In miljoenenstad Guayaquil lopen de bewoners van arme wijken het meeste risico bij natuurrampen. De gemeente traint burgerbrigades die in geval van nood weten hoe te handelen. Met als positief bij-effect: meer zelfvertrouwen en een stem in de besluitvorming.
Guayaquil is met 3 miljoen inwoners de grootste stad van Ecuador. Het is een van de meest kwetsbare steden ter wereld voor de gevolgen van klimaatverandering. De zeespiegel stijgt en door het kortere regenseizoen worden de buien heviger, waardoor de kans op overstromingen toeneemt. Daarnaast ligt de stad op de Pacifische Ring van Vuur: een gebied rondom de Grote Oceaan waar regelmatig aardbevingen en vulkaanuitbarstingen plaatsvinden.
Toch blijft de stad nieuwe inwoners aantrekken. En dat leidt tot een levendige illegale handel in land. Criminelen bezetten land dat niet van hen is en verkopen het aan de nieuwkomers. Hierdoor zijn enorme ‘informele’ wijken ontstaan, die continu groeien en veranderen. Naar schatting leeft 60 procent van de inwoners van Guayaquil in dergelijke informele wijken. Het leven speelt zich er af buiten het zicht van de overheid. Er zijn geen straatnamen of huisnummers, bewoners staan niet geregistreerd. Vaak voeren zij een jarenlange strijd om legalisatie van hun land en woning, zodat zij aanspraak kunnen maken op basale voorzieningen als elektriciteit, waterleidingen en wegen.
In 2008 had Ecuador een wereldprimeur in het milieurecht. Als eerste land ter wereld nam het de rechten van de natuur op in de grondwet. Volgens de Ecuadoriaanse grondwet dienen zowel de natuur als de mensen beschermd te worden tegen rampen. In iedere gemeente werd een afdeling risicomanagement opgetuigd om dit ideaal te verwezenlijken.
Zo ook in Guayaquil, waar de afdeling zich speciaal richt op de bewoners van de informele wijken. Want zij lopen het meeste risico, in hun zonder vergunning gebouwde huizen, op de heuvels rondom het stadscentrum. Bij hevige regenval sleuren modderstromen de huisjes – vaak van hout en palmbladeren – zo mee de berg af. De afdeling risicomanagement leert de bewoners allereerst hoe ze zich in brigades kunnen organiseren en contact met elkaar en de gemeente kunnen onderhouden. Daarna worden ze getraind in het verlenen van eerste hulp en crisismanagement.
De eerste brigades werden in 2015 gevormd met steun van de Nederlandse afdeling van ontwikkelingsorganisatie CARE. De succesvolle aanpak is door de gemeente voortgezet, waardoor Guayaquil nu maar liefst 28 actieve brigades telt. Samen maken ze de stad meer weerbaar tegen de gevolgen van klimaatverandering.
Na hevige regenval, aardbevingen of landverschuivingen lopen de brigades controlerondes door de wijk. Ook grijpen ze in als nieuwkomers hun huizen bouwen op plaatsen met een verhoogd risico.
Door simulatietrainingen leren de brigades reageren op natuurrampen en andere incidenten. Ook leren zij hoe ze de hulpdiensten kunnen bereiken en hoe het best te rapporteren over de gebeurtenissen.
Leden van de brigades geven aan dat de trainingen hun meer zelfvertrouwen geven. En dat ze er waardigheid aan ontlenen als ze met hun uitrusting de wijk in trekken. “Door de training voel ik me veel beter voorbereid op branden, overstromingen en aardbevingen”, vertelt Jaime Criana Luna. “Ik heb nu meer inzicht in de risico’s in onze wijk. En ik ben er trots op dat ik levens kan redden.”
Voor de afdeling risicomanagement is een meldkamer in het leven geroepen. De meldkamer staat in verbinding met 1100 camera’s die door de hele stad heen zijn geplaatst. Politie, brandweer en het lokale transportbedrijf analyseren de beelden om direct op rampen en problemen te kunnen reageren. De brigades rapporteren ook aan deze meldkamer.
De afdeling risicomanagement heeft met behulp van de inwoners de risico’s per wijk in kaart gebracht. Er zijn evacuatieroutes uitgezet en er is signalering aangebracht om de bewoners naar veilige plekken te leiden in het geval van calamiteiten.
Mónica Menéndez, adjunct-directeur van de afdeling risicomanagement, bezoekt de brigades regelmatig. Ze legt uit dat de brigades verschillende fases doormaken. “Allereerst moeten ze leren zich te organiseren, daarna krijgen ze trainingen. Uiteindelijk zie je de brigades uitgroeien tot politieke organen die ook op andere vlakken voor de rechten van de wijkbewoners opkomen en beslissingen nemen.” Dankzij korte lijntjes met de gemeente lukte het sommige brigades bijvoorbeeld al om waterleiding of een sportveld aan te laten leggen.
Geef een reactie