijd. Dat geeft eisers recht op schadevergoeding.
In de aanloop naar de zaak tegen de staat is Verbeek namens omwonenden procedures gestart tegen veehouders. “Die zeggen: wij houden ons aan de regels die de overheid opstelt. Dan doe ik toch niks fout?” Maar volgens de advocaat heeft de Hoge Raad aangegeven dat je ook met een vergunning in de hand onrechtmatig kunt handelen. In Zutphen bepaalde de rechtbank ‘dat een veehouderij in een concentratiegebied maatregelen moet nemen om de stank onder de 14 OU te krijgen’. Nu luchtwassers veel slechter werken dan gedacht, is er maar één manier voor deze Zutphense veehouder om onder die 14 OU duiken: door minder dieren te houden. Verbeek: “Dan zou hij, zegt hij, de tent wel kunnen sluiten. Daar zie je de kern van dit probleem: het kan niet uit. Veehouders móeten wel zoveel produceren om het hoofd boven water te houden. Maar dat kan alleen over de ruggen van de omwonenden.”
Hoeveel stank is toegestaan?
Hoe erg mag het stinken door stallucht? Dat hangt er vanaf waar je woont. Het rijk heeft concentratiegebieden aangewezen, waar veel veehouderijen zitten en waar het erger mag stinken. De ‘rijksnorm’ varieert van 2 odour unit (OU, maat van geuroverlast) in de bebouwde kom van een niet-concentratiegebied, tot 14 OU in het buitengebied in concentratiegebieden. Gemeenten kunnen hier met een eigen geurverordening van afwijken, tot 14 OU binnen de bebouwde kom en 35 OU buiten de bebouwde kom.
Milieufederaties en GGD’en zien de stankteugels graag aangetrokken: een veehouderij zou maximaal 2 OU in de bebouwde kom en maximaal 5 OU in het buitengebied mogen veroorzaken.
Lourens zegt
Toen ik kind was, zo’n 50 jaar geleden al weer, vond je koeienpoep nog lekker ruiken. Ik groeide op naast een weiland met regelmatig zo’n 20 koeien daar op. Ook als we gingen kamperen in Brabant rook je mest en dat was geen hinder maar gewoon het platteland. 10 jaar later werd de boeren buitenlucht Stank. Een reden was en is volgens mij omdat de koeien ander voedsel kregen. Koeien eten zelfs resten van andere koeien door hun geprepareerde voedsel om aan de nodige mineralen of zo te komen. Koeien eten nu gras als bijvoer en volgens mij is dat de voornaamste reden van de vieze lucht die mest nu heeft ten opzichte van vroeger. En natuurlijk wordt de mest + stank geconcentreerd door de te grote veestapels. Nu is de boer niet direct de schuldige, de overheid legt hem zoveel eisen op dat een grotere veestapel noodzakelijk is om er wat aan te kunnen verdienen. En de concurrentie door de EU is ook geen positieve factor. Maar ik heb hier niet voor gestudeerd dus wat weet ik er van.
Naar mijn mening is de oplossing simpel. Alle veestapels omlaag in aantal. Bio-industrie verbieden en het (Biologische) vlees 3x zo duur en een verbod op import o.i.d.. Worden ze ook nog eens minder snel ziek en eten wij minder antibiotica door het vlees. Ik ben tegen vlees eten, maar als mijn “beschaafde” medemens zo nodig vlees moet eten voor die paar minuten smaak wellust per dag (iets anders is het niet) dan moet dat maar eens diervriendelijk en misschien een stukje minder vlees per dag/week? De mens is geen vleeseter van nature, de mens is een alleseter. Zelfs insecten. Dus laat de mest weer lekker ruiken en de dieren een respectabel leven hebben. Weet dat elke keer wanneer je als beschaaft mens van een stukje vlees geniet er dieren voor door een Hell zijn gegaan vanaf het moment dat ze geboren werden tot hun meestal afschuwelijk pijnlijke dood. Dit blijkt beschaving te zijn anno 2019, “ikke ikke ikke en de rest kan stikke” jammer.
De stank en dierenleed is de vleeseter zijn schuld! zo simpel is het.
Carel zegt
De politiek heeft als enige gezamenlijke beleid van de EU er voor gezorgd dat voedsel goedkoop moest zijn. Dat is gelukt. De politiek heeft niet nagedacht over de kwaliteit van de dieren en het voedsel.
De boeren hebben alleen het beleid uit Brussel en Den Haag uitgevoerd.
Over de oorzaak gesproken. Laat dat duidelijk zijn.. De geur ontwikkeling is net als in de stad als je veel mensen en dieren bij elkaar stopt gaat het stinken.
Inmiddels zijn er zeer goede oplossingen die de stank uit stallen weg neemt. Nee het zijn geen luchtwassers want dat is een eind van de pijp oplossing dat werkt niet!
De overheid werkt tot dusver tegen dat deze oplossing erkent wordt.
Er zijn nu gelukkig bedrijven die dit systeem toepassen ondanks dat er nog geen erkenning opzit. Het gevolg is dat buren denken dat de boer gestopt is met varkens of kippen want dit systeem neemt de oorzaak weg. Bijkomend voordeel is dat de dieren gezonder zijn bijna geen medicijngebruik meer is.
Dus zoals wij altijd zeggen kijk naar de oorzaak en maak daar een oplossing op.
Dit doen we ook met garnalen en vis teelt, insecten teelt Ode control bij vuilstort in de tropen enz. enz.
Meer weten?
http://www.optinex.de
Praten over “problemen” doen velen maar er zijn meer oplossingen dan problemen.
Ons internationaal netwerk heeft en werkt al 30 jaar aan oplossingen wereldwijd.
Heeft u in de buurt een stinkend bedrijf industrie of landbouw? Laat het ons weten, wij lossen het samen op!
jan willems zegt
Momenteel staat hier een overwegend zuidelijke wind. Dit betekent 24 uur per etmaal in stank zitten, van een vee-fabriek, precies tussen onze woningen geplaatst. Soms is de uitstoot zo hevig dat je moet vluchten. Je hapt naar adem en krijgt direct hoofdpijn. Met de komst van die waardeloze luchtwasser kwamen er nog veel meer varkens, en is het hier in feite onleefbaar. Was drogen, op terras zitten, je huis onderhouden?? Vergeet het! Inmiddels zijn de meesten zo murw, dat zij niet eens meer reageren. En dat is het einde der democratie, zoals de afgelopen dagen bleek. Dit vooral door het wanbeleid van gemeente Landerd* , die er enkel is voor vee, en nimmer voor volk. Geen enkele instantie helpt ons. Sterker: als opposant ben ik eerder in het holst van de nacht in elkaar geschopt; ook hier gebeurt niks mee. Esther Ouwehand had gelijk: het is hier een tractorstaat!
Sientje van Beek zegt
Dit is juist dat wat Optinex bedoeld, het is niet het aantal dieren maar de manier hoe ze gedwongen worden, door overheidsbeleid, gehouden worden.
Daar is dus nu een oplossing voor.
Dus niet klagen kom in actie en ga met de boer in gesprek en rijk hem deze oplossingen aan.
Goed voor u en voor de boer en zijn varkens.
Mijn buurman gebruikt het ook en ik kan de was weer buiten hangen.
Ron zegt
Er zijn natuurlijk veel regels te bedenken om overlast terug te dringen.
Dit zijn allemaal regels om het probleem op te lossen.
De ‘kern ‘wordt echter ongemoeid gelaten.
Er kom nu niet met het smoesje ‘de boeren zorgen voor ons eten.
Dit is een dooddoener om maar gewoon door te blijven gaan.
De dieren zijn vaak voor de export en de strond met de bekende stank is voor ons, de plaatselijke bevolking.
Wat denken jullie wat dat kost.
Wanneer de boeren alleen voor ons zouden produceren dan kan de veestapel met gemak worden gehalveerd.
Voor het geld wat dan overblijft kunen de boeren worden uitgekocht.
En. trouwens, de supermarkten mogen óók wel eens aangepakt worden.
Wanneer er aan de burgers wordt gevraagd iets meer te betalen dan is men hier toe bereid.
De boeren hebben ‘hun ziel’in het verleden verkocht aan de supermarkten en daar pikken ze/ wij nu de vruchten van.
En. Nederland is veel te klein voor intensieve veeteelt
Bruggenwert zegt
De Politiek heeft een gezamenlijk EU beleid gemaakt om zoveel mogelijk voedsel te produceren voor een zo laag mogelijke prijs. Dit is ingezet jaren 60 70 vorige eeuw.
De boeren hebben er gehoor aan gegeven mede door druk van financiële instellingen zeg banken. Tevens werden ze voorgelicht door de Rijks Landbouw Voorlichting. Hoe groter hoe beter was het motto.
Geen enkele boer wilde een grote stal. Maar de Rijks voorlichter liet berekeningen zien als je geen 40 koeienstal bouwt maar een van 100 dan krijg je zo veel subsidie. Hierdoor is er een geheel andere landbouw ontstaan! Door de druk en voorschriften van de overheid.
G van Buren zegt
Daarbij heeft de BV Nederland heel veel geld verdient, Landbouw was de 2e aardgasbel.
Nu worden de boeren als vervuiler betiteld, geheel ten onrechte overigens.
De wereld veranderd dat doet het al duizenden jaren. Het is aangetoond dat het smelten van het ijs op de noordpool komt door de andere stand van de zon. Niets met CO2 te maken.
De politiek gebruik deze leugens om de mensen te dwingen meer geld uit te geven zodat ze echt niet meer aan hun zelf mogen werken. Al helemaal geen kritische vragen te stellen.
De slavernij viert hoogtij.