Natuur werkt goed tegen stress. Thomas van Slobbe neemt daarom iemand mee het bos in. “Ze kletste wat over reclames. Over een praatshow op de televisie.”
Ze was gespannen. Ze sliep slecht en voelde zich niet lekker. Daarom gingen we een dagje de natuur in. Natuurbeleving helpt immers tegen stress.
Ik liet haar lezen hoe dat werkt.
‘Dagelijkse bezigheden, spanningen en beslommeringen vragen veel gerichte aandacht, en soms wordt er simpelweg teveel gevraagd. Dan neemt je capaciteit af om ergens gericht aandacht aan te schenken. Het reservoir raakt leeg en als gevolg daarvan ontstaan mentale vermoeidheid en stress.’
‘Natuur vraagt geen gerichte aandacht. Je kunt er doorheen lopen en op een zachte, ontspannen manier geraakt worden door alles wat je ziet. Door de bomen, de wind, de vergezichten; de ervaring dat je deel uitmaakt van je omgeving. En die zachte fascinatie maakt dat je reservoir weer wordt gevuld. Dat voelt goed; dan kom je op verhaal.’
Dat klonk goed. Het sprak haar aan. Vooral ook omdat het prachtig weer was. We liepen een stukje van het Pieterpad, door de hellingbossen op de stuwwal. Ze vertelde me dat ze een nieuwe bank had gekocht. Blauw-groen; dat paste mooi bij haar vloer en haar gordijnen. De bank zou vrijdag worden bezorgd. Dan moest ze zorgen dat er iemand thuis was.
“Kijk,” zei ik. “Die oude, grote eikenboom. Hoe trots die in het veld staat.”
Dat is lastig, vertelde ze. Dat er altijd iemand thuis moet zijn als er wat bezorgd wordt. Vooral ook omdat je nooit precies weet hoe laat de spullen worden afgeleverd.
Links, aan de bosrand, stond een ree.
“Kijk,” zei ik. “Daar tussen de varens. Zie je hem staan?”
Ze vroeg waar ik op vakantie was geweest. Zij was met haar vriend naar Praag gegaan. Daar hadden ze over gelezen in een blad.
Het ree was op ons uitgekeken en sprong sierlijk van ons weg. Door de struiken liep een spoor van platgetrapte kruiden.
“Een wissel,” wees ik haar. “Dat zijn de sporen van een das.”
Ze kletste wat over reclames. Over een praatshow op de televisie. Over haar hypotheek, haar spaargeld, haar kansen op promotie. We liepen langs het beekje dat naar daslook rook. Daarna, via het slingerpad, terug naar de weg.
Na de wandeling zaten we op een terrasje. Ze trok haar schoenen uit en bestelde een glas rode wijn.
“En,” vroeg ik. “Wat vond je van het bos?”
Maar ze had geen bos gezien.
Geef een reactie