Paraguayaanse boeren komen in opstand tegen grote sojaproducenten. We spraken de immer vriendelijke maar vastberaden verzetsleider en de regisseurs van de documentaire Raising Resistance op het Movies That Matter Festival. “Drie jaar geleden stopten we een tractor, nu is er een film en zit ik in Den Haag.”
De documentaire Raising Resistance gaat over Paraguayaanse kleine boeren die worden verdreven door grootschalige sojaproductie. Een van die boeren is Geronimo Arevalos: “Voor mij is het simpel: gentech is de demoralisatie van het leven.”
“Meestal blijft de botsing tussen de kleine lokale markten met de mondiale landbouwsystemen en handelsmarkten heel stil”, vertelt regisseur David Bernet tijdens het Movies that Matters Festival in Den Haag waar zijn film Raising Resistance werd vertoond. “Dagelijks verliezen mensen wereldwijd hun bestaansmiddelen en wij merken er niks van. Maar in Paraguay kwamen de kleine boeren in opstand om te laten zien onder hoeveel druk ze staan.”
“Genetisch gemanipuleerde gewassen zijn te succesvol geworden”, stelt co-regisseur Britta Borgfeld. “Het is gemakkelijk geld verdienen en daardoor is het een systeem van ‘grow or go’ geworden. Inmiddels is landbouw een investeringsobject. Kleinschalige boeren die niet aan deze economische cyclus kunnen meedoen, worden weggedrukt. Dat gebeurt overal ter wereld, met allerlei soorten gewassen.”
De charismatische Geronimo Arevalos, een nauwelijks geletterde maar wijze kleine boer die een soort biologisch-dynamische landbouw bedrijft, knokt tegen dit systeem. Borgfeld: “Bij onze eerste ontmoeting begon hij onze manier van leven te becommentariëren. ‘Jullie hebben geen idee wat jullie kopen en eten’, zei hij.”
Zijn brede horizon staat in schril contrast met de sojaboeren en genetisch ingenieurs die voor de film óók zijn geïnterviewd. Geronimo bezet in de film het land van Valjrio Eichelberger, een kleinere sojaboer. Borgfeld: “Eichelberger wil graag iets anders verbouwen, het conflict met de campesinos vindt hij heel vervelend. Maar het systeem is: sojaboeren krijgen een prijsgarantie, ze lenen voor het zaad en andere benodigdheden. De oogst betaalt de lening af en geeft wat winst. Andere gewassen zijn een te groot risico.” Bernet: “Er is een groot verschil met de boeren hier; dáár krijgen ze geen subsidie. Als je oogst mislukt, verlies je alles.”
De kleinere boeren hebben geen mogelijkheden geld te lenen, vertelt Arevalos. “Een groot probleem, want ook zij zouden willen investeren om hun land beter te bewerken. Nu produceren sommigen te weinigen om van te leven. Zij verhuren hun land aan de grotere sojaboeren, waarvan ze vervolgens volledig afhankelijk zijn.” “Doordat er tussen het land van de gemeenschap losse stukken sojaveld komen, wordt de hele structuur vernietigd”, verduidelijkt Benet. “Bovendien krijg je het probleem van de overwaaiende pollen.”
De twee gentech ingenieurs in de film zijn tegen het grootschalige gebruik van chemicaliën. Precies daarom hebben ze genetisch gemanipuleerde gewassen ontwikkeld. “Maar die inzet heeft niet gewerkt”, concludeert Bernet. “Er is een spiraal ontstaan van meer en meer en meer. Alle sojaboeren, ook degenen die ongemodificeerd zaad gebruiken, werken met enorme ladingen chemicaliën. Voor mensen als Geronimo maakt het niks uit als ze stoppen met gentech. Landbouw zou gewoon weer organisch moeten worden.”
Arevalos blijft hoopvol. “Drie jaar geleden stopten we een tractor, nu is er een film en zit ik in Den Haag.” Hij is gevraagd parlementskandidaat te worden, door de geruchten rondom de film. Hij grapt: “Ik ben ook bereid om president te worden!”
Geef een reactie