Sinds journalist en surfer Maarten van der Schaaf er op de basisschool in slaagde om een figuurzaag door zijn wijsvinger te jagen, staat hij bekend om zijn twee linkerhanden. Als hij familie en vrienden vertelt dat hij een surfplank van duurzaam, Hollands hout gaat bouwen, wensen zij hem smalend veel succes.
Als ik op een regenachtige zaterdagochtend de hoge, zware deur van de houtwerkplaats openduw, moet ik even slikken. De werkruimte van de Medemblikse boten- en surfplankenbouwer Simon Davids staat vol angstaanjagende apparaten en machines waarvan ik geen benul heb wat je ermee moet. Waar ben ik in vredesnaam aan begonnen? Ik heb me niet laten afschrikken door de waarschuwing voorafgaand aan de cursus dat “onachtzaamheid bij het gebruik van scherpe gereedschappen vervelende verwondingen zou kunnen veroorzaken”. Hebben mijn familie en vrienden gelijk en is mijn langgekoesterde wens om zelf een houten surfboard te bouwen een illusie?
Geen weg terug
Zodra botenbouwer Simon Davids ziet dat ik er ben, weet ik dat er geen weg terug is. “Kom, we gaan eerst een bakkie drinken,” zegt hij, alsof ‘ie de paniek in mijn ogen heeft gelezen. Terwijl ik een slok van mijn koffie neem, spreekt de ervaren houtbewerker het cursusprogramma met me door. “We gaan zo aan de slag met duurzaam populierenhout en red cedar afkomstig uit de bossen van Staatsbosbeheer. Dat is heel geschikt hout voor surfboards: sterk, licht, goed bewerkbaar en buigzaam. Met behulp van glasvezel en epoxy lijmen we de planken aan elkaar; dat wordt de achterkant van het surfboard. Daarna maken we een visgraatconstructie uit hout, want het board wordt hol. Anders wordt de surfplank te zwaar.”
Helemaal duurzaam wordt mijn surfplank dus niet, besef ik. “Klopt,” zegt Simon. “Epoxy is een aardolieproduct en potentieel schadelijk voor de gezondheid. Er wordt momenteel wel geëxperimenteerd met biologische epoxy, maar de kwaliteit daarvan is nog onvoldoende. Helaas moeten we het hier voorlopig mee doen.”
Aan de slag
In de werkplaats ligt op twee grote schragen een stapel meterslange planken op me te wachten. Uit de verschillende soorten hout maak ik een ontwerp. Het donkerbruine red cedar leg ik in het midden, iets lichter populierenhout daarnaast en het blanke populier komt aan de zijkanten van het board. Met paars tape zet ik de lange, losse planken aan elkaar. Vervolgens draai ik het geheel om, rol ik de witte glasvezeldoek over de planken uit en knip het doek langs de randen af. Dan gaan we aan de slag met epoxy. Plastic handschoenen aan, mondkapje voor. Ik pomp de juiste verhouding epoxy en harder in een plastic bakje, roer met een houten staafje een minuutje door het spul en strijk even later de epoxy uit over het glasvezeldoek. Meteen begint het hout te glanzen. Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht: dit kon wel eens heel mooi worden.
Na de lunch gaan we aan de slag met de houten visgraatconstructie, het fundament van het surfboard. Simon heeft de dunne plankjes voorgezaagd, dus ik hoef ze alleen maar in elkaar te zetten. Op sommige plekken past de constructie niet precies, dus vijl ik de gaten in de plankjes iets groter waardoor het wel past. Klik, klak. Voor ik het in de gaten heb, is de houtconstructie klaar. Ik begin de smaak te pakken te krijgen. Voordat de eerste dag erop zit, zet ik de visgraatconstructie met flinke klodders epoxy vast op de houten plank die inmiddels aardig is gedroogd. Een stuk of vijftien lijmtangen moeten ervoor zorgen dat de constructie morgenochtend muurvast zit.
Hoofd, handen en hart
Moe, maar tevreden fiets ik langs het IJsselmeer naar de bed & breakfast waar ik deze week verblijf. Mijn maag rammelt van de honger. Wat is het fijn om iets met je handen te maken. Een paar jaar geleden hoorde ik tijdens Stand Up Inspiration in het Amsterdamse Toomler een man vertellen hoe hij ernaar streefde om met zijn hoofd, handen en hart te werken. Naast zijn baan in de duurzame energiewereld werkte hij een dag per week als hangmatophanger.
Sindsdien ben ik vastbesloten om meer met mijn handen te werken. Als fanatieke surfer lag het voor de hand om iets met surfboards te doen, maar de meeste surfplanken worden gemaakt van schuim uit de petrochemische industrie. De productie vindt meestal plaats in Azië, waardoor het transport voor veel CO2-uitstoot zorgt. Ten slotte ligt de levensduur van veel surfplanken laag: na een jaar of vijf hebben ze hun beste tijd wel gehad. Toen hoorde ik van de duurzame houten surfplanken van Simon en werd meteen razend enthousiast.
Mediteren
De volgende ochtend zit alles gelukkig stevig vast. Nadat ik de lijmklemmen heb losgeschroefd, haal ik met Simon de plank langs de lintzaag. Nu worden de contouren van de surfplank duidelijk. Vervolgens gaan we aan de slag met de bovenkant – een herhaling van het proces van de eerste dag – en diezelfde avond zit het surfboard al dicht.
In de dagen daarop begint het grote zagen, schaven en schuren om de surfplank de juiste vorm te geven, bijkans een meditatieve bezigheid. Ik word steeds handiger met het gereedschap en langzaam krijgt de surfplank de vorm die ik graag wil. Bij het plaatsen van de vinbox wordt het nog even spannend, maar met een beetje hulp van Simon en de bovenfrees krijgen we die er ook mooi in.
Op donderdagochtend leg ik de laatste hand aan de houten vin en dan is het board helemaal klaar. Trots als een aap stuur ik een fotootje naar mijn surfmakkers. Al mijn vingers zitten er nog aan.
Geef een reactie