Zoek de verschillen
De milieubeweging moet diverser worden. Wat mensen daarmee meestal willen zeggen, is: de milieubeweging kan wel wat kleur gebruiken. Milieuclubs zijn veel te wit en (dus?) elitair.
Laten we even inzoomen op een deelonderwerp: plastic.
Plastic is hot. Re-cycling, up-cycling, plastic whale, zero-waste, beach clean-ups, plastic soup surfers: steeds meer mensen trekken ten strijde tegen het plastic dat onze planeet vergiftigt.
Even voorstellen:
Plastic verzamelaar Nr. 1
Is ergens tussen de dertig en de veertig, sportief, blond. Vist plastic uit het water, raapt het van straat of strand. Trekt er met vrienden een dagje op uit om met een prikstok de branding schoon te vegen, of gaat met boot en schepnet de stadse grachten op. Van al die petflessen en aanverwante rotzooi wordt een surfplank gebouwd, een design boot, of een Madonna – met kind.
Plastic verzamelaar Nr. 2
Is moeder van twee kinderen, verdient met waste picking een zeer schamel inkomen – ongeveer net zoveel als één petfles kost, inclusief vulling. Ze raapt plastic van straat, sorteert afval op vuilnisbelten. Het gescheiden afval brengt ze in grote zakken naar een tussenpersoon, die haar een kiloprijs betaalt.
Het is zwaar werk, ongezond en iedereen kijkt erop neer. De Zuid-Afrikaanse Council for Scientific and Industrial Research (CSIR) schat dat een waste picker per jaar 24 ton afval van de vuilnisbelt redt en doorverkoopt, het recyclenetwerk in. Dat zijn een heleboel surfplanken.
Verzamelaar 2 heet bijvoorbeeld Thulisiwe Khumalo, uit Pietermaritzburg. Behalve waste picker en moeder is Khumalo ook voorzitter van een arbeiderscollectief, de Enhlosweni Coop. Een aantal jaar geleden richtte ze met een groepje vrouwen de coop op, later kwamen er ook twee mannen bij – op verzoek van de oprichtsters omdat een vrouwencoop door de lokale overheid niet serieus genomen werd.
Georganiseerde waste pickers zijn al jaren vaste klant bij klimaatconventies, zo ook in Parijs vorig jaar. Om te demonstreren, persconferenties te geven en lezingen te houden. Hun eisen: erkenning van de rol die de informele sector speelt bij het bestrijden van klimaatverandering èn de instelling van een fonds dat investeert in terugwinning, hergebruik en recycling van grondstoffen. Dat fonds moet ook ten goede komen aan (een leefbaar loon voor) waste picker-groepen en moet in de plaats komen van de Clean Development Mechanism (CMD) projecten. Het CDM is vastgelegd in het Kyoto protocol en bepaalt dat een land, om zijn CO2 uitstoot te verminderen, projecten in ontwikkelingslanden mag uitvoeren om zo emissiereductie credits te verdienen. Met die projecten worden de arbeiders niet ondersteund, terwijl waardevolle hulpbronnen worden vernietigd – aldus de Global Alliance of Waste Pickers. De strijd voor een schoner milieu en de emancipatie van een economische onderklasse kunnen dus heel goed samengaan.
Onzichtbaar
Maar in ‘de’ milieubeweging zijn clubs als de Global Alliance of Waste Pickers geen toonzetters. Ze zijn ook niet altijd even zichtbaar. Als wij ons een plasticverzamelaar – zwerfie, plastic surfer, 3-D designontwerper – voorstellen, denken we aan verzamelaar type Nr. 1.
Craig Bennett, voorman van Friends of the Earth Engeland, grijpt in The Guardian van 25 juni de Brexit aan om te pleiten voor een veel bredere milieubeweging. De elite trekt aan het langste eind, de onderlaag van de samenleving heeft het nakijken – en dat geldt ook voor alles wat te maken heeft met klimaat en milieu. Rijken hebben minder last van luchtvervuiling, meer toegang tot natuur en groen, zijn niet de eerste slachtoffers bij overstromingen. ‘My number one lesson from today’ schrijft Bennett, ‘is that change will have no chance of enduring if it is done to people. It has to be done by people and with people.’
Alle mensen dus. Alle plasticverzamelaars.
Geef een reactie