Wat we kunnen leren van de tijd van kar en paard over het efficiënt inkrimpen van ons transportnetwerk.
Kritiek op de alomtegenwoordige automobiel wordt vaak belachelijk gemaakt door te stellen dat we niet terug kunnen keren naar de tijd van paard en kar, zonder te beseffen dat paard en kar niet zo evident zijn als ze in onze ogen lijken. De Romeinen bouwden rond het begin van onze tijdrekening een geplaveid wegennetwerk uit met een totale lengte van 80 duizend kilometer, geschikt voor twee- en vierwielige koetsen en karren. Maar toen het Romeinse Rijk ten onder ging, raakte ook het wegennetwerk in verval.
Met uitzondering van Engeland, waar paard en kar op sommige plaatsen vanaf de veertiende eeuw opnieuw de norm werden, en Frankrijk, waar enigszins betere wegen verschenen vanaf de late zestiende eeuw, maakte vlot verkeer over land in Europa slechts een comeback tijdens de negentiende eeuw. Transport met behulp van wielen was bijna 1500 jaar de uitzondering in Europa: de wegen waren te slecht. Als transport over water niet mogelijk was, gingen mensen te voet of te paard, terwijl goederen werden getransporteerd met pakdieren.
Het 40 duizend kilometer lange antieke Chinese wegennetwerk werd omstreeks dezelfde tijd gebouwd als het transportsysteem van de Romeinen, en raakte in dezelfde periode (de 3e eeuw na Christus) in verval. Maar de Chinezen ontwikkelden een speciaal voertuig dat geschikt was om over slechte wegen te rijden: de Chinese kruiwagen. In tegenstelling tot de ons vertrouwde kruiwagen, was het eenwielige voertuig van de Chinezen geschikt voor transport van zowel vracht als passagiers over langere afstand.
Door het veel grotere wiel in het midden van het voertuig te plaatsen, kon een persoon een drie keer zwaardere lading vervoeren dan met een Europese kruiwagen. Bovendien werd de menselijke ‘bestuurder’ van de kruiwagen soms bijgestaan door lastdieren en door windkracht – in sommige provincies werden zeilen op de voertuigen geplaatst – zodat nog zwaardere vrachten konden worden vervoerd. Daarnaast ontwikkelden de Chinezen een informeel wegennetwerk dat bestond uit zeer smalle, geplaveide paden. Omdat deze paden smaller waren dan de vroegere wegen, waren ze makkelijker en goedkoper te onderhouden.
Het resultaat van deze lowtech strategie was dat transport over land in China anderhalf millenium lang veel vlotter verliep dan in Europa. Als we straks worden geconfronteerd met tekorten aan energie en grondstoffen, steken we hopelijk iets op van de aanpak van de Chinezen.
Lees een uitgebreid artikel over dit onderwerp hier.
Geef een reactie