The Dark Mountain Project is een culturele beweging voor een tijdperk van wereldwijde disruptie, opgericht door twee gedesillusioneerde milieuactivisten. Apocalyptici werden ze genoemd. Maar: “Niemand zegt nu nog dat we klimaatverandering kunnen terugdraaien.”
Vijf jaar geleden verscheen er een controversieel stuk in de Britse krant The Guardian, getiteld: Why I stopped believing in environmentalism and started The Dark Mountain Project (Waarom ik ophield te geloven in milieuactivisme en het Dark Mountain Project begon). Het stuk is een persoonlijk verhaal van Paul Kingsnorth, campaigner, journalist en redacteur van The Ecologist. Vijftien jaar had hij in de milieubeweging gewerkt, en langzaamaan was hij gedesillusioneerd geraakt. “Ik deed alle dingen die milieuactivisten doen”, schreef hij. “Maar op een gegeven moment hield ik op erin te geloven.” De campagnes waaraan hij werkte, waren behalve op heel lokaal niveau, geen succes. Bovendien vond hij milieuactivisten niet eerlijk tegen zichzelf: we gaan klimaatverandering en de uitstervingsgolf niet kunnen stoppen, maar ondertussen doen we alsof met campagnevoeren het onmogelijke ineens mogelijk wordt. “Ik geloofde er niks van”, schreef hij. “En ik bleek niet de enige.”
Via internet ontmoette hij Dougald Hine, sociaal ondernemer en schrijver. Tijdens een avond in de kroeg bleken de ex-journalisten iets belangrijks te delen: allebei vonden ze dat de milieubeweging, en eigenlijk de hele cultuur, essentiële vragen laat liggen. Ons probleem, constateerden ze, is niet technologisch, wetenschappelijk of politiek, maar cultureel. Onze gehele cultuur doet alsof deze zich ontvouwende catastrofe niet bestaat. Als schrijvers vroegen zij zich af: waar zijn de verhalen over het verlies van de wereld die we nu kennen? Ze worstelden met vragen als: hoe ga ik er als mens mee om dat onze wereld onherstelbaar verandert? Het komt niet goed. Wat nu?
Daarop bleken geen antwoorden te zijn. The Dark Mountain Project was hun antwoord. Begonnen als een schrijversgroepje, werd het snel meer: ‘een netwerk van kunstenaars en schrijvers (‘Mountaineers’) die opgehouden zijn te geloven in de verhalen die de cultuur zichzelf vertelt’. Een ‘culturele beweging voor een tijdperk van wereldwijde disruptie’. In de praktijk: het Uncivilisation festival. Workshops. Schrijfretraites. Een online netwerk. En vooral: de publicatie van bundels met essays, literatuur, poëzie, fotografie en beeldende kunst.
Gevaarlijke verhalen
Verhalenbundels, gaan díe ons nou redden? “Het klinkt misschien triviaal”, zegt Kingsnorth in een YouTubevideo. “’Wat ga je doen dan, een gedicht schrijven tegen klimaatverandering, terwijl je campagne zou moeten voeren?’ Maar daarover gaat het niet. Het gaat erover dat, zolang je niet snapt waarom je kijkt zoals je kijkt, en welke verhalen daaraan ten grondslag liggen, je gewoon meer van hetzelfde krijgt.”
Ze noemen er zomaar een paar: de mythe van groei en vooruitgang. De centrale positie van de mens. De natuur als omgeving om ons in te bevinden, om te redden, of om toiletpapier van te maken. En, het gevaarlijkste verhaal van allemaal: dat we wel over verhalen heen gegroeid zijn, want nu baseren we ons op feiten. “We willen die verhalen naar buiten lokken, in twijfel trekken en veranderen. Cultuur zien wij niet als een middel om een boodschap over te brengen, de wereld is een narratieve uitdaging voor ons.”
Crazy collapsitarians
“Toen we net begonnen was onze boodschap heel radicaal, maar tegenwoordig klinkt die ineens mainstream.” Ik spreek Dougald Hine met zijn partner op Amsterdam Centraal, op weg van Zweden, waar ze nu wonen, naar Groot-Brittannië. “Niemand zegt nu nog dat we klimaatverandering volledig kunnen terugdraaien.” Dat was vijf jaar geleden wel anders. “Ik heb best begrip voor het onbegrip”, zegt hij als ik hem vraag naar de slechte pers die Dark Mountain aanvankelijk kreeg. ‘Apocalyptici’, werden ze genoemd, ‘doomers’, ‘crazy collapsitarians’. “Als het je raakt, snap je precies wat we bedoelen”, zegt Hine, “maar dat geldt niet voor elke journalist. Een journalist moet versimpelen, maar dat is hierbij heel moeilijk. Zelfs onze naam is ambigu.” Die verwijst naar het gedicht Rearmament van Robinson Jeffers, over iets groots, dreigends, onvermijdelijks. Tegelijk is een berg een plek voor pelgrimages, contemplatie, spirituele groei.
“We halen geen plezier uit controversieel zijn per se”, zegt Kingsnorth per mail. Maar hun kritiek ging gegarandeerd veel mensen irriteren. Publicist en auteur George Monbiot, bijvoorbeeld, vond hun stijl smakeloos en contraproductief. Hij kwam naar het festival voor een debat. Hine hield daar een nare bijsmaak aan over. Hij zag hoe ontoereikend het is dat zo’n woordenstrijd de enige vorm is voor een publiek gesprek. Hoe het bovendien iedereen uitsluit zonder het daarvoor vereiste macho-karakter. Nog zo’n onzichtbaar cultureel ‘verhaal’.
Taboe op wanhoop
Hun initiatief had onverwachte effecten. Het belang van rouwen, bijvoorbeeld, bleef keer op keer terugkomen. We leven in een tijdperk van groot verlies en het bleek heel belangrijk om met dat verdriet te gaan zitten en er niet overheen te stappen ‘omdat je wat moet dóen’. “Dan wordt ‘iets doen’ een manier om niet aan de vreselijkheid te hoeven denken”, zegt Dougald. “Vervolgens voel je weerstand om kritisch te kijken of wát je doet wel zin heeft.”
Tekenend is de reactie die Hine parafraseert van collega’s in de milieubeweging: ‘Oké, we snappen het, je hebt een burn-out, maar doe dat even dáár en kom terug als je beter bent.’ “Wat is er met onze beweging dat het er normaal is dat we mensen als brandstof gebruiken? Dat we burn-out als een natuurlijk onderdeel van de cyclus van een activistenbestaan beschouwen?”
‘Zeg die deprimerende dingen nou niet’, hoorden de twee ook vaak. ‘Je moet mensen niet hopeloos maken.’ Wat bleek, het taboe daarop maakte mensen nog veel wanhopiger. Zo werden de festivals een veilige plek om wanhoop en rouw samen te beleven, en dat geen dood eind te laten zijn, maar een vruchtbare bodem.
Groei
Dougald geeft me een exemplaar van Uncivilisation: The Dark Mountain Manifesto, het boekje waarmee het begon en dat nu, ondanks dat het online staat, opnieuw in druk is. Dark Mountain is alles behalve op z’n retour. “We hebben duidelijk een zenuw geraakt.” Het jaarlijkse festival is gestopt. Alles tegelijk willen doen bleek nogal veel. “Sindsdien zijn er eigenlijk meer activiteiten dan daarvoor.”
Paul Kingsnorth beaamt dat per e-mail, en sluit niet uit dat een jaarlijks evenement terugkeert. Maar hij legt gelijk de vinger op de zere plek in deze denkwijze. “We zijn niet geïnteresseerd in groei en of we ‘over onze piek’ zijn of dat soort dingen. Die zaken zijn omgeven door de culturele verhalen die we proberen in twijfel te trekken. (…) We zijn hier om dingen te doen die we nuttig vinden, en zo lang mensen ze waarderen en eraan deelnemen, verwacht ik dat we ze blijven doen.”
“Dark Mountain gaat niet over zin hebben in de apocalyps, maar over hoop voorbij hoop, over hoe te leven met radicale onzekerheid”, zegt Dougald. “Dat is misschien geen blij verhaal, maar het is wel eerlijk.” Want niets van dit alles komt neer op opgeven. “Het enige dat je opgeeft”, zegt Paul, “is liegen tegen jezelf.”
Vind meer op dark-mountain.net.
Geef een reactie