‘Wie is er bang voor de vooruitgang’ van filisoof en publicist Jaffe Vink is een raar boek. In meer dan één opzicht. Het onderwerp kan kort worden samengevat met de woorden ’milieu’ en ‘vooruitgang’. Maar het gaat bij de behandeling daarvan geheel aan de actualiteit voorbij.
Over actuele thema’s als broeikasgassen en klimaatverandering, afname van biodiversiteit en opraken van grondstoffen is in dit boek niets te vinden. Waar het wel over gaat is de commotie die het verschijnen van het rapport van de Club van Rome in 1972 teweegbracht, over Rachel Carson die in 1964 overleed en bovenal over Paul Ehrlich die met boeken over de ‘bevolkingsexplosie’ in de jaren zeventig grote oplagen bereikte.
Club van Rome
Voor wie in de geschiedenis van de bewustwording van milieuvraagstukken geïnteresseerd is, zijn de stukken die daarover gaan wel interessant. Het is boeiend om nog eens te lezen hoezeer mensen als D66 voorman Van Mierlo en PvdA coryfee Mansholt door de conclusies van het rapport van de Club van Rome geraakt werden. Van Mierlo citeerde met instemming de journalist W.L.Brugsma, die schreef: “Als we niet ingrijpen (….) ontstaat binnen vijftig jaar (dus uiterlijk in 2022 – E.T.) de chaos, de catastrofe, de door de technologische geïndustrialiseerde vooruitgangsmaatschappijen zelf gegenereerde Endlösung voor de mensheid”.
Het is ook interessant om nog eens de pessimistische uitspraken van Ehrlich onder ogen te krijgen over honger door voedselgebrek als gevolg van de bevolkingsgroei. Uitspraken die door het kweken van nieuwe graansoorten door Norman Borlough werden gelogenstraft.
Bevolkingsgroei
Maar ook als geschiedschrijver is Vink soms een rare auteur. Zo schrijft hij dat Ehrlich de goeroe werd van de opkomende milieubeweging. Maar deze onmiskenbaar veel aandacht trekkende en veel boeken verkopende figuur is, anders dan Rachel Carson, in de milieubeweging altijd een zeer controversiële figuur geweest die felle strijd leverde met Barry Commoner die in de moderne technologie en niet in de bevolkingsgroei de oorzaak zag van milieuproblemen.
Iemand die zo uitvoerig over Ehrlich schrijft mag dat niet onvermeld laten en zou ook moeten vaststellen dat het thema bevolkingsgroei in de milieubeweging eerder een onderbelicht dan een overschat thema is geworden.
Soms kan de geschiedschrijving van Vink gewoonweg malafide genoemd worden. Dat is het geval als hij in een hoofdstuk met de titel Waarom zijn de bossen niet dood? verzuimt te vermelden dat de emissies van verzurende stoffen, mede dankzij het ageren van de milieubeweging, drastisch verminderd zijn. Dat feit komt hem kennelijk slecht uit in zijn schets van bossterfte door verzuring als misplaatste paniekzaaierij.
Een derde raar kenmerk van dit boek is dat er hele hoofdstukken in zijn opgenomen, zoals de hoofdstukken 5,7, 8 en 9, die misschien wel met het onderwerp van het boek in verband te brengen zijn, maar in de argumentatie van Vink verder geen rol spelen. Bij vele bladzijden vroeg ik mij af: waar heeft dit mee te maken en waarom moet ik dit nu lezen?
Dromen
Maar laat ik proberen de kern van het betoog van Vink weer te geven. In de Proloog schrijft hij: “Deze tijd, onze tijd, is een unieke historische periode. We (wie op aarde zijn dat? –E.T.) hebben de droom van onze voorouders gerealiseerd. Zij droomden over onze rijkdom, ze hebben hartstochtelijk geloofd dat de vooruitgang hen zou verlossen van de bittere armoede en de zware arbeid (….) Maar tegelijkertijd is de angst ingeslopen. We kunnen niet geloven dat het zo goed gaat. We zijn bang. We wantrouwen ons voedsel, we vrezen het klimaat, we zijn bezorgd over de onstuimige groei van de wereldbevolking en verontrust over natuur en milieu.”
En aan het eind van het boek. “De invloed van de mens op de natuur is zo sterk geworden, dat we in een ander tijdperk zijn terechtgekomen, het tijdperk waarin de mens de machtige natuur heeft beteugeld: de mens heerst over de natuur. Het is een besef dat we nauwelijks durven toelaten(….) Het maakt ons bang.”
Vanuit dat perspectief schrijft Vink over de milieubeweging. Hij prijst de verdiensten van Rachel Carson en anderen bij het signaleren van milieuproblemen maar vindt dat de milieuactivisten met hun ondergangsvisioenen verschrikkelijk overdrijven.
De grootste zwakte van het boek is dat iedere kritische reflectie over wat vooruitgang is erin ontbreekt. Voor Vink is vooruitgang simpelweg: voortgaan op de ingeslagen weg. Doorgaan met hetzelfde. Wie dat niet wil is een pessimist.
Vooruitgang
Zo noemt hij de opvatting dat het kapitalisme fundamenteel zal moeten veranderen als voorbeeld van “het pessimisme van ellende en ondergang”. Het inzicht dat het soms nodig is om van koers te veranderen ten behoeve van verdere vooruitgang is in dit boek afwezig.
Maar laat ik positief eindigen. Vink inspireerde me tot het formuleren van een stelling die ik later in een eigen publicatie hoop op te nemen en die luidt: “De milieubeweging van de laatste vijftig jaar is een onderdeel van het eeuwenoude streven om, met vallen en opstaan, zorgvuldiger om te gaan met de anderen en het andere’”
Geef een reactie