Ilha de Maré, het getijdeneiland, ligt in een bocht van de Braziliaanse Baía de Todos os Santos (Baai van Allerheiligen). De mensen leven er van de visserij. Maar het water, de lucht, de grond en de bomen raken steeds erger vervuild door de petrochemische industrie die zich op een steenworp afstand heeft gevestigd.
Op Ilha de Maré wonen ongeveer tienduizend mensen, verdeeld over twaalf gemeenschappen. Zes daarvan zijn Quilombola’s, gemeenschappen met hun eigen cultuur en tradities, gevestigd door nazaten van gevluchte ‘vrije slaven’. De bevolking leeft bijna uitsluitend van de visserij.
Ook elders op het continent worden vissers in hun bestaan bedreigd. Eind september 2019 kwamen vertegenwoordigers van vissersgemeenschappen uit Brazilië en Colombia samen met afgevaardigden van maatschappelijke organisaties uit acht Latijns-Amerikaanse landen op het eiland om ervaringen uit te wisselen.
Eliete Paraguaçú is een Quilombola vissersvrouw, lid van de vissersbond en een van de leiders van de gemeenschap. Ze is geboren in een dorp in het noorden van het eiland, dat van nature beschermd lijkt door een vegetatie waarin een geheel eigen universum schuilgaat: de mangrove.
De mangrovebossen herbergen een rijk ecosysteem. De bevolking vangt en verzamelt er allerlei soorten vis en zeevruchten, om te eten en te kunnen verkopen op de lokale markt. Het is een wonderbaarlijke wereld, omringd door zand en water. Als Eliete het over de mangrove heeft, lijkt het alsof ze over een geliefde spreekt.
Raffinaderij Landulpho Alves, van Petrobrás
In de jaren 60 en 70 kwamen de eerste investeerders naar de baai, zoals de raffinaderij Landulpho Alves van staatsoliebedrijf Petrobrás en de Aratú haven. Later vestigden meer – internationale – bedrijven zich in de grootste haven van de regio: Ford, Dow Chemical, Moinhos Días Branco, Proquigel en het Nederlandse Vopak. Projecten als de raffinaderij en de haven, die het gebied zouden helpen ‘ontwikkelen’, werden aanleiding tot regelmatige conflicten tussen de bedrijven en de Quilombola’s.
In 2018 lekte een gebroken pijplijn van Petrobrás olie in de rivier. 13 kilometer mangrovegebied raakte vervuild. Tijdens de Toxic tour voert Mariselha Lopes de deelnemers aan de internationale bijeenkomst langs de diverse tekenen van schade die Petrobrás op verschillende plekken heeft aangericht.
De Quilombola’s hebben niets overgehouden aan 60 jaar olie-exploitatie, behalve vervuild water, ernstige gezondheidsklachten, uitgestorven vissoorten en oude oliepijplijnen en olieputten die verspreid liggen over het hele eiland, de wateren en de zandbanken. “Onze strijd is om te zorgen dat Petrobrás niet meer groeit,” vertelt Lopes, “met niet één olieput.”
Om de oliemaatschappij te dwingen het vervuilde gebied schoon te maken, bezetten de vissers een van Petrobrás’ boten. Daags na de actie stonden vijf politieagenten voor Eliete’s deur. Maar wie is de crimineel hier, vraagt ze zich af. “Een bedrijf dat ervoor zorgt dat mensen honger lijden en dat zijn troep niet opruimt, of een zwarte vrouw die eist dat het bedrijf schoonmaakt wat het vuil heeft gemaakt?” De actievoerders hangt een boete van 100.000 reais per dag boven het hoofd als zij opnieuw actievoeren. Het is een bedrag dat de vissers onmogelijk kunnen betalen. Maar als ze niet betalen, loopt Eliete het risico de cel in te gaan.
Hun rechten worden op meerdere vlakken geschonden, concluderen de oudere bewoners tijdens de bijeenkomst. Natuurlijke bronnen worden hen afgenomen, de gemeenschap wordt nergens bij betrokken. “Maar dit gebied is van ons,” besluit Eliete, “we geven de strijd niet op.”
Peter Sonderman zegt
Bedankt voor dit artikel.Kijk ook de film op YouTube van mijnbouw-leerling Floor Koomen ‘No rio, no mar’’! En verzoek Greenpeace Brazilië om hen te steunen!