Voor onze smeuïge pindakaas en zachte zeep wordt in Liberia, Indonesië en Oeganda het regenwoud gekapt. Activisten uit deze landen waren in Nederland om banken aan te spreken op hun betrokkenheid en te vertellen over hun werk. James Otto: “Het enige dat ik zie, is verwoest regenwoud en geruïneerde families.”
Mede gefinancierd door drie Nederlandse banken kunnen palmoliebedrijven in met name Azië en Afrika ongestoord hun gang gaan met landroof, mensenrechtenschendingen en de kap van regenwoud. Milieudefensie schreef er het zwartboek Draw the line over. De presentatie daarvan was begin juli. Een aantal leden van Friends of the Earth International was toen in Nederland, om de Nederlandse banken aan te spreken op hun duistere investeringen. Wij spraken drie activisten uit Liberia, Oeganda en Indonesië over de wantoestanden in hun land, de bedreigingen die zij ontvangen en hun boodschap aan de Nederlandse banken. Eén van hen is James Otto, Friends of the Earth Liberia.
“Ik kan het niet vaak genoeg herhalen: wat houdt ontwikkeling in als je het land afpakt van de boeren? Als je de regenwouden waarvan de mensen voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn, vernietigt?” James Otto is coördinator van het bedrijven- en mensenrechtenprogramma bij het Sustainable Development Institute (SDI), de Friends of the Earth-groep in Liberia. “Ik zie het verband niet. Het enige dat ik zie, is verwoest regenwoud en geruïneerde families.”
Liberia is één van de armste landen ter wereld. De overheid steunt er vooral grote palmoliebedrijven. Liberia is een klein land, maar er zijn wel vier grote, internationale palmoliebedrijven actief. Meer dan 10 procent van het land is in handen van plantagebedrijven. Nog eens 17 procent is in handen van buitenlandse investeerders. “Wat blijft er dan nog over voor bos en voor het produceren van voedsel voor de eigen bevolking?”
Otto werkt al jaren aan het ondersteunen van de lokale bevolking, die zich verzet tegen grote bedrijven. Hij praat gepassioneerd over de wantoestanden. “De palmoliebedrijven pakken niet alleen land af, maar ook een menswaardig bestaan. Vervolgens worden de gemeenschappen die daartegen protesteren, bestempeld als opstandelingen. Als actievoerders die het opnemen voor die bevolkingsgroepen, worden wij afgeschilderd als terroristen die tegen de economische ontwikkeling van hun land zijn. Een vriend van mij werd opgepakt en vermoord in de gevangenis. Een andere vriend ontvangt dagelijks bedreigingen. En dan krijg ik ook nog regelmatig de vraag waarom ik me opwind als ik hierover praat. Kom maar naar mijn land, zeg ik dan. Kom maar kijken hoe het vernietigd wordt. Kijk naar de onmacht van de boeren.”
“Of ik boos ben? Als ik in het rijke Europa zou wonen en geld op een rekening zou hebben staan bij een bank die hierin investeert, dan zou ik pas echt boos zijn. Vanuit mijn positie probeer ik vooral onze bevolking te ondersteunen. Ze te leren dat ze voor zichzelf mogen opkomen, ze mee te geven hoe belangrijk de natuur is en ze kansen en mogelijkheden te geven die ik vroeger zelf niet had. Het gaat niet om mij. Het gaat om mijn land, mijn landgenoten, mijn familie.”
TIMBY en Silas
Het Sustainable Development Institute (SDI) houdt zich bezig met het versterken van kennis en rechten van lokale gemeenschappen en het beschermen van gemeenschappelijk land en bos. Daarnaast controleert zij de uitvoering van verschillende duurzaamheidsprogramma’s. SDI verleende ook hulp tijdens de uitbraak van ebola.
SDI-directeur Silas Siakor wist, met behulp van vrijwilligers die in de havens verscheepte ladingen bekeken, bewijsmateriaal te verzamelen dat president Charles Taylor illegaal gekapt hout gebruikte om zijn burgeroorlog te financieren. De VN Veiligheidsraad legde daardoor een ban op de export van Liberiaans hout. Siakor kreeg hiervoor in 2006 de Goldman Environmental Prize. Nu heeft hij een smartphone app laten ontwikkelen waarmee gemeenschappen zelf illegale houtkap kunnen rapporteren, genaamd TIMBY, This Is My Back Yard. In 2017 werd een documentaire over hem gemaakt: Silas.
[…] James Otto strijdt tegen palmolie in Liberia: “Het gaat om mijn land, mijn landgenoten, mijn f… […]