Op een bloedserieuze spelletjesavond in Baarn verkennen burgers, bedrijven en politici spelenderwijs hoe het dorp kan omschakelen naar duurzame energie. “Die windmolen gaat er never nooit niet komen.”
“Wat is uw rol in de energietransitie?”, vraagt spelleider Mathieu Przybyla. Pakweg dertig mensen zijn bijeen gekomen in zalencentrum het Brandpunt in Baarn, een dorp van krap 25 duizend inwoners tussen Hilversum en Amersfoort. Even blijft het stil. Dan zegt iemand: “De hoofdrol. Wij moeten de transitie in gang zetten en afmaken.” Er wordt goedkeurend geknikt.
Het is een maandagavond halverwege maart. De zon is nog niet onder. Binnen staat langs de lange wand van de zaal een vegetarisch buffet opgesteld met een grote pan tomatensoep, broodjes kaas en eiersalade. De koffie is vers gezet. In het midden staan zes genummerde tafels waarop het bordspel We Energy Game ligt te wachten om gespeeld te worden. Aan de tafels zitten betrokken burgers, ondernemers en verschillende gemeenteambtenaren tussen raadsleden van GroenLinks, PvdA, CDA en de Baarnse Onafhankelijke Partij. Ook D66-wethouder Theo Stroo is aanwezig. Agrariër Sander Koop uit Lage Vuursche komt iets later binnen. “Ik heb net twee lammetjes op de wereld geholpen”, zegt hij half trots, half excuserend.
Draagvlak
De We Energy Game is drie jaar geleden bedacht en ontwikkeld aan de Hanzehogeschool Groningen door promovendus Frank Pierie. Sinds twee jaar reist Pierie met collega Przybyla stad en land af om aan de hand van het spel de discussie over de energietransitie te voeren. De We Energy Game laat zien hoe lastig dat is. “Het geeft alle betrokkenen meer inzicht in de afwegingen die we samen moeten maken”, verklaart Pierie het nut van het spel.
Burgers spelen inderdaad een hoofdrol in de energietransitie, bevestigt hij met een voorbeeld uit het dorp waar hij zelf opgroeide. In Ten Boer, een Gronings dorp met zevenduizend inwoners, lag een plan klaar voor vijfentwintig windmolens. “Vrijwel alle bewoners waren tegen. In overleg werd besloten om de financiële opbrengst van twee windmolens direct naar het dorp te laten stromen. Toen sloeg de stemming om.”
Het spel maakt die dynamiek zichtbaar. “De ideale energiemix kan weliswaar makkelijk door wetenschappers worden berekend, maar zonder draagvlak is de energietransitie gedoemd te mislukken”, zegt Pierie. Inmiddels hebben al meer dan vijfduizend mensen het spel gespeeld.
Zes rollen
Pierie laat de leiding van het spel vanavond over aan zijn collega Przybyla, die zich ontpopt als een heuse quizmaster. “Het doel van het spel vanavond is om de elektriciteitsvoorziening van Baarn energieneutraal te maken voor 2030”, legt hij de zaal enthousiast uit. “Iedereen speelt een rol: er zijn er zes. Je bent verantwoordelijk voor productie, wetgeving, mensen, planeet, winst of balans.” Met balans, zo legt Przybyla de deelnemers uit, wordt de rol van de netwerkbeheerder bedoeld die ervoor moet zorgen dat vraag en aanbod van elektriciteit in balans zijn. Winst gaat om de betaalbaarheid van elektriciteit. “Helder? De eerste ronde is het ieder voor zich!”
Aan tafel zes zit Gerard Koops, die de rol van de netwerkbeheerder speelt, binnen no time in de problemen. Na drie spelbeurten staat zijn pion al op min tien, terwijl het doel voor iedereen plus tien is.
“Je wordt gepiepeld, Gerard”, zegt zijn overbuurman grijnzend.
“Ik denk dat ik een geel hesje aantrek”, bromt hij terug.
“Door mijn windmolen ga jij in de min”, constateert Thom Albers, voorzitter van energiecoöperatie EnergiekBaarn die ook aan deze tafel zit. “Zonder investeringen in het netwerk komen we er niet.”
De boodschap van de eerste spelronde is duidelijk: om de energietransitie tot een goed einde te brengen, zal er samengewerkt moeten worden. Dat is dan ook de bedoeling in het vervolg van het spel.
Ruimtegebrek
“De volgende ronde gaan jullie niet voor een zo hoog mogelijke individuele score”, instrueert Przybyla. “Nu moeten jullie ervoor zorgen dat iedereen minimaal zestig punten scoort.” Om het spel zo realistisch mogelijk te maken, wordt nu een spelbord gebruikt waarop de plattegrond van de gemeente Baarn staat afgebeeld. Binnen die gemeentegrenzen moet het gebeuren. Het puntenaantal is afgestemd op de Baarnse energiebehoefte.
“Laten we beginnen met de efficiency kaarten”, zegt Albers bij het begin van de nieuwe spelronde aan tafel zes. “Daarmee gaat iedereen er op vooruit. En het verkleint de totale opgave.” Alle spelers zijn het met hem eens. Nu hoeft iedereen nog maar minimaal achtenveertig punten te halen.”
Dan komt energie-opwekking ter sprake.
“Zullen we een windturbine scoren?”
“Liever een zonneweide.”
“Die leggen we dan wel op de gemeentegrens bij Soest, lekker uit het zicht.”
“In de paleistuin van Soestdijk, zeker?”
“Nou, doe dan maar bij de camping.”
Ruimtegebrek vormt niet alleen een serieus obstakel voor de energietransitie in Baarn, maar in de hele provincie Utrecht, die een achterblijver is in de omschakeling naar duurzame energie. Dat constateerden de regionale rekenkamers in december 2018 in een onderzoek. De provincie Utrecht noemt daarin twee oorzaken voor het achterblijven van duurzame elektriciteitsproductie: het ontbreken van kolen- en afvalverbrandingscentrales waar biomassa kan worden bijgestookt, en ruimtegebrek door de sterke verstedelijking. De provincie Utrecht heeft zelfs al aangegeven dat veertien procent hernieuwbare energie in 2020, zoals vastgelegd in het Nationaal Energieakkoord uit 2013, helemaal niet haalbaar is.
Klimaatneutraal dorp
Maar in Baarn leggen ze zich daar niet bij neer. De gemeente, burgers en ondernemers streven naar een klimaatneutraal dorp in 2030. Dat is vastgelegd in het Baarns Klimaat Akkoord.
Aan tafel drie is Hendrik Jan Wijnants, voorzitter van de stichting in oprichting Baarns Klimaat Akkoord, rood aangelopen.
“Er moet nog wel wat productie bij”, zegt hij bezorgd. Schuin tegenover hem zit Jop de Groen, secretaris van EnergiekBaarn.
“Wat we nodig hebben in Baarn is lef”, zegt De Groen als een politicus op campagne. “Laten we hier een grote windmolen plaatsen.” Hij legt zijn kaart aan de andere kant van de A1. “Daar komen huizen, Jop”, zegt wethouder Theo Stroo die ook aan deze tafel zit en de bouwplannen van Baarn kent. “Zal ik je het gemeentestandpunt daarover toesturen? Trouwens, ik heb boeren gesproken die hun land best beschikbaar willen stellen voor een windmolen. Maar dat gaan de mensen niet leuk vinden.”
“Min vier”, zegt De Groen nadat hij de windmolenkaart heeft uitgespeeld en de pion van Mensen vier plaatsen terugzet.
Stroo, die in het dorpsbestuur zowel burgerparticipatie als de energietransitie in zijn portefeuille heeft, zucht nog maar eens.
Ondertussen voert Przybyla de spanning op. “Nog vijf minuten”, galmt zijn stem door de zaal. “Stelt u zich maar voor dat het 2025 is. 2030 komt nu héél snel dichterbij. Dan moet Baarn volledig op duurzame energie draaien.” Het gezamenlijk stemvolume in de zaal gaat merkbaar omhoog. Wangen worden rood, nu is het menens.
“Nee, nee, nee”, roept een vrouw aan tafel twee. “Warmtewinning uit mais is onbespreekbaar! Dat is écht een stupide oplossing.”
“Nog drie minuten!”
“We laten ze de tijdsdruk voelen,” fluistert Pierie. “Vaak worden dan keuzes gemaakt waar ze uiteindelijk niet achter staan. Let maar op.”
Aan tafel twee wordt een weiland volgeplempt met zonnepanelen. Een man aan tafel vier overlegt koortsachtig met iemand aan tafel vijf.
Plots klinkt er gejuich. Tafel vier heeft Baarn klimaatneutraal gemaakt. Het is 2028.
“We hebben vette overproductie”, roept GroenLinks-raadslid Heidi van Otten enthousiast.
Confronterend
Even later is het spel afgelopen. De meeste tafels hebben Baarn klimaatneutraal gemaakt. De vraag is hoe ze dat precies voor elkaar hebben gekregen. Onder leiding van Przybyla en Pierie worden de resultaten van alle tafels een voor een besproken, om te beginnen bij tafel vier. De aanwezigen komen rondom het spelbord op die tafel staan.
“Bent u er blij mee hoe Baarn er nu uit ziet?”, vraagt Przybyla aan raadslid Van Otten. “Mwah, het is eerlijk gezegd wel confronterend om Baarn zo te zien. We weten uit onderzoek dat er helemaal geen plaats is voor windmolens in Baarn, maar zonder windturbines redden we het blijkbaar niet. Dat onderzoek was een geruststelling voor de bewoners, maar tegelijkertijd is het natuurlijk een probleem. Want waar gaat onze energieproductie dan wel vandaan komen? Baarn kan dit niet alleen oplossen. We moeten samenwerken met Eemnes en Soest. Misschien ook wel met Amersfoort.”
Bij tafel twee komt de discussie op het gebruik van landbouwgrond voor het opwekken van zonne-energie. “Dat wordt al een probleem in de provincie Groningen”, weet spelleider Pierie. “Daar kopen investeerders massaal landbouwgrond op om er zonneweides neer te zetten. Ook steeds meer boeren zijn ervoor te porren om op hun land zonnepanelen te plaatsen. De financiële opbrengst is dan twee keer zo hoog als die van landbouwgrond en ze hoeven er niets voor te doen. Maar ondertussen transformeert het landschap wel. De noordelijke milieufederaties willen dat de provincies daar nu richtlijnen voor gaan opstellen. Utrecht moet daar ook rekening mee houden.”
Puzzelen
Buiten de kring ijsbeert Carel Schmidt op en neer. “Dan kan ik beter denken”, zegt hij. “Eerlijk gezegd vind ik veel oplossingen kruimelwerk. Ik denk dat de industrie met oplossingen moeten komen. Zij hebben het probleem veroorzaakt en zij zullen het ook oplossen.” Waarom is hij dan toch naar deze bijeenkomst gekomen? “Ik ben een geïnteresseerde burger. Daarnaast ben ik bestuurslid van een stichting die een groot sportpark in Baarn exploiteert.” En daar stuit hij op een vraagstuk waarbij samenwerking noodzakelijk is om een bijdrage te leveren aan de energietransitie – net als in het spel.
“De veldverlichting van het sportpark is goed voor tachtig procent van het elektriciteitsverbruik”, legt Schmidt uit. “Als we dat vervangen door led-verlichting kunnen we een flinke besparing realiseren.” Toch is dat makkelijker gezegd dan gedaan. “De stichting kan wel investeren in de aanleg van ledverlichting, maar het zijn de gebruikers van de velden – de verenigingen dus – die profiteren van die besparing. Dan is het logischer dat zij die investering doen, maar zij kunnen of willen dat weer niet.”
Op het sportpark kan volgens Schmidt niet alleen energie worden bespaard, maar ook duurzame energie worden opgewekt. “Op de sporthallen en kleedkamers kunnen we zonnepanelen plaatsen. Ik zou dat graag doen, want ik ben erop tegen om het hele dorp vol zonnepanelen te pleuren. Dat ziet er niet uit. Bovendien heeft Baarn een beschermd dorpsgezicht.” Schmidt hoopt dat de gemeente een rol kan spelen in de benodigde investeringen. “We moeten even puzzelen om ervoor te zorgen dat we dat op een eerlijke manier doen.”
Landelijk gebied
De omschakeling naar duurzame energie leidt vaak tot felle discussies, waarbij er slecht wordt geluisterd naar anderen en iedereen vasthoudt aan zijn eigen standpunt, weet spelleider Pierie. “Dit spel geeft focus aan die discussie”, vertelt hij. “Anders wordt het debat al snel te breed. En doordat mensen een rol spelen, liefst een rol die ze normaal gesproken niet hebben, worden andere belangen duidelijk en krijgen ze nieuwe inzichten. Het draagt bij aan meer bewustwording en aan een realistische dialoog.”
In een poging het groepsgesprek te stroomlijnen, vraagt Przybyla naar de grootste uitdagingen voor de energietransitie in Baarn. Het behoud van het landelijk gebied en het meekrijgen van bewoners, worden genoemd als voornaamste obstakels. “En duurzame energie-opwekking natuurlijk”, zegt Sander Koop. “Voor het spel zijn die windturbines wel leuk, maar die molens gaan er hier dus never nooit niet komen. Dat weet iedereen.” Behalve biomassa, zonne- en windenergie zijn er nog andere technologieën waarmee duurzame stroom kan worden gewonnen. Iemand oppert geothermie, een ander denkt dat er elektriciteit kan worden opgewekt in de rivier de Eem die door de gemeente stroomt. Beide technologieën zijn niet opgenomen in het spel. En, vraagt iemand tot slot: “Kunnen we niet juist nog veel meer energie besparen?”
Ook spelen?
Een spelsessie, het bordspel zelf bestellen of online spelen: kijk op we-energy.eu.
Geef een reactie