De Nederlandse overheid beweert Mozambique te helpen met armoede- en corruptiebestrijding. Maar het straatarme land is rijk aan gas, en dat blijkt belangrijker. De samenwerking tussen de Nederlandse ambassade en Shell reikt ver, tonen opgevraagde documenten.
“Ze vertellen ons niks”, zegt een inwoner van het dorp Quitunde, een plattelandsdorp in de noordelijke provincie Cabo Delgado in Mozambique. “Mensen kwamen, begonnen kokospalmen te markeren met verf en vertrokken.”
Quitunde is gelegen in een regio van kleinschalige boeren, kokospalmen en bescheiden woningen. De laatste jaren komen er echter steeds vaker medewerkers van gasgiganten als Shell en Anadarko langs. Vaak met haast en “niet eens tijd om te zitten”, vertelt een inwoner van het dorp ons.
De bedrijven willen hun industrie opbouwen in deze gasrijke regio en zijn wettelijk verplicht met de lokale dorpelingen te onderhandelen over hervestiging. Maar een gezonde dialoog ontbreekt, vertellen de lokale bewoners. En waarvoor dienen die markeringen op de bomen? “We weten dat het één van de gebieden is waar andere gemeenschappen hervestigd zullen worden, maar we weten niet of het daarover gaat.”
Het is tekenend voor de huidige situatie in Mozambique, waar in 2011 een enorm gasveld werd ontdekt. Het staat vast dat het land hierdoor grondig zal gaan veranderen. Maar in welke richting, of wie van deze verandering zal gaan profiteren, weet niemand.
Een vraag die eveneens leeft: wat zal de rol van donorlanden als Nederland in deze transformatie zijn? Alda Salomao, advocaat en actief voor landrechten vanuit de ngo Centro Terra Viva, heeft er een dubbel gevoel bij. “Nederland heeft de landbouwsector in dit land enorm geholpen”, aldus Salomao. Ze ziet echter ook hoe donorlanden als Nederland ‘hun’ gasbedrijven in Mozambique helpen, waarbij juist landrechten geschonden worden. “Bedrijfsbelangen hebben de overhand.”
Onafhankelijkheid
Mozambique lijdt vooralsnog aan alle kwalen van een ontwikkelingsland. Het land is straatarm en onderontwikkeld; de helft van de 29 miljoen inwoners leeft onder de armoedegrens en driekwart van de arbeidsbevolking leeft van landbouw. De overheid is voor circa een kwart van haar begroting afhankelijk van internationale donoren. Dat blijkt een voedingsbodem voor corruptie. Mozambique staat zorgelijk laag op de 180 landen tellende corruptieranglijst van Transparency International: op de 153e plaats (hoe lager, hoe corrupter). Het land kent daarnaast een geschiedenis van politiek geweld. De marxistische guerrillabeweging Frelimo verklaarde de onafhankelijkheid van kolonist Portugal in 1975, maar raakte vervolgens verwikkeld in een burgeroorlog met het anti-communistische Renamo. Deze oorlog eindigde officieel in 1992, toch laait dodelijk geweld tussen beide groeperingen nog geregeld op.
Maar het gas biedt hoop. Het enorme gasveld voor de kust van de noordelijke provincie Cabo Delgado – met 7000 miljard kubieke meter bijna driemaal de omvang van het Groninger gasveld – zou het land kunnen transformeren tot een heuse ‘opkomende economie’, vergelijkbaar met de metamorfose van oliestaat Qatar. Na de politieke onafhankelijk van Portugal in 1975 zou het gasveld de economische onafhankelijkheid kunnen leveren, is de hoop.
Wederzijds profijt
Door de bril van het internationale bedrijfsleven is het land, ondanks zijn politieke instabiliteit, armoede en corruptie, plots een land vol handelskansen geworden. De internationale gasindustrie heeft vijftig miljard dollar aan investeringen gepland om het gas op te pompen. Om de verhoudingen duidelijk te maken: Mozambique had in 2016 een bbp van slechts 12 miljard dollar.
Ook het Nederlandse bedrijfsleven doet mee. Shell (NL) heeft, net als andere gasgiganten als Anadarko (VS), ExxonMobil (VS) en Eni (Italië), al een vergunning binnen. Heineken voorspelt een grotere vraag naar bier in Mozambique en bouwt een brouwerij in het land.
Handig voor de BV Nederland is dat juist na de ontdekking van het gasveld de Nederlandse overheid koos voor een nieuw ontwikkelingsbeleid, waarin hulprelaties steeds meer in handelsrelaties veranderen. Steun aan het Nederlandse bedrijfsleven in opkomende markten past in deze koers. ‘Met als oogmerk wederzijds profijt,’ aldus minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans in 2013. ‘Nederlandse bedrijven komen hier niet voor de snelle winst,’ verzekerde minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen haar gehoor tijdens een handelsmissie in Mozambique in 2014.
Mooie woorden, maar of dat ‘wederzijds profijt’ ook voor het gros van de Mozambikanen geldt, valt te betwisten.
Via de Wet openbaarheid van bestuur verkregen overheidsdocumenten laten een minder rooskleurig beeld zien. De leesbare delen – een groot deel is zwart gemaakt, waarover nog een hoger beroep loopt, zie kader – tonen een overheid die de gaswinsten van Shell en de bieromzet van Heineken hoog op haar agenda heeft, daarbij intiem samenwerkt met Shell, maar de belangen van de Mozambikanen zelf meermaals uit het oog verliest.
Dat geldt allereerst voor de dorpelingen wier landrechten door bedrijven als Shell onder druk staan, maar ook voor Mozambique in het algemeen. Het land gaat nu al gebukt onder een schuldencrisis, veroorzaakt door een miljardenfraude die via Nederland verliep. Als het aan Den Haag ligt, komt daar nog een voor multinationals handige fiscale relatie met ‘doorsluisland’ Nederland bij.
De steun van Nederland aan Shell in Mozambique valt overigens moeilijk te rijmen met een van de klimaatdoelen van de regering: ‘de toegang tot duurzame energie in ontwikkelingslanden vergroten’. Gas is niet duurzaam en draagt juist bij aan klimaatverandering, waarvan ontwikkelingslanden ‘als 1 van de eersten de gevolgen’ merken, erkent de overheid.
Het wob-verzoek en de zwarte stift van BuZa en MinFin
Voor deze reeks over Mozambique loopt sinds juli vorig jaar een wob-verzoek bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, het ministerie van Financiën, de Nederlandsche Bank, het ministerie van Veiligheid en Justitie en het Openbaar Ministerie. Hoewel we duizenden documenten ontvingen, is veel cruciale informatie geweigerd. Vrijwel alle informatie over de activiteiten van het Nederlandse bedrijfsleven, het Nederlandse belastingverdrag met Mozambique en de Nederlandse betrokkenheid in de Mozambikaanse schuldencrisis is geweigerd.
Wat heeft bijvoorbeeld:
- Ambassadeur Pascalle Grotenhuis met Shell besproken over het bezoek van president Nyusi? (Zie het zwartgelakte document hier.)
- Shell als gesprekspunten aangeleverd voor het gesprek tussen Mark Rutte en president Nyusi? (Zie het document hier.) En waarom zijn delen van dit document geweigerd onder weigergrond 10.2.a? Deze weigergrond is namelijk alleen van toepassing op overheidsinformatie die bij openbaring de relatie met internationale organisaties of landen kan schaden. Informatie van derden valt hier nadrukkelijk niet onder.
- Rutte uiteindelijk ingebracht tijdens dit gesprek? (Zie het document hier.)
- DNB geantwoord op de vragen van MinFin en BUZA over hun onderzoek naar het Nederlandse trustkantoor TMF? (Zie het document hier.) En waarom geldt de geheimhoudingsplicht van DNB wel voor journalisten, maar niet voor ambtenaren?
- MinFin ertoe gebracht om alle aanvraagformulieren voor exportkredietverzekeringen te weigeren? Deze aanvraagformulieren moeten aannemers invullen zodat gecontroleerd kan worden of de projecten mogelijk negatieve milieu- en sociale effecten hebben. Het ministerie weigerde de ingevulde aanvraagformulieren openbaar te maken, waaronder bijvoorbeeld het antwoord op de vraag of er een mogelijkheid bestaat dat het project zal leiden tot kinderarbeid, omdat dit bedrijfsgevoelige informatie zou betreffen. (De lege en geweigerde aanvraagformulieren zijn hier te vinden.)
Deze en nog veel meer vragen waren voor het Platform Authentieke Journalistiek reden om het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Financiën voor de rechter te dagen. Want zoals we eerder stelden in ons bezwaarschrift: ‘Als bedrijven willen dat bedrijfsgegevens worden afgeschermd, dienen zij niet te leunen op het het publieke domein. Wanneer een bedrijf gebruik maakt van bijvoorbeeld de financiële garantstelling of de faciliterende rol van de overheid, horen burgers dit proces te kunnen controleren’.
Onze beroepsprocedure is echter een tijdrovende kwestie die nog vele maanden kan duren. Over de moeizame gang van zaken en hoe zwaar zoiets weegt op een klein journalistiek team, houden we een blog bij voor Down to Earth Magazine.
Shells GTL-fabriek
De dankbaarheid van Shell voor de hulp van de Nederlandse ambassade in het promoten van Shell in Mozambique, blijkt onder andere uit een brief aan ambassadeur Pascalle Grotenhuis, verstuurd op 4 december 2015.
‘Uw toewijding aan handel en investeringskansen in Mozambique is van onmeetbare waarde geweest voor onze activiteiten en de toekomst van ons project’
Schrijft Shell (vertaald uit het Engels). Grotenhuis stuurt het bericht vanaf haar iPhone naar haar team door.
‘Deze is voor het hele team! Dankjewel allemaal!’
De Nederlandse ambassade maakt dan al jaren reclame voor Shell bij de Mozambikaanse overheid. Cruciaal voor Shell, want het bedrijf doet in 2016 mee aan een openbare aanbesteding voor de bouw van een GTL-fabriek, waar gas wordt omgezet in vloeibare brandstof (gas to liquid): een megaproject van mogelijk vijf miljard dollar. Hier zal het gewonnen Mozambikaanse aardgas worden omgezet naar diesel en worden verkocht in zowel binnen- als buitenland. Shell krijgt in 2014 groen licht voor een haalbaarheidsstudie naar de fabriek en wint in 2017 definitief de publieke aanbesteding, waar veertien bedrijven aan deelnemen. Shell mag de bouw starten en ontwikkelt daar momenteel plannen voor.
Uit de ambassadedocumenten blijkt hoe belangrijk de inspanningen van de Nederlandse overheid en ambassade zijn geweest voor deze vergunning. Dat begint al direct na de gasontdekking in 2011. Als staatssecretaris van Economische Zaken Henk Bleker en de Mozambikaanse minister van Handel en Industrie Armando Inroga elkaar in oktober 2011 spreken, is deel van het ‘beoogd resultaat’:
‘Shell profileren als partij voor gas- en LNG-ontwikkeling in Mozambique’
Soms werken de Nederlandse ambassade en Shell direct samen.
‘Het zijn twee intensieve weken geweest waarbij Shell Mozambique, Shell Den Haag, de High Commissioner van het Verenigd Koninkrijk en mijn team hebben samengewerkt’
Zo schrijft ambassadeur Grotenhuis in een e-mail op 25 november 2015 (vertaald uit het Engels). Een maand na deze mail treedt overigens een ambassademedewerker, ‘adviseur politiek en handel’ Felizberto Mulhovo, in dienst bij Shell.
Ontwikkelingsprojecten
Nederland is zelfs bereid zijn ontwikkelingsrelatie met Mozambique in te zetten voor de belangen van Shell en het Nederlandse bedrijfsleven in het algemeen. Zo ontstaat in mei 2013 het plan lokale ontvangers van Nederlands ontwikkelingsgeld een goed woordje te laten doen voor de Nederlandse gassector bij de Mozambikaanse publieke gassector. Het gaat om twee waterbedrijven, het Nederlandse Vitens Evides International (VEI) en de lokale partner die zij al tien jaar ondersteunt, het Mozambikaanse waternutsbedrijf FIPAG. Beiden blijken bereid de reputatie van de Nederlandse watersector ‘te benutten bij de pitch die NL gaat maken richting de gassector,’ blijkt uit een mail van de ambassade.
Meer ontwikkelingsprojecten blijken als reclame te worden ingezet voor de BV Nederland. Zo geeft Nederland hulp in de vorm van zogenaamde ‘capaciteitsopbouwprojecten’: onderwijs- en trainingsprogramma’s over energiewinning aan Mozambikaanse ambtenaren in de publieke gassector.
‘Capaciteitsopbouwprojecten kunnen gebruikt worden om het NL bedrijfsleven strategisch te positioneren in Mozambique’
Zo meldt een ambassadedocument uit februari 2014.
Uiteindelijk werpen deze diplomatieke inspanningen vruchten af, meldt Shell zelf. Wanneer het bedrijf de bedankbrief aan de ambassade schrijft, is de eerste vergunning voor een haalbaarheidsstudie binnen.
‘Nogmaals bedankt voor jullie onuitputtelijke inspanningen om Nederlandse bedrijfsbelangen in Mozambique te behartigen’, eindigt Shell.
Financiële steun
Shell ontvangt in Mozambique behalve diplomatieke steun mogelijk ook direct of indirect financiële ondersteuning van de Nederlandse staat, met behulp van een door de Nederlandse staat geleverde ‘exportkredietverzekering’ (EKV).
Wat is een EKV?
Nederlandse bedrijven kunnen hun projecten in het buitenland verzekeren door middel van een exportkredietverzekering (EKV). Het bedrijf betaalt dan een premie aan de Nederlandse overheid. In het geval van schade staat de Nederlandse belastingbetaler garant. De uitvoering van dit beleid ligt bij Atradius Dutch State Business.
Mogelijk, want transparantie ontbreekt. Een wob-verzoek aan het ministerie van Financiën voor alle EKV-aanvragen die sinds 2010 zijn aangevraagd voor projecten in Mozambique wordt onvolledig beantwoord. Het ministerie weigert een cruciaal dossier – omvang: 5000 documenten – te leveren, te weten alle documenten van twee aanvragen van aannemers ten behoeve van ‘een Nederlandse oliemaatschappij’, omdat deze aanvragen nog lopen. Het is aannemelijk dat het om Shell of, waarschijnlijker, toeleveranciers van Shell gaat. Expert over exportkredietverzekeringen Wiert Wiertsema van Both ENDS weet te melden: “Vrijwel nooit neemt Shell een exportkredietverzekering van Shell, maar veel vaker gaat het om exportkredietverzekeringen voor toeleveranciers van Shell. Te denken valt aan Van Oord, Boskalis, Wittenveen & Bos en anderen.”
Financiën wil slechts kwijt dat het twee aanvragen betreft voor havenwerkzaamheden en werkzaamheden ‘offshore’ (op zee). Het ministerie verklaart het grote aantal documenten uit het feit dat deze aannemer niet alleen een aanvraag heeft gedaan voor een EKV, maar ook voor een zogeheten Project Financieringstransactie (PF-transactie). ‘Dit betreft vaak grootschalige en zeer complexe transacties met een lange risicohorizon, die de omvang van normale EKV-aanvragen dikwijls overstijgt.’ Shells fabriek gaat naar verwachting pas in 2026 van start en kent dus een ‘lange risicohorizon’.
Miljardenfraude via Nederland
Advocaat Alda Salomao begrijpt wel dat donorlanden in een ‘dilemma’ verkeren en moeten schipperen tussen ontwikkelingsdoelen en economische belangen. “Het is een balans die niet altijd eenvoudig is te bereiken”, aldus Salomao. Maar vooral de afgelopen jaren ziet ze hoe overheden hun nationale economische belangen voorop stellen. “Soms tegen elke prijs.” De schendingen van landrechten rond de oprukkende gasindustrie waartegen ze met haar ngo Centro Terra Viva strijdt, in het vorige artikel op Down to Earth beschreven, is daar een teken van.
Ook de miljardenfraude die Mozambique deels via een in Nederland gevestigd overheidsvissersbedrijf pleegde en de opmerkelijke vervolgstappen van Nederland daarin illustreren hoe Hollandse handelsbelangen botsen met ontwikkelingsdoelen.
Het corruptieschandaal kwam in 2016 aan het licht. Een in Nederland gevestigd Mozambikaans overheidsvisserbedrijf, Ematum bv, speelt daar een hoofdrol in. Het bedrijf werd in augustus 2013 aan de Amsterdamse Zuidas geregistreerd bij TMF, een van de grootste trustkantoren van Nederland. Het trustkantoor zelf, op dat moment bestuurd door Jan Reint de Vos van Steenwijk, is de bestuurder van Ematum bv, meldt het uittreksel van de Kamer van Koophandel.
Vanuit de Zuidas gaat Ematum bv, via het Zwitserse Credit Suisse en de Russische VTB Bank, in 2013 een lening van 850 miljoen dollar aan voor de aankoop van Franse boten voor de tonijnvisserij. De boten kostten echter slechts 100 miljoen dollar. De rest blijkt, na doorgesluisd te zijn naar het Mozambikaanse ministerie van Defensie, gebruikt om defensiemateriaal en patrouilleboten te kopen (zie kader). Het bedrijfsplan voor de aankoop van de boten blijkt voorts extreem onrealistische omzetverwachtingen te bevatten; van de verwachte tonijnomzet van 18 miljoen dollar in 2016 werd slechts 450.000 dollar gerealiseerd.
De zaak blijkt onderdeel van een miljardenfraude, georkestreerd door de Mozambikaanse overheid in samenwerking met de Britse vestigingen van Credit Suisse en de Russische VTB Bank. Het komt erop neer dat de Mozambikaanse overheid, naast de schimmige lening van Ematum van 850 miljoen dollar, via twee andere overheidsbedrijven voor nog eens 1,4 miljard dollar aan leningen aangaat en waarvoor zij zich als overheid garant stelt. Maar het Mozambikaanse parlement (en de internationale donorgemeenschap) wordt er niet over ingelicht, in strijd met de Mozambikaanse wet. Het gaat ‘overduidelijk’ om het verbergen van corruptie, reageert IMF-directeur Christine Lagarde verbolgen wanneer ze daar via The Wall Street Journal achter komt. Van de totale 2,25 miljard is ruim de helft niet te traceren, zo zal later blijken uit een onderzoeksrapport van auditor Kroll waar het IMF opdracht toe gaf. Mogelijk is een flink deel bij topambtenaren van Frelimo beland, schrijft journalist en Mozambique-expert Joseph Hanlon.
De Mozambikaanse overheid belandt door de zwendel in een schuldencrisis: de bedrijfsplannen blijken gebakken lucht te zijn en de Mozambikaanse munt stort in, waardoor de leningen in dollars in 2016 onbetaalbaar worden. Mozambique krijgt een eisenpakket opgelegd door het IMF – met daarin onder meer de eis van transparantie over de zaak en de erop volgende bezuinigingen – en de internationale donorgemeenschap schort een deel van de hulp aan de Mozambikaanse begroting op, totdat aan het eisenpakket is voldaan.
Ook minister Ploumen schort haar jaarlijkse hulp gedeeltelijk op – het budget van dertig miljoen euro wordt met circa tien miljoen verminderd – en eist ‘vertrouwenwekkende’ maatregelen ‘om ervoor te zorgen dat dit in de toekomst niet meer voorkomt’, aldus Ploumen. ‘Er kan geen sprake zijn van “business as usual’’,’ schrijft ze in haar Kamerbrief.
Zelfreflectie
Het zijn felle woorden voor de bühne, waarin zelfreflectie ontbreekt, vindt journalist Joseph Hanlon, die al veertig jaar over Mozambique schrijft. ‘Waar is de erkenning van de Nederlandse overheid dat de verantwoordelijkheid ook bij ons ligt, de Credit Suisse bank en de Europese regulerende instanties, etcetera? Niemand zegt dat!’, klaagt Hanlon. De frauduleuze financiële constructie wordt immers door Credit Suisse opgezet en aangemoedigd, benadrukt Hanlon in een recent opiniestuk voor Bretton Woods Project, verwijzend naar Krolls officiële studie naar de fraude. En het frauderende Mozambikaanse overheidsvissersbedrijf Ematum bv is bij een Nederlands trustkantoor (TMF) gevestigd. TMF had kunnen weten dat ‘het absoluut onmogelijk was dat de tonijnvisserij de lening zou terugbetalen,’ aldus Hanlon.
‘Als er criminelen zijn, dan zitten ze daar,’ in Mozambique. Zo reageert de woordvoerder van trustkantoor TMF op vragen over hun rol in de fraude. Hij vergelijkt het trustkantoor met een pinautomaat om TMF’s onschuld uit te leggen. ‘Iemand gaat naar de geldautomaat, koopt een wapen en schiet daar iemand mee dood. Is TMF dan schuldig?’
Ook de overheid reageert lauwtjes op de vraag waar de schuld ligt. Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem antwoordde op Kamervragen over de kwestie dat een oordeel over de rol van TMF niet aan hem maar aan De Nederlandsche Bank (DNB) is. Wel wordt het ‘wettelijk kader voor trustkantoren’ momenteel herzien omdat inderdaad blijkt ‘dat trustkantoren onvoldoende invulling geven aan hun taak als poortwachter,’ gaf Dijsselbloem toe.
DNB laat ons schriftelijk weten dat zij over het lopende onderzoek naar TMF geen informatie vrijgeeft. En die nieuwe trustwetgeving blijkt een ‘wassen neus’ en gemakkelijk te omzeilen, volgens recent onderzoek van Investico voor Trouw en De Groene Amsterdammer.
Nederland was al langer doende het verdrag te promoten. Al in april 2015 nodigde staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes de Mozambikaanse overheid schriftelijk uit om onderhandelingen over het belastingverdrag te starten. Wanneer er een jaar lang geen reactie volgt, voert Nederland de druk op. De ondertussen ontdekte miljardenfraude blijkt geen reden te zijn om terughoudendheid te betrachten.
Want op 29 juni 2016, slechts twee maanden nadat de fraude aan het licht kwam en twee dagen nadat minister Dijsselbloem Kamervragen over de betrokkenheid van TMF beantwoordde, blaast MinFin de lobby voor het belastingverdrag nieuw leven in. Het ministerie schrijft die dag in een e-mail aan ambassadeur Grotenhuis dat ze ‘tot de dag van vandaag, geen antwoord hebben ontvangen op die brief’ die vorig jaar aan Mozambique verstuurd werd (vertaald uit het Engels). Weet Grotenhuis of Mozambique de onderhandelingen nog wel wil starten en zo ja, waar en wanneer?
Uit andere e-mails blijkt dat in dezelfde maand, juni 2016, het staatsbezoek van president Filipe Nyusi aan Nederland dat in mei 2017 zal plaatshebben wordt voorbereid. Het bezoek zelf is omstreden, zo kort na de miljardenfraude, terwijl internationaal onderzoek naar de zaak nog loopt. ‘Nederland is nu de eerste westerse donor die de banden met de Mozambikaanse regering weer aanhaalt,’ schrijft NRC. Bovendien was Nyusi minister van Defensie toen de leningen werden afgesloten, en juist naar zijn ministerie werd een deel van de omstreden miljardenlening doorgesluisd. ‘Mijn belangrijkste vraag is: waarom nu?’, vraagt onderzoeksjournalist en activist Erik Charas zich af tegenover NRC.
Het belastingverdrag is in ieder geval een van de motieven.
‘Zoals je waarschijnlijk weet, neemt het belang van een belastingverdrag met Mozambique voor het Nederlands bedrijfsleven de laatste sterk toe [sic]’
Aldus een mail van MinFin aan ambassadeur Grotenhuis op 16 februari 2017, enkele maanden voor het bezoek. Grotenhuis laat elf dagen later per mail weten dat zowel Shell als de ambassade hun lobbykrachten inzetten voor het belastingverdrag:
‘Shell heeft ook een afspraak met [zwartgelakt]. Dus de druk komt van verschillende kanten.’
De e-mails tussen MinFin en Grotenhuis laten zien dat Nederland het verdrag liefst al tijdens het staatsbezoek wil ondertekenen. In de maand voor het staatsbezoek ontvangt Grotenhuis per mail nog de belastinghervormingen die Heineken wenst in Mozambique (de afzender is wederom zwartgelakt).
‘Gewoon om ervoor te zorgen dat we op een lijn zitten over wat we vragen aan of onderhandelen met de overheid’
Zo meldt de mail aan Grotenhuis (vertaald uit het Engels).
Opvallend is dat de ambassadeur zelf aarzelt of haar samenwerking met Shell en Heineken wel door de beugel kan.
‘Zowel Shell als Heineken nodigen mij uit om bij hun bilaterale events met de president aanwezig te zijn’, schrijft Grotenhuis in een mail aan BuZa op 8 mei 2017. ‘Ik wil graag met jullie afstemmen of jullie hier risico’s in zien? Voor mij is het een logisch onderdeel van onze samenwerking maar ik hoor graag jullie visie.’
Ook in Nederland wordt er met Shell en Heineken samengewerkt rond het staatsbezoek. Voor Shell wordt op de eerste dag van het bezoek een anderhalf uur lang diner met president Nyusi ingepland. Heineken krijgt een gesprek van een half uur op de derde dag.
Maar Mozambique zelf is nog niet overtuigd.
‘Het wordt een LOI [letter of intent], nog niet het verdrag zelf’,
schrijft Grotenhuis op 8 mei 2017 aan MinFin. De intentie tot het sluiten van een belastingverdrag is in ieder geval binnen, dankzij de gezamenlijke lobby van Shell en de Nederlandse overheid.
Belastingontwijking
De kosten en risico’s voor Mozambique van een bilateraal belastingverdrag met Nederland zijn niet gering. Niet alleen Nederlandse maar ook niet-Nederlandse multinationals in Mozambique zouden het belastingverdrag voor belastingontwijking kunnen misbruiken, zoals in Mongolië gebeurde. In Mozambique zijn bijvoorbeeld Amerikaanse, Italiaanse en Thaise gasgiganten actief, bedrijven die al jaren in Nederland zusterondernemingen geregistreerd hebben staan (zie tabel). Zal Nederland dit soort misbruik tegengaan? “Daar kun je twijfels bij hebben, en dan druk ik me voorzichtig uit”, zegt belastingexpert Jan Vleggeert ons in zijn kamer in de Universiteit Leiden. “Tot nu toe heeft Nederland zich daar nog nooit tegen verzet.”
Nederland zelf onderkent overigens het risico van belastingontwijking, althans impliciet, in een ambassadedocument uit 2016 over de miljardenfraude en de rol van Ematum bv daarin;
‘Nederland heeft geen belastingverdrag met Mozambique. Belastingontwijking lijkt dus niet de reden te zijn geweest om Ematum in Nederland te vestigen.’
Er zou aan toegevoegd kunnen zijn: ‘We gaan echter hard aan de slag om dit belastingverdrag af te sluiten’.
Perfecte storm
Er is nog een reden waarom een belastingverdrag met Mozambique, juist nu, problematisch is voor het land. Het land bevindt zich in een crisis, en niet alleen door de miljardenfraude. ‘Een perfecte storm’ noemt de ambassade het in mei 2016 in een memo aan BuZa. De miljardenfraude, de schuldencrisis als gevolg daarvan, het opschorten van internationale hulp plus de extreme droogte en hongersnood als gevolg van El Niño, vallen samen in dat jaar. Ook de politiek is in crisis, met aanhoudende ‘schermutselingen tussen gewapende groepen van Renamo en het overheidsleger’, zo meldt de memo.
De Mozambikaanse overheid heeft, juist nu ze gebukt gaat onder deze ‘perfecte storm’, belastinginkomsten nodig voor noodhulp, aflossing en ontwikkeling. Maar belastingverdragen zijn er juist op gericht legale belastingtarieven voor bedrijven te verlagen en blijken belastinginkomsten van ontwikkelingslanden naar rijkere landen te verschuiven, zo toont een studie uit 2016 aan. ‘Wat je je zou kunnen afvragen is: what’s in it for Mozambique?’, aldus belastingexpert Jan Vleggeert. Dat een belastingverdrag investeringen in Mozambique aantrekt, betwist hij. “Kijk, dat gas dat zit daar. Dat willen die bedrijven sowieso. Het enige waar dit verdrag voor zorgt, is dat Mozambique minder belasting kan heffen over winst die daar gemaakt wordt.”
Dat zou de terughoudendheid van Mozambique kunnen verklaren.
Dubbele pet
Nederland draagt in Mozambique een dubbele pet. Als donorland biedt het naar eigen zeggen een helpende hand in armoede- en corruptiebestrijding. Als pragmatisch marktkoopman bundelt het zijn krachten met Shell, terwijl rond het gebied van de toekomstige fabriek van de oliemaatschappij landrechten worden geschonden. En terwijl het onderzoek naar de miljardenfraude die de Mozambikaanse regering via onder meer Nederland pleegde nog loopt, verleidt Nederland Mozambique tot een verdrag dat vooral voor multinationals en lokale oligarchen van belang is. Voor Nederland als marktkoopman lijkt de gaswinst van Shell en de bieromzet van Heineken voorop te staan.
De Nederlandse overheid kiest er blijkbaar voor om de gordijnen gesloten te houden rond haar relaties met Shell en andere bedrijven in Mozambique. Daarmee wekt ze de suggestie dat er iets te verbergen valt. Krijgt Shell bijvoorbeeld financiële steun via een publieke ‘exportkredietverzekering’, en wie ontvangen die nog meer? Wat heeft Shell als onderwerpen ingebracht voor het gesprek tussen Mark Rutte en president Nyusi? Wat antwoordde DNB op de vragen van MinFin en BuZa over hun onderzoek naar de rol van het Nederlandse trustkantoor TMF in de miljardenfraude? Het zijn belangrijke vragen die onbeantwoord blijven, omdat veel documenten en e-mails zijn zwartgelakt, of waarvan de gevraagde overhandiging in het kader van de Wet openbaarheid bestuur zelfs volledig zijn geweigerd.
Ook Mozambikaanse burgers zijn de geheimzinnigheid zat. “Ze komen hier, markeren dingen en geven geen informatie”, zegt een inwoner uit Quitunde, de gasregio, over hun ervaring met Shell en andere gasgiganten. “We zijn genegeerd en respectloos behandeld.” De burgers in Mozambique willen transparantie en inspraak. “Geef ons de tijd om samen te zitten en de kwestie met iedereen te bespreken.”
Dit artikel werd geschreven door Bas van Beek, Alexander Beunder, Jilles Mast en Marianna Takou van het Platform Authentieke Journalistiek in opdracht van Down to Earth Magazine in samenwerking met Follow the Money. Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van Both ENDS en het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten: de auteurs zijn verantwoordelijk voor de inhoud.
Duik zelf in de documenten
Zoals gebruikelijk willen we de lezers van Down to Earth nu al de mogelijkheid geven om in de vrijgegeven documenten te duiken. Daarom hebben we alle documenten verzameld en geordend met behulp van de online analysetool Documentcloud. Die biedt volledige ocr-ondersteuning, waardoor de tekst uit de verstrekte wob-documenten doorzoekbaar is en gekopieerd kan worden. Daarnaast biedt Documentcloud lezers de mogelijkheid om documenten van annotaties, labels en markeringen te voorzien voor eigen onderzoek.
Klik hier voor de documenten van het bestuursorgaan waarin je geïnteresseerd bent:
- Het ministerie van Buitenlandse Zaken
- Het ministerie van Financiën
- Het ministerie van Veiligheid en Justitie
- Het OM
- De Nederlandsche Bank heeft ons verzoek niet in behandeling genomen, omdat zij geen documenten willen delen over de afhandeling van hun onderzoek naar trustkantoor TMF.
We hebben de documenten van het ministerie van Buitenlandse Zaken gesorteerd op datum door de titel aan te passen. Het oudste document begint met 2011_001. Je kunt de documenten in Documentcloud op datum sorteren door in het menu op sort te klikken en vervolgens sort by name te kiezen.
Alle documenten zijn doorzoekbaar. Je kunt aan de hand van sleutelwoorden snel een overzicht krijgen van alle documenten over een onderwerp. Als je de documenten eerst voorsorteert op datum, kan je snel en eenvoudig tijdlijnen creëren van onderwerpen waarin je geïnteresseerd bent.
Je kunt documenten ook downloaden. Je selecteert het document met je muis en gaat vervolgens naar publish en kiest daarna download original pdf.
Reacties van BuZa en Shell op dit artikelWe vroegen zowel het Ministerie van Buitenlandse Zaken als Shell om op de inhoud van dit artikel en enkele concrete vragen te reageren. We plaatsen hun reacties hieronder integraal: Reactie van Shell‘De regering van Mozambique heeft een openbaar aanbestedingstraject georganiseerd voor haar binnenlandse gasprojecten. Deze aanbesteding was competitief en transparant. In totaal werden veertien offertes ingediend. In januari 2017 koos de regering voor drie projecten, waaronder het Afungi GTL- en elektriciteitsproject van Shell. GTL (gas-to-liquids) is een technologie waarbij aardgas wordt omgezet in hoogwaardige vloeibare producten zoals brandstoffen. In juni 2017 ondertekende Shell een overeenkomst met de regering van Mozambique om de uitslag van de aanbesteding te bevestigen. Hoewel het project zich nog in een zeer vroeg stadium bevindt en Shell nog geen definitieve investeringsbeslissing heeft genomen, kan ‘Afungi GTL en Power’ een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkelingsprioriteiten van de regering. Mozambique wil namelijk niet alleen profiteren van de export van vloeibaar aardgas (LNG), maar het gebruik van gas ook diversificeren om brandstoffen, meststoffen en elektriciteit in Mozambique te produceren voor binnenlands en internationaal gebruik. Shells voorgenomen project kan hier een belangrijke rol in spelen. Gemeenschappen Zoals gezegd bevindt het project zich nog in een zeer vroeg stadium. Shell heeft nog geen locatie voor het project gekozen en heeft daarom ook geen overeenkomsten voor hervestiging gesloten. Ook er werken nog geen mensen voor Shell in het noorden van Mozambique en hebben we er geen bezittingen. Wel heeft Shell in 2017 onderhandeld over tijdelijke toegang tot land van bepaalde gemeenschappen, om bodemonderzoek te kunnen uitvoeren. Dit is gedaan om informatie te verzamelen voor een mogelijke toekomstige locatie van het project. De landeigenaren zijn hiervoor gecompenseerd. Dit is de enige activiteit van Shell die in dit gebied heeft plaatsgevonden. In het algemeen begrijpt Shell dat hervestiging kan leiden tot angst of bezorgdheid voor de betrokken gemeenschappen. Daarom proberen we hervestiging altijd te voorkomen. Indien hervestiging toch onvermijdelijk is, werken we samen met gemeenschappen om hen te helpen verhuizen, en hun levensstandaard en levensonderhoud te handhaven. Wanneer we met lokale gemeenschappen werken, passen we internationale normen en standaarden toe, inclusief de ‘International Finance Corporation Environmental and Social standards’, en onze eigen normen en standaarden. Belangen van het Nederlandse bedrijfsleven in Mozambique De Nederlandse ambassade in Mozambique behartigt de belangen van de Nederlandse overheid en Nederlandse bedrijven in Mozambique. Shell waardeert de rol die de Nederlandse ambassade speelt bij het bevorderen van handel in Mozambique, en hoe de ambassade de relatie tussen Mozambique en Nederland versterkt. Alle projecten van Shell moeten concurrerend en bestendig zijn voordat we erin investeren. Dit is afhankelijk van een groot aantal factoren, waaronder belastingen. Over het algemeen ondersteunt Shell verdragen die het risico verminderen van bijvoorbeeld dubbele belasting op hetzelfde kapitaal in twee landen. Voor meer informatie over het belastingverdrag verwijzen we naar de Nederlandse en Mozambikaanse regering. Daarnaast heeft Shell heeft geen exportkredietgaranties of verzekeringen van de Nederlandse overheid aangevraagd met betrekking tot haar zakelijke activiteiten in Mozambique. Reactie van BuZaNederland streeft in het buitenlands beleid altijd naar een goede balans tussen hulp en handel. Dat doen we ook in Mozambique. Daar ondersteunt Nederland duurzame en inclusieve groei op drie terreinen.
Al die drie terreinen versterken elkaar en voeren we zoveel mogelijk geïntegreerd uit. De Nederlandse ambassade in Mozambique heeft aan deze gebalanceerde benadering van hulp en handel goed vorm gegeven. De Nederlandse overheid probeert de afgelopen jaren met Mozambique een bilateraal belastingverdrag te sluiten. Wat is hier de belangrijkste motivatie achter? Nederland heeft een uitgebreid verdragennetwerk en onderhandelt voortdurend met andere landen over (nieuwe) belastingverdragen. Het ministerie van Financiën publiceert regelmatig een nieuwsbericht met aankondigingen van voorgenomen onderhandelingen over belastingverdragen. In de kwartaaloverzichten van het ministerie van Buitenlandse Zaken worden de landen genoemd waarmee op dit moment onderhandelingen lopen. Nederland wil een bijdrage leveren aan een betere belastingheffing in ontwikkelingslanden, juist omdat dit een cruciaal element is in duurzame groei en het bevorderen van zelfredzaamheid. Het sluiten van een belastingverdrag past hierbij. Met het sluiten van een belastingverdrag wordt beoogd: (1) te voorkomen dat enerzijds bedrijven of burgers dubbel belasting betalen en anderzijds dat er geen belasting wordt betaald, (2) een zo groot mogelijke rechtszekerheid voor belastingplichtigen te bewerkstelligen, (3) de administratieve lasten te verminderen en (4) een basis te bieden voor de wederzijdse bijstand tussen belastingadministraties. Een belastingverdrag zorgt daarmee voor verbetering van de economische relatie tussen de betrokken landen en versterkt de administratieve samenwerking. Belastingverdragen bieden samen met investeringsbeschermingsovereenkomsten immers rechtszekerheid die ondernemers en burgers zoeken wanneer zij investeringen in ontwikkelingslanden overwegen. Is het niet nadelig voor Mozambique ’s ontwikkeling om te lobbyen voor een belastingverdrag, en in feite lagere belastingen voor Shell en Heineken, terwijl het land in een schuldencrisis verkeert en belastinginkomsten juist goed kan gebruiken? Belastingverdragen worden tussen landen gesloten om daar beide beter van te worden. Zoals in het eerste antwoord al aangegeven kan een belastingverdrag juist helpen om investeringen in ontwikkelingslanden tot stand tot brengen. Daarom is het onjuist om een verlies aan belastinginkomsten aan te nemen louter op basis van een mogelijke verlaging van het tarief voor bronheffingen op basis van bestaande geldstromen. Verlaging van bronheffing leidt vaak tot voorkoming van dubbele belasting en kan daarmee bijdragen aan verhoging van de investeringen en daarmee aan werkgelegenheid, winst, en uiteindelijk dus ook aan hogere inkomsten uit winstbelasting en bronheffingen in een land. Daarnaast houdt Nederland rekening met de bijzondere positie van ontwikkelingslanden, zoals ook uiteen gezet in de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011. Daarin staat bijvoorbeeld dat Nederland in onderhandelingen met ontwikkelingslanden eerder bereid is om een bredere definitie van het begrip ‘vaste inrichting’ of relatief hogere bronbelastingen op te nemen. De fraudezaak rond Ematum bv. en de rol van het Nederlandse trustkantoor TMF loopt nog. Is het niet beter om hier het resultaat van af te wachten voordat er een verdere uitbreiding van fiscale relaties wordt aangegaan, in de vorm van het belastingverdrag? Belastingverdragen bieden een basis voor de wederzijdse bijstand tussen belastingadministraties. Zoals in de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 wordt genoemd, streeft Nederland ernaar dat een bepaling voor de uitwisseling van informatie en een bepaling voor de bijstand bij invordering wordt opgenomen in verdragen. Hiermee worden verdragspartners beter in staat gesteld om met de verkregen informatie antimisbruikbepalingen toe te passen en belastingontduiking en –ontwijking tegen te gaan. Kan de Nederlandse overheid garanderen dat een bilateraal belastingverdrag tussen Nederland en Mozambique niet misbruikt zal worden voor belastingontduiking, door Nederlandse of niet-Nederlandse bedrijven die zakelijk actief zijn in Mozambique? Zo ja, hoe en via welke instrumenten? Bij de onderhandelingen van belastingverdragen wordt veel aandacht besteed aan het onderwerp belastingontwijking. Belastingontwijking is immers een serieus probleem voor ontwikkelingslanden, aangezien deze de zwakke overheidsfinanciën van die landen relatief hard raakt. Daarom heeft Nederland in 2014 aan 23 ontwikkelingslanden voorgesteld om antimisbruikbepalingen op te nemen in de bilaterale belastingverdragen. Daarnaast neemt Nederland deel aan het Multilaterale Instrument om de in het BEPS (Base Erosion and Profit Shifting)-project ontwikkelde antimisbruikbepalingen in de huidige verdragen op te nemen. Voorts behoren deze antimisbruikbepalingen ook tot het Nederlandse verdragsbeleid voor nieuw af te sluiten verdragen. Hiermee wordt aan verdragspartners, waaronder ontwikkelingslanden, een effectief instrumentarium aangeboden tegen belastingontwijking en kan worden voorkomen dat het uitgebreide netwerk van Nederlandse belastingverdragen op oneigenlijke wijze wordt gebruikt. Ook bij de onderhandelingen met Mozambique is daar uiteraard aandacht voor. Voorts wordt opgemerkt dat Nederland zich evenals andere donoren inzet voor technische samenwerking met ontwikkelingslanden op belastinggebied. Nederland werkt rechtstreeks of via multilaterale instellingen aan capaciteitsopbouw van belastingdiensten en ministeries van Financiën in de ontwikkelingslanden, waaronder advisering aan ontwikkelingslanden om hun kennis van belastingverdragen en de antimisbruikbepalingen te verbeteren. Kan Nederland garanderen dat er geen landrechten worden geschonden in gebieden als direct of indirect gevolg van Shell’s zakelijke activiteiten in het land? Zo ja, hoe? Nederland kan niet garanderen dat in het buitenland geen landrechten worden geschonden door bedrijven. Het Nederlandse kabinet verwacht evenwel dat Nederlandse bedrijven zich houden aan de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en spreekt bedrijven hier actief op aan. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking gaat jaarlijks actief de dialoog aan over het thema landrechten met multinationals, ngo’s en andere stakeholders. Zo was er tijdens deze zogenaamde LANDdialoog in 2016 aandacht voor de situatie in, met name het noorden van, Mozambique. Nederland ondersteunt ook al jaren het verbeteren van landregistratie in Mozambique, waarbij het Nederlandse Kadaster een belangrijke adviserende rol speelt. Dit gebeurt zowel op nationaal niveau als op provinciaal en stedelijk niveau. Zou Nederland bereid zijn de samenwerking met / diplomatieke steun aan Shell te stoppen indien er landrechten geschonden worden als direct of indirect gevolg van Shell’s zakelijke activiteiten in het land? We hebben geen aanwijzingen dat Shell landrechten schendt in Mozambique. |
Recente reacties