Inburgeren is niet makkelijk.
Ze komen uit Syrië, Angola, Marokko, en lopen wat onwennig door het bos. De boswachter wijst op een vogel in de verte. Hij zegt er iets bij, maar dat heeft weinig zin. De man is moeilijk te verstaan – buiten, in een groep – voor wie de taal niet machtig is. Dus slenteren ze verder.
Het is warm. Na weken van regen schijnt de zon; ze hadden het slechter kunnen treffen. De bomen geven schaduw en verkoeling. Gaandeweg vormen zich kleine groepjes. Voorop: twee mannen uit Irak of Syrië. Daarachter de jongen uit Angola. Dan een tijdje niets. Drie vrouwen uit Marokko proberen zo beleefd mogelijk de gids van hun lijf te houden. Een groepje daar weer achter blijft bij wat kruiden staan. Ze menen iets te herkennen. Ruiken. Proeven. Praten.
Ik loop helemaal achterin, naast een vriendelijke oude man die keer op keer vertelt hoe prachtig het hier is. Zijn woorden komen van ver. Hij moet er naar zoeken, maar raapt telkens de verkeerde op. Duits. Arabisch. Af en toe een woordje Nederlands. Ik knik als hij knikt. Opper soms een woord dat ook niet werkt.
Als de gids ons bij elkaar roept, staan we stil. Hoor! Hoor! Luister daar!
We horen een vink. Die herken je aan zijn ‘vinkenslag’, de voor dit vogeltje zo karakteristieke roep met de lange reeks trillers aan het begin en de hoge uithaal aan het eind.
De boswachter imiteert het vogeltje uit volle borst: “Ik wil, ik wil, ik wil, ik wil een aspeRIEN.”
Dit staaltje levenskunst wekt verbazing en waardering. Giechelig zingt één van de vrouwen met hem mee.
“Ik wil, ik wil, ik wil, ik wil een aspeRIEN.”
Als bij toverslag, steeds luider, zonder schroom, haken ook de anderen in.
“Ik wil, ik wil, ik wil, ik wil een aspeRIEEEN.”
“Ik wil, ik wil, ik wil, ik wil een aspeRIEEEEEEEN.”
Het zingende vinkje zwijgt verbluft, maar dat mag de pret niet drukken. Later, bij de picknick, begint de Angolese jongen plots te huilen. Hij wordt getroost. Krijgt verse dadels. De lekkerste hapjes die er zijn.
Inburgeren is niet makkelijk.
Maar zo’n uitstapje in de natuur is één groot feest. In de verte wandelt een Nederlands gezin zwijgend aan iedereen voorbij. We zien drie reeën, een eekhoorn en een zwarte specht.
En een vlinder uit Marokko.
Geef een reactie