De Watersnoodramp van 1953 zakt langzaam weg uit het collectieve geheugen van Nederland. Maar de 11-jarige Wout weet er alles van. Hij woont naast een dijk die tijdens de ramp doorbrak. Na 1953 heeft Nederland flink geïnvesteerd in waterveiligheid, maar hoe toekomstbestendig is ons Deltaplan?
“Ik kan me wel voorstellen hoe het was tijdens de Watersnoodramp, maar ook weer niet. Met al dat water is het alsof je in een enorm golfslagbad zit, alleen kan je er niet meer uitkomen en ben je langzaam aan het verdrinken.” Wout heeft veel verhalen over 1953 gehoord en is zich daarom extra bewust van het water aan de andere kant van de dijk. “We gaan steeds minder voorzichtig om met de aarde. Daardoor wordt de aarde warmer. En door het plastic in de natuur wordt het er ook niet beter op, daar gaan de dieren van dood.”
Wout heeft meerdere ballonnen aan een stok vastgemaakt, om de hoogte van de zee over 25 jaar en over 50 jaar aan te duiden. “En eentje om aan te geven hoe hoog het water staat als we mijn oplossing gaan gebruiken. Die zit maar iets hoger dan waar het water nu is.” Want oplossingen, die heeft Wout genoeg. Als het aan hem ligt, maken we de riolen groter om het water op te vangen. “En we moeten zout water filteren tot normaal water, zodat we dat kunnen drinken. Ik ben soms wel een beetje bang dat er weer zoiets gebeurt als de Watersnoodramp, maar we weten nu wel beter wat we moeten doen en we hebben sterkere dijken. Als er nog zo’n overstroming komt, gaan er vast weer mensen en dieren dood, maar zo is de natuur nu eenmaal.”
Draagvlak
In Nederland is veel aandacht voor de veiligheid van dijken, stelt Meindert Van, expertisemanager dijktechnologie bij Deltares. “We hebben in Nederland een heel goed systeem, waarbij de bescherming tegen hoog water in de wet is vastgelegd en waarbij de financiën goed geregeld zijn. We kijken continu naar de verwachtingen en passen de plannen daarop aan.” Van verwijst voornamelijk naar het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), een alliantie van de waterschappen en Rijkswaterstaat. De komende 30 jaar versterken zij 1.500 kilometer aan dijken.
“De huidige plannen houden rekening met een stijging tot 1 meter in 2100. Het wordt spannend als de zeespiegelstijging veel sneller gaat stijgen”, zegt Van. “Technisch gezien kun je een dijk zo hoog maken als je wil. Het probleem zit in de ruimtelijke ordering.” Hoe hoger een dijk wordt, hoe breder hij moet zijn. Nu al gebeurt het regelmatig dat mensen die aan een dijk wonen hun huis moeten afstaan om ruimte te maken voor die dijkversterking. “Over het algemeen is er veel begrip. Nederlanders realiseren zich dat we onder zeeniveau leven en dat we ons watersysteem goed op orde moeten hebben. Ook op politiek niveau is er weinig discussie over de financiering daarvan.” Binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma is er elk jaar 400 miljoen euro beschikbaar. Een flinke smak geld, maar nog geen procent van de hele rijksbegroting. “Maar stel dat we om droge voeten te behouden 10 procent van onze economie daaraan moeten besteden, dan is het maar de vraag of daar nog draagvlak voor is.”
Tropische stormen
De Watersnoodramp van 1953 was een gevolg van extreme weersomstandigheden en dijken die niet op orde waren. Een zware noordwesterstorm viel samen met het springtij, een uitzonderlijk hoge waterstand die twee keer per maand voorkomt.
“De storm in 1953 was niet alleen heel sterk, maar ook langzaam bewegend. Dat is behoorlijk zeldzaam en er zijn geen indicaties dat dat in de toekomst gaat toenemen”, zegt klimaatwetenschapper Sybren Drijfhout. Begin dit jaar hadden we wel een aantal grote stormen vlak na elkaar. “Dat was wel opmerkelijk, maar opmerkelijke dingen gebeuren voortdurend en het is nog te zeldzaam om op dit moment te zeggen of het bij een trend hoort die we kunnen toekennen aan klimaatverandering.”
Wat we volgens Drijfhout wél zien is een toename van tropische stormen, die ook onze kant op kunnen komen. “Voorwaarde voor zo’n storm om te ontstaan, is zeewater van minimaal 28 graden. Als het zeewater overal opwarmt, dan wordt dat gebied steeds groter, komen de stormen buiten het oostenwindgebied en gaan ze andere paden nemen.” Deze stormen gaan volgens Drijfhout te snel om op de Noordzee voor overstromingen te zorgen, omdat het water voor langere tijd een bepaalde kant opgestuwd moet worden. Waar het misschien wel mis kan gaan is op het IJsselmeer, denkt Drijfhout. “De Afsluitdijk zou dan een vloedgolf terug kunnen kaatsen. Dan krijg je resonantie, waarbij de inkomende en terugkaatsende golf elkaar versterken. We hebben dat weleens doorgerekend en met een flinke storm zou dat kantje boord zijn.” Maar het blijft lastig voorspellen. “De meeste klimaatmodellen zijn nog te grofmazig om tropische stormen goed weer te geven. Daarin zijn ze niet opgenomen in onze klimaatscenario’s.”
Ideeënbussen voor het klimaat
Als het aan Wout ligt zou de overheid wel iets meer mogen doen om klimaatverandering tegen te gaan. “Als ik de baas van Nederland was, dan zou ik ervoor zorgen dat iedereen kan meedenken over klimaatverandering”, zegt Wout. “Ik zou dan in elk dorp en in elke stad een soort bus neerzetten waar allemaal brieven met oplossingen in kunnen. Die zou ik allemaal lezen. De beste oplossing wordt uitgevoerd. En dan gaan we iedereen bedanken voor het schrijven van de brieven om opwarming tegen te gaan.”
Wout van der Lely (11)
Woont in: Klundert, Noord-Brabant
Zit op drie sporten: Scouting, karate en trampolinespringen.
Hobby’s: “Als ik met vrienden van de scouting ben, dan ga ik lekker fikkie stoken en dingen bakken. Met andere vrienden doe ik andere dingen, zoals gamen.”
Wil later worden: “Kok. Of ik neem het bedrijf van mijn vader over. Hij verkoopt verf.”
Typisch Wout: “Ik ben heel druk en raar en klim overal in.”
Geef een reactie