In 2050 moet de helft van het aardgas groen gas zijn. Maar wat is dat eigenlijk, groen gas? En is het wel groen?
Waar bietenpuntjes, bietenblad en bietenpulp al niet goed voor zijn. Suiker Unie heeft vorig jaar november een installatie in gebruik genomen die jaarlijks 100 duizend ton bietenafval en ander plantaardig restmateriaal gaat vergisten. In het Groningse Vierverlaten neemt de suikerproducent dit jaar eenzelfde vergister in gebruik. Die leveren samen 25 miljoen kuub gas aan het aardgasnet, genoeg voor 15 duizend huishoudens. Dat verdubbelt zowat in één klap de Nederlandse productie van groen gas, in 2011 nog 35 miljoen kuub. Groen gas zit in de lift.
Maar eerst: wat is groen gas? Wie zich door een energiebedrijf ‘groen gas’ laat verkopen, koopt waarschijnlijk doodnormaal (fossiel) aardgas. Met als extraatje dat het energiebedrijf voor een paar euro per maand de CO2-uitstoot van dat verbrande aardgas compenseert door ergens op deze wereld mee te betalen aan de aanplant van bos of een ander project dat de CO2-uitstoot vermindert. Steeds vaker, en ook in dit artikel, staat ‘groen gas’ echter voor biogas dat wordt opgewerkt tot aardgaskwaliteit.
Vergisten
Biogas komt vrij bij vergisting van biomassa. Van oudsher wordt biogas opgevangen bij stortplaatsen, waar afval min of meer spontaan vergist, en bij slibvergisters van rioolwaterzuiveringsinstallaties. Nu komen daar steeds meer biovergisters bij, waarin boeren of andere ondernemers koeienmest vergisten.
Om het energierendement op te krikken, gooit de boer daar in toenemende mate plantaardig afval bij – dan heet het covergisting- , zoals aardappelschillen, bierbostel of bermgras. Het vrijkomende biogas kan in een gasmotor direct dienen als brandstof voor een generator die elektriciteit opwekt. Maar het biogas (methaangehalte van 55 tot 65 procent) kan ook worden opgewerkt tot de kwaliteit van aardgas (methaangehalte van 82 procent) en als groen gas het aardgasnet worden ingepompt.
Vorig jaar trokken groengasprojecten de geldpot van de Subsidieregeling Duurzame Energie (SDE) grotendeels leeg. Van de beschikbare 1,5 miljard euro, ook bedoeld voor zon- en windenergie, ging 1 miljard euro naar groengasprojecten.
Niettemin zijn er nog genoeg hobbels te nemen, laat regioconsultant Har van Himbergen van Stichting Groen Gas weten. “Veel projecten hebben een SDE-beschikking gekregen, maar realisatie is er nog niet altijd. Voordat ze gaan bouwen moeten ze een business case hebben, om financiering bij de bank te krijgen.” En die houdt nogal eens de hand op de knip, merkt hij.
“Bij covergisting zie je dat men aan de voorkant biomassa moet inkopen en aan de achterkant digestaat (het ‘afval’ van de biovergister, h.p) moet afzetten. Het is lastig om daar langjarige zekerheid voor te krijgen.” Bovendien zijn de regionale aardgasnetten niet berekend op de extra aanvoer van groen gas. “Op een zomeravond, als er weinig mensen zijn die gas gebruiken, is het net regelmatig fysiek vol.”
Netbeheerders
Om dit soort, vooral technische problemen te bespreken, kwam in april op de conferentie Groen Geeft Gas in het Overijsselse Dalfsen een publiek van vooral techneuten van netbeheerders, onderzoeksinstellingen en adviesbureaus bij elkaar. Centrale vraag: hoe kun je het gas zo probleemloos mogelijk door de pijpen laten lopen? Zo was er het voorbeeld van gas dat naar limoen geurde, doordat de vergister er een partij citroenschillen had ingekeept. En dat terwijl gas, omwille van de veiligheid, toch echt naar gas moet ruiken.
“Wij hebben nog een rij leerpunten te gaan”, concludeert Han Fennema, voorzitter van Netbeheer Nederland, dan ook. Buiten beschouwing blijft deze dag hoe duurzaam groen gas nu eigenlijk is. Je zou haast denken dat de benaming ‘groen gas’ als duurzaamheidscertificaat wordt gezien.
Eerlijk is eerlijk, er is een uitzondering. In de zaal zit Ben Alders met zijn vrouw. Het echtpaar heeft, samen met hun twee zonen, een rundveebedrijf in Overloon. Vader en moeder bezoeken de conferentie, terwijl hun zonen voor de 140 koeien zorgen. De familie heeft een vergunning klaar voor een stal en een vergister, maar wacht nog af. Ze wil geen maïs in de vergister gooien.
“Wij zijn eigenlijk een stadsboerderij”, analyseert Alders in de pauze. “In Nederland kijkt iedereen over je schouder mee. Kunstmest strooien, gewasbeschermingsmiddelen gebruiken om het (gewas) vervolgens in de vergister te gooien… dat is onverantwoord.”
Voorman Eric Douma van de boerenlobbyclub LTO heeft er even eerder de zaal al voor gewaarschuwd: “Wij maken eerst voedsel, dan voedsel voor de dieren en daarna kijken we naar fuel (brandstof, h.p.). Dus kijk goed naar de cascadering (de voorkeursvolgorde voedsel-diervoedsel-brandstof, h.p). Want als je dat niet goed doet, krijg je die boemerang keihard terug.”
Gasrotonde
Die woorden lijken aan dovemansoren gericht. Hoewel groen gas nog in de kinderschoenen staat, zien de overheid en de gassector het helemaal zitten. Zij willen Nederland internationaal een rol laten spelen als productie- en distributieland door ons land als ‘gasrotonde’ op de kaart te zetten. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie mikt erop dat in 2014 300 miljoen kuub groen gas het aardgasnet wordt ingepompt. Op een totale Nederlandse aardgasproductie van 75 miljard kuub in 2011 is dat een druppel, maar dat moet drastisch veranderen.
In een van de Green Deals – afspraken over duurzame initiatieven tussen de rijksoverheid en bedrijven, organisaties of andere overheden – spreken overheid en gassector af dat het aandeel groen gas doorgroeit naar 3 miljard kuub in 2025-2030 en uiteindelijk 30 miljard kuub in 2050. Omdat de Nederlandse aardgasbel intussen langzaam leegraakt, beslaat groen gas in 2050 maar liefst de helft van de gasproductie.
Kritiek
Stichting Natuur en Milieu bekijkt de geplande explosieve groei van groen gas met argusogen. Vorig jaar bracht de milieuclub het kritische rapport Heldergroen Gas uit. Bekijk het groengasbeleid eens even van een afstand, zegt het rapport met zoveel woorden: groen gas = duurzame energie = klimaatbeleid = CO2-reductie. Dáár zou het bij biogas allemaal om moeten draaien: wat is de goedkoopste manier om de CO2-uitstoot terug te brengen?
Dus zet het rapport de opties op een rij. De goedkoopste manier om CO2-uitstoot te vermijden is biogas te gebruiken voor verwarming van gebouwen (stadsverwarming) of bijvoorbeeld een zwembad. “Het voordeel is dat je biogas dan niet hoeft op te werken tot kwaliteit van aardgas. Dan bespaar je heel veel kosten en energie”, legt Willem Wiskerke van Natuur en Milieu uit. Ook biomethaan in de tank van de auto stoppen is relatief goedkoop. Biogas opwerken tot aardgaskwaliteit is ruim twee keer zo duur.
Toch wil Natuur en Milieu groen gas niet in het verdomhoekje schoppen, benadrukt Wiskerke. “Als er geen warmtevraag is in de omgeving en je geen pompstation kunt plaatsen, kan groen gas een goede oplossing zijn. Maar nu wordt er in Nederland op gestuurd dat van alle biogas groen gas wordt gemaakt.” Dat komt, meent hij, “door de belangen van de aardgassector. Die zoekt naar alternatieven voor aardgas en doet dat zó effectief dat alles nu wordt ingericht op die ene techniek – groen gas – in plaats van op het doel te sturen.”
Niet duurzaam
Kwalijker dan het lage (CO2-)rendement van groen gas is dat niet alle grondstoffen duurzaam zijn. Voor afval zoals bermgras of maïsstengels is de vergister de nuttigste bestemming. Maar voor gewassen die concurreren met voedselgewassen ligt dat anders.
Wiskerke: “Aardappelschillen worden nu vergist, terwijl die eerder tot veevoer werden verwerkt. Dat veevoer moet nu ergens anders vandaan komen. Dan verplaats je het probleem.” Als de varkens geen schillen meer krijgen, is extra soja-import nodig uit bijvoorbeeld Argentinië. “Dat leidt weer tot extra ontbossing daar.”
Het doet denken aan de ontbossing die schuilgaat achter hamburgers: tropisch regenwoud wordt gekapt om soja te verbouwen als voer voor vleesrunderen. Bij biovergisting ligt de oplossing voor de hand, aldus Wiskerke: verbied bijmengen van voedselgewassen en veevoer.
Geert Bergsma van advies- en onderzoeksbureau CE Delft bevestigt het probleem. Dat de overheid en de gassector de lat hebben gelegd bij 50 procent groen gas in 2050 noemt hij “een wilde gok”. Zo’n hoog percentage is alleen haalbaar door op grote schaal biomassa te importeren. “Men denkt aan het grootschalig vergassen van pellets (korrels geperst houtafval, h.p.) en hout. Wij zeggen: Let op, dan concurreer je keihard met de elektriciteitssector. (…) Bij een grote extra vraag van de gassector is de vraag: waar haal je dat hout vandaan? Gaan we de bossen in Canada opstoken? De biodiversiteit in productiebossen zal lager worden.”
Weliswaar is er een norm die regels stelt over de duurzaamheid van biomassa, maar die is vrijwillig en bevat bovendien geen harde eisen over concurrentie met voedsel. Een Europese norm is in de maak, maar of die stevige grenzen gaat stellen, is de vraag. En die grenzen zijn er hoe dan ook.
Samen met het Planbureau voor de Leefomgeving heeft CE onlangs de verkenning Biobased economy in 2030 gemaakt. “Daar kwam uit dat je wereldwijd 10 tot 20 procent van de economie biobased kunt maken”, zegt Bergsma. Er is eenvoudigweg niet meer duurzame biomassa beschikbaar. “De discussie gaat steeds meer om de vraag: wie gaat het beschikbare land gebruiken: is het voor voedsel, veeteelt, papier of voor biomassaproductie. Je krijgt steeds meer concurrentie.” Groen gas is dus niet per definitie groen gas.
Geef een reactie