Vijf tips uit voorbije tijden en verre oorden
Infraroodpanelen, warmtepompen, zonneboilers en – met stip op nummer één – isoleren: iedereen probeert zich op een energiezuinige manier warm te houden. Is er nog meer groens onder de zon? Hoe verwarmen mensen elders op de wereld hun huis, en hoe deden we dat vroeger? Down to Earth neemt een kijkje over de grenzen van ruimte en tijd.
Jezelf verwarmen
Vroeger werd geen enkele woning volledig verwarmd. Daarom kleedden mensen zich binnenshuis warm aan met een borstrok, nachtmuts en handwarmers. Wat onze voorouders ook hielp om warm te worden is bewegen, maar dat zijn we door de eeuwen heen steeds minder gaan doen. Nederlanders brengen dagelijks ruim 9,5 uur zittend door. Een van de boosdoeners is werken achter de computer. Dat kan beter! Met een wandelbureau bijvoorbeeld.
Voordelen
Spieren die in beweging zijn geven warmte af. Door meer te bewegen versnelt je stofwisseling, ook daardoor krijg je het warmer. Wandelen helpt tegen (klimaat)depressie.
Nadelen
Een loopband is niet goedkoop. Meer stroomverbruik (een loopband met een 4 pk motor verbruikt ongeveer 0,5 kWh bij een wandeltempo van 5 km per uur). Wandelen en typen tegelijk is wellicht niet voor iedereen weggelegd.
Impact
Tot een bepaalde hoogte geldt dat hoe warmer een ruimte is, hoe slechter de concentratie van de mensen die er werken. Een halve eeuw geleden werd al bewezen dat 16,6 graden de productiefste temperatuur is. Win-win voor wie de verwarming een graadje (of 3) lager zet!
Lokaal verwarmen
Pas in de jaren 60 werden de huizen in Nederland massaal uitgerust met centrale verwarming. Voor die tijd deed men aan lokaal verwarmen: met z’n allen rondom het fornuis in de keuken, met je voeten op een stoof of samenleven met je huisdieren of vee. Ook elders bedachten mensen plaatselijke oplossingen voor koude tijden. De Japanse kotatsu is een tafel met verwarmingingselement (vroeger een schaal met kooltjes, nu elektrisch) en deken waar je met meerdere mensen onder kunt zitten.
Voordelen
Omdat niet iedereen hetzelfde is, is verwarmen naar behoefte een uitkomst. Plaatselijk verwarmen vergt een stuk minder energie dan een heel huis warm stoken.
Nadelen
Verplaatsen: of je verliest je warmtebron of je sleept de hele tijd je verwarming met je mee.
Impact
Verwarmde bureaustoelen, voetenzakken en zelfs onderbroeken, de keuze is reuze en niet elk verwarmingselement is even duurzaam. Stroom uit een stopcontact is duizend keer milieuvriendelijker dan niet-oplaadbare batterijen. Gebruik je die toch, lever ze dan in. Van het aantal verkochte batterijen wordt maar een derde (!) gerecycled. Van alle tijden en alle culturen is de warmwaterkruik. Voor binnen en buiten, in bed of op de bank, als voetenstoof of in een jaszak, de kruik is multi-inzetbaar. En gaat jaren mee.
Kachels: tegel en raket
Lokaal verwarmen kun je natuurlijk ook wat grootser aanpakken door een kachel neer te zetten. Vroeger had elk huis er maar één. Bijvoorbeeld een tegelkachel, een eeuwenoude uitvinding die je in Duitsland, Scandinavië en Hongarije nog wel vindt. Of de recenter uitgevonden raketkachel, die veel gebruikt wordt in tiny houses, vluchtelingenkampen en het mondiale zuiden.
Voordelen
Een raketkachel is eenvoudig en goedkoop zelf te maken. Een tegelkachel heb je voor het leven. Beide kachels kunnen uitgebreid worden met een fornuis, oven, zitbank of zelfs slaapplaats. Ook hebben ze een hoog rendement: 80 procent van het hout wordt omgezet in warmte, aldus Milieu Centraal.
Nadelen
Tegelkachels zijn loeizwaar en duur in aanschaf (wel zijn er diy-pakketten!). De raketkachel klinkt als een opstijgende raket, moet relatief vaak worden bijgevuld en lust geen dikke houtblokken.
Impact
Een kwart van de fijnstofuitstoot wordt veroorzaakt door houtstook, becijferde het RIVM. Ook tegel- en raketkachels zijn daar niet vrij van. Wel verbranden ze relatief schoon.
Hypocaust, gloria en ondol
Een hypocaust is een systeem van ondergrondse gangen waar hete lucht doorheen gaat. De Romeinse uitvinding werd tot in de Middeleeuwen gebruikt om gebouwen te verwarmen. Ook in Spanje (gloria) en in Korea (ondol) werden (en worden nog steeds) op die manier woningen verwarmd.
Voordelen
Je kunt er meerdere kamers mee verwarmen. Geen schadelijke stoffen in huis, omdat de vuurplaats buiten of in een aparte kamer is. Warmte stijgt niet op zoals bij centrale verwarming.
Nadelen
Het vergt nogal een verbouwing om een hypocaust aan te leggen. Moeilijk om hogere verdiepingen te verwarmen, laat staan flats. Temperatuur reguleren is niet goed mogelijk.
Impact
Hout is een hernieuwbare bron. Duurzaam, volgens sommigen. Maar bomen terugplanten is niet zo simpel als het lijkt. Er zijn te weinig klimaatverantwoord beheerde bossen, waar minder gekapt dan teruggeplant wordt.
Anders bouwen
In IJsland woonde men tot in de 19e eeuw in turfhuizen: half ondergrondse woningen, bedekt met planten en gras, die goed beschermd waren tegen weer en wind. Rekening houden met het klimaat was vroeger gebruikelijker dan nu, maar klimaatadaptief bouwen beleeft een comeback!
Voordelen
Als je huizen half onder de grond bouwt (isolatie!) en gebruik maakt van zonlicht en de warmte die apparaten en bewoners produceren, zoals bij een passiefhuis, heb je (bijna) geen verwarming nodig. In een gemiddeld Nederlands huishouden – 95 procent van de Nederlandse huishoudens verwarmt de woning met gas – gaat de helft van de energierekening volgens Milieu Centraal op aan verwarming. Dat is per jaar bijna 1200 kuub gas, goed voor 1140 kilo CO2: allemaal besparingen voor de passiefhuisbewoner. Hetzelfde geldt voor een earthship, en die wordt ook nog eens gemaakt van afvalmaterialen. Lekker goedkoop!
Nadelen
Regelgeving maakt alternatieve manieren van bouwen lastig. Het bouwen van een passiefhuis is financieel niet voor iedereen weggelegd.
Impact
Een passiefhuis gebruikt 0 tot 15 kWh per m2 per jaar. Met zonnepanelen is de impact nagenoeg 0. Als je dan ook nog bouwt met afvalmaterialen is het feest helemaal compleet!
Chantal Lemahieu zegt
Geachte
Toeristen vragen mij soms of de stoven in de smalle straatjes van middeleeuwse steden uitmondden in die steegjes. Ik herinner mij nog mijn ouders die niet afkomstig waren van Brugge maar wel geïnteresseerd in architectuur, mij iets vertelden over de brandbaarheid van de houten huizen en er daarom smalle straatjes waren in het Middeleeuwse Brugge om de vuurtjes snel et kunnen blussen alhoewel er toen ook wel een vernuftiger systeem zal geweest zijn om vlug vuur te blussen.