Fotojournalist Marten van Dijl bezocht in 2013 de dorpjes in de vervuilde Nigerdelta waar de aanklagers in de rechtszaak tegen Shell wonen, en maakte er een reportage over hun dagelijkse beslommeringen. Hij won er in januari dit jaar de eerste prijs mee in de categorie Natuur & Milieu van de Zilveren Camera.
In Nigeria speelt zich al decennialang een voortdurende olieramp af. Sinds de jaren ’50 zijn daar tientallen miljoenen vaten olie weggelekt. Deze langzame olieramp heeft desastreuze gevolgen voor mensen, dieren, natuur en milieu.
De lekkages in de Nigerdelta ontstaan voor een belangrijk deel door slecht onderhoud (corrosie, verouderd materiaal) en slechte beveiliging van leidingen (die open en bloot door dorpen lopen), waardoor spontaan scheuren ontstaan en criminelen gemakkelijk sabotage kunnen plegen. De Nederlandse multinational Shell, die in Nigeria de ‘operator’ is van de joint venture van Shell, andere oliebedrijven en de Nigeriaanse overheid, is daarvoor direct verantwoordelijk: zij is beheerder van het leidingennetwerk.
Waar bij andere grote olierampen snel en goed wordt opgeruimd, gebeurt dat in Nigeria nauwelijks. Ook neemt Shell nauwelijks voorzorgsmaatregelen om nieuwe lekkages of sabotage te voorkomen. Van compensatie die de vele slachtoffers volgens het Nigeriaans recht zouden moeten krijgen, is al helemaal geen sprake
Shell ruimt niet op
Het is inmiddels meer dan twee jaar geleden dat VN-onderzoekers een schokkend rapport publiceerden over de gevolgen van decennialange olielekkages in de Nigerdelta. In het rapport, ‘Environmental Assessment of Ogoniland’, wordt Shell door het milieubureau UNEP van de Verenigde Naties beschuldigd van slecht opruimen van olie die gelekt is uit Shell-pijplijdingen in de extreem vervuilde Nigeriaanse regio Ogoniland.
Volgens UNEP leidt de wijze waarop Shell vervuilde lokaties opruimt ‘niet tot herstel van het milieu’, worden daarbij ‘wetten niet nageleefd’ en houdt Shell zich bij het opruimen ‘niet aan haar eigen procedures’.
De VN hebben Shell, andere oliebedrijven en de Nigeriaanse overheid bij het verschijnen van het rapport in 2011 opgeroepen om een herstelfonds van 1 miljard dollar op te richten voor de regio. Ook wordt Shell gemaand om haar schoonmaakmethodes te herzien en te verbeteren en om verlaten olieinstallaties op de juiste wijze te ontmantelen. Hoewel Shell de conclusies van het VN-rapport onderschrijft, heeft de multinational ruim twee jaar na het verschijnen ervan nog geen van de aanbevelingen opgevolgd.
Rechtzaak
Milieudefensie en vier Nigeriaanse boeren zijn in 2008 een rechtzaak begonnen tegen Shell. Ze eisen dat oliegigant de olievervuiling opruimt en de boeren compenseert voor de geleden schade. Ze klagen zowel Shell Nigeria als de Nederlandse moedermaatschappij aan wegens olievervuiling. De zaak is uniek omdat het de eerste keer is dat een Nederlandse multinational in eigen land voor de rechter wordt gedaagd voor milieuschade die het heeft aangericht in het buitenland.
Op 30 januari 2013 oordeelde de rechtbank dat Shell, door aanrekenbare nalatigheid, schuldig is aan schade door olievervuiling in het Nigeriaanse dorp Ikot Ada Udo, en heeft Shell opgedragen compensatie te betalen aan de slachtoffers. Het moederbedrijf, Royal Dutch Shell, werd echter niet aansprakelijk gehouden voor het doen en laten van de dochteronderneming, Shell Nigeria. Milieudefensie gaat tegen dit besluit in beroep, ook in het geval van twee andere olielekkages uit Shell-infrastructuur, die de dorpen Goi en Oruma hebben vervuild. Dit beroep zal in de loop van 2014 dienen.
Geef een reactie