Campagne tegen ontbossing voer je niet alleen vanuit Nederland. Maar ook niet alleen vanuit de plek waar het gebeurt. Rolf Schipper is campagneleider Bossen bij Milieudefensie, in Nederland. Vanuit Indonesië vertelt hij hoe je effectiever campagne voert door over de grens samen te werken.
“Ik sta hier in Indonesië met mijn poten in de modder. Dat wilde ik ook graag, al had het niet persé zo letterlijk gehoeven. Overal ruikt het naar rook. Ik ben hier omdat het regenwoud van Indonesië in rap tempo wordt gekapt en platgebrand. Meer dan de helft van dit groene thuis van mensen en dieren is al verdwenen. Als campagneleider zet ik me in voor het behoud van de laatste oerbossen. Als wij daar iets tegen willen doen, moeten we eerst weten: wat gaat er eigenlijk mis in die bossen? Die vraag stelde ik aan Aryo, medewerker van onze zusterorganisatie WALHI in Indonesië. Zijn antwoord: ‘Kom maar kijken. Ik laat het je zien.’
En zo stapte ik een maand later in een smal bootje en voeren we door kleine kanaaltjes. Langs zwartgeblakerde boomresten en kale moerassige vlaktes. Kort geleden was dit nog nog een groen en bruisend regenwoud. Totdat een palmoliebedrijf de natuur met de grond gelijk maakte. De dieren verjoeg. En de bewoners met lege handen achterliet.
Om milieuproblemen effectief aan te pakken, werkt Milieudefensie internationaal samen met milieu- en mensenrechtenorganisaties over de hele wereld. We zijn onderdeel van het grootste internationale grassroots milieunetwerk: Friends of the Earth. Het bijzondere van dit netwerk is, dat de leden allemaal nationale wortels hebben in de landen waar ze werken. Het bestaat uit 75 onafhankelijke nationale milieu- en mensenrechtenorganisaties en duizenden lokale groepen over de hele wereld. Overal voeren we campagne voor een rechtvaardige en duurzame samenleving en doen we onderzoek naar milieuproblemen.
WALHI is de grootste milieuorganisatie van Indonesië, en is net als Milieudefensie lid van het internationale milieunetwerk Friends of the Earth. Als Indonesische organisatie hebben ze nauwe banden met bewonersgroepen en actiegroepen door het hele land. Ze zitten aan tafel voor overleg met ministers en zetten druk op bedrijven. Samen met WALHI brengen we in kaart waar bedrijven in de fout gaan. Ook doen we onderzoek naar de gevolgen van vervuiling en boskap. Door samen op te trekken, zijn we in staat internationale problemen aan te pakken. Die samenwerking is nodig voor fundamentele veranderingen in onze economie en samenleving.
Wat wij doen, dat kunnen anderen ook. Maar hoe pak je dat aan, zo’n internationale samenwerking? Vier basisprincipes voor een succesvolle gezamenlijke campagne:
2. Leer van elkaar
De bedrijven die milieuvervuiling veroorzaken of natuur verwoesten, kunnen in andere landen soms ongestraft hun gang gaan. Goede wetten ontbreken, worden niet gehandhaafd, of ambtenaren worden omgekocht. Het is voor een Nederlandse organisatie erg lastig om dit goed in beeld te krijgen. Onze Friends of the Earth-partners kennen de situatie ter plekke het beste. Zij leren ons hoe de politiek en samenleving in hun land werken. Wij leren hun op onze beurt hoe bij óns de geldstromen lopen, internationale bedrijven opereren en de politiek werkt. Wederzijds leren, noemen we dat.
Ik wilde bijvoorbeeld leren hoe WALHI de problemen met ontbossing aanpakt. Niet alleen wordt het bos gekapt, maar ook worden de bewoners beroofd van hun akkers, houtvoorraad en drinkwatervoorziening. Hoe zorgt WALHI ervoor dat het regenwoud blijft staan en dat de bewoners krijgen waar ze recht op hebben? Tijdens mijn bezoek zag ik hun aanpak in de praktijk. WALHI informeert dorpsgemeenschappen over hun rechten, zodat ze zich niet door een palmoliebedrijf laten misleiden hun land af te staan. Ze helpen bewonersgroepen om aanklachten in te dienen tegen bedrijven die hun land stelen. En ze ondersteunen boeren om eigendomspapieren voor hun land te krijgen, zodat het niet meer van ze kan worden afgepakt.
Andersom leert WALHI ook van ons. Actievoerders van WALHI kwamen bijvoorbeeld naar Nederland om te spreken met de financiële instellingen die hún palmoliebedrijven van geld voorzien. Ook spraken ze met politici die de grootschalige import van palmolie naar Europa mogelijk maken, bijvoorbeeld om die palmolie als ‘groene’ brandstof te gebruiken in Europese dieselauto’s. Zo kregen ze meer inzicht in de Europese kant van de palmolieketen.
3. Ga direct aan de slag
Wij geloven niet in langdurige trainingsprogramma’s. Liever gaan we gelijk aan het werk. Friends of the Earth-medewerkers die naar Europa komen, praten we snel bij en we gaan gezamenlijk naar gesprekken met politici, media en bedrijfsleven. Andersom gaan onze medewerkers op werkbezoek in Afrika, Azië of Latijns-Amerika ook meteen mee het veld in. Het mooie van deze manier van werken is dat het niet blijft bij lezingen en boeken, maar we daadwerkelijk aan de slag gaan. Werkend leren noemen we dat.
Dit voorjaar kwamen actievoerders uit tropische landen van over de hele wereld naar Nederland om meer te leren over ontbossing en de oorzaken daarvan. Ze gingen ook mee de straat op om te protesteren voor de deuren van ABN Amro, ING en Rabobank. Deze banken investeren nog altijd in de palmoliebedrijven die in hun landen het regenwoud verwoesten. De actievoerders vertelden Nederlandse journalisten wat de gevolgen zijn van die investeringen voor de natuur en de mensen in hun land. Zo leren we niet alleen van elkaar, maar zetten ook direct druk op de veroorzakers van het probleem. Hiermee werken we samen aan oplossingen.
Onze bezoeken aan het buitenland kunnen hetzelfde effect hebben. Zo vocht een dorp op Sumatra al jarenlang tegen een palmoliebedrijf dat hun bos vernietigde. Niemand wilde naar hen luisteren, waardoor het bedrijf zijn gang kon blijven gaan. Ons bezoek bleek het breekijzer om audiëntie op het presidentieel paleis af te dwingen. Daardoor vindt nu op het hoogste niveau overleg plaats om het regenwoud te beschermen tegen de oprukkende plantages.
4. Voer internationaal campagne
Met goede internationale regels kunnen veel milieuproblemen worden voorkomen. Maar deze regels zijn nog lang niet goed genoeg, en vaak niet afdwingbaar. De regels die er zijn, kunnen dan ook makkelijk omzeild worden door bedrijven. Daarom voeren we samen met andere Friends of the Earth-groepen campagne voor internationale verdragen. Zo werken we aan het VN-verdrag voor mensenrechten en het bedrijfsleven: we adviseren nationale overheden die deelnemen aan de onderhandelingen en zetten druk op delegaties die niet serieus mee willen praten. Ook zetten we ons gezamenlijk in voor naleving van het Klimaatakkoord van Parijs in 2015. Dat doen we bijvoorbeeld door getroffen gemeenschappen een podium te geven. Hun persoonlijke verhalen over landroof en schendingen van hun rechten maken ook bij beleidsmakers diepe indruk.
We zijn daarmee onderdeel van een internationale beweging van organisaties en burgers die van zeer lokaal tot internationaal niveau samenwerken en campagne voeren. We moeten nog groeien en veel leren, maar deze grassroots-methode past goed bij Milieudefensie. Het zorgt ervoor dat we hier in Nederland in actie kunnen komen om de milieuproblemen en mensenrechtenschendingen elders aan te pakken. En soms zorgt het er ook voor dat ik in Indonesië met mijn poten in de modder van een afgebrand regenwoud sta. Dat ik dan thuiskom met de rook nog in mijn kleren, heb ik er maar al te graag voor over.
Trees Brouwer zegt
Steeds beter bezig! Compliment Je benut je kennis en begaafdheid voor een goede oplossing in de strijd.