Dat niet iedereen in actie komt tegen klimaatverandering, ligt volgens klimaatpsycholoog Renee Lertzman niet aan een gebrek aan kennis of urgentiegevoel. Milieumelancholie en innerlijke conflicten weerhouden mensen ervan in actie te komen. Lertzman adviseert de milieubeweging: pak eerst die angsten en conflicten aan. En ga in gesprek.
De Amerikaanse klimaatpsycholoog Renee Lertzman zou het liefst zien dat iedere milieuorganisatie een psycholoog in dienst neemt. Niet omdat ze zich zorgen maakt over de psychische gesteldheid van de medewerkers. Het gaat haar om de campagnes; die zullen er effectiever door worden. In november kwam Lertzman naar Nederland op uitnodiging van Radboud Reflects, het verdiepingsprogramma van de Nijmeegse universiteit. In zekere zin bracht ze een hoopvolle boodschap. Volgens Lertzman zijn de meeste mensen wel degelijk begaan met het welzijn van toekomstige generaties en ons ecosysteem. Het lukt ze alleen niet die zorg om te zetten in actie; ze lijden aan milieumelancholie.
Lertzman ondervond dit fenomeen aan den lijve toen ze als kersverse psychologiestudent een bijvak klimaatwetenschappen deed. “Laten we het daar niet over hebben”, lacht Lertzman als ik erop wijs dat dat alweer dertig jaar geleden is. Ook toen al werd de mensheid aangewezen als de aanstichter van vele soorten onheil die over haar worden uitgestort. “Ontbossing, biodiversiteit, zure regen, klimaatopwarming; iedere week hoorden we nieuwe verontrustende verhalen over de staat van onze Aarde”, vertelt ze. “Het werd heel feitelijk gepresenteerd, in een enorme collegezaal. Dat al die informatie enorm beangstigend en verwarrend was, daar was geen aandacht voor.”
Cognitieve dissonantie
Terwijl Lertzman week na week aanhoorde hoe onze manier van leven leidt tot wereldwijde verwoesting, leerde ze bij colleges sociale psychologie het begrip cognitieve dissonantie kennen. “Dat wil zeggen dat we het pijnlijk vinden om informatie te accepteren die conflicteert met ons gedrag of onze overtuiging”, legt ze uit. Als die pijn onverwerkt blijft, komen mensen vast te zitten. Voor Lertzman was de link tussen de vakgebieden overduidelijk: iedereen draagt bij aan de klimaatverandering. Die informatie doet pijn, en die pijn stoppen we weg. En vervolgens doen we er niets mee.
Lertzman was diep onder de indruk van de collegereeks klimaatwetenschappen. “Ik ervoer een intens gevoel van verlies en melancholie.” Die melancholie ging zo diep, dat deze uitmondde in een depressie. Lertzman stopte met studeren. Tot ze toevallig stuitte op een flyer over een veldstudie. De studie omvatte twee maanden waarin mensen zich onderdompelden in de wildernis en het moderne leven zoveel mogelijk probeerden los te laten. “Ik ben zo dankbaar dat ik dat heb meegemaakt. Het is lastig uit te leggen hoe ik precies uit die depressie ontsnapt ben. Het was iets met de combinatie van in de wilde natuur leven en met een klein groepje mensen samenzijn, van veel lezen en praten over milieufilosofie en deep ecology. Ik realiseerde me dat we onderdeel zijn van het ecosysteem. Dat het essentieel is om ons te richten op het menselijke vermogen tot herstel en de vraag waarom we in deze situatie zitten.”
Terug van haar veldstudie wilde Lertzman per se klimaatpsychologie studeren. Ze was ervan overtuigd dat de inzichten uit de psychologie de milieubeweging vooruit kunnen helpen. Alleen bestond de studie klimaatpsychologie nog niet. “Niemand bij de afdelingen psychologie, klimaatwetenschappen of filosofie voelde zich geroepen om er iets mee te doen. Dus bedacht ik zelf mijn eigen interdisciplinaire studie.”
Verlamming
Psychologische en emotionele effecten van klimaatverandering weerhouden mensen ervan om in beweging te komen. Lertzman ontwikkelde dat inzicht tijdens veldstudies voor haar promotieonderzoek. Tussen 2006 en 2009 deed ze diepte-interviews met de bewoners van Green Bay, een sterk geïndustrialiseerde regio in Wisconsin met grote ecologische problemen. De meeste mensen leken op het eerste gezicht niet onder de milieuvervuiling te lijden. Wel spraken ze steeds over de omgeving en de meren die vroeger zo schoon en ongerept waren. Het deed haar deed denken aan Freuds essay Mourning and Melancholia, en ook aan meer eigentijdse literatuur over verlies en depressie. “Ik besefte dat die melancholie een logische, rationele reactie op de klimaatcrisis in de weg zit. De complexe combinatie van gevoelens die mensen al dan niet bewust hebben, kan leiden tot verlamming of ontkenning.” Door die complexe gevoelens treden allerlei beschermingsmechanismen in werking. Mensen keren zich bijvoorbeeld door ‘dissociatie’ af van die verontrustende gevoelens en richten zich in plaats daarvan op andere dingen.
Door die angst en ongerustheid weg te stoppen en te ontkennen, worden mensen voor de milieubeweging onbereikbaar. Dat doen mensen zelf, maar dat is niet het enige, legt Lertzman uit. Ze worden daar ook nog eens een handje bij geholpen door de communicatie van overheden, bedrijfsleven – en ook de milieubeweging zelf. In officiële communicatiestrategieën worden ingewikkelde emoties meestal genegeerd. De boodschap is óf heel positief en gericht op oplossingen, óf mensen worden doodsbang gemaakt om ze tot actie aan te zetten. “Je kunt niet meteen werken aan een oplossing, zonder eerst de verborgen angsten van mensen te erkennen. Zonder eerst te benoemen dat de situatie waar we ons in bevinden, enorm overweldigend kan voelen. Dat is contraproductief.” De eerste stap op weg naar een oplossing is volgens Lertzman dan ook de expliciete erkenning van die angsten. “We moeten mensen helpen hun gevoelens van verwarring en onzekerheid te verwerken, door die te benoemen en bespreekbaar te maken.” Pas daarna staan ze open voor oplossingen.
Splitsing
Lertzman herkent die tegenstelling tussen enerzijds de oplossingsgerichte, positieve boodschap en anderzijds de angstaanjagende, negatieve boodschap. De neiging om het positieve en het negatieve uit elkaar te trekken, ook wel ‘splitsing’ genoemd, reflecteert volgens Lertzman onze eigen psychologische splitsing. Mensen vinden het moeilijk om te onderkennen dat er verschillende, soms tegengestelde kanten aan een persoon of situatie kunnen zitten. “Emoties spelen een belangrijke rol in de manier waarop ons brein informatie verwerkt. Dat moeten we gebruiken in de manier waarop we mensen aanspreken. We moeten dus onderkennen dat we in een precaire situatie zitten. Tegen mensen zeggen: niemand heeft dit gewild, maar toch zitten we nu in deze beangstigende situatie. En we moeten er iets aan doen. Dan maak je er een geïntegreerde emotionele en cognitieve ervaring van.” Aan deze boodschap van erkenning koppelt Lertzman een positieve oproep tot actie. “Het is een enorme kans voor ons als mensheid,” vervolgt ze, “om ons van onze beste kant te laten zien en creatief en verbeeldingsrijk te zijn. Waarom doe je niet met ons mee?”
Dubbelzinnigh
eid
Zo’n geïntegreerde oproep van bijvoorbeeld de milieubeweging moet aan nog een voorwaarde voldoen, wil zij effectief zijn, benadrukt Lertzman. Mensen nemen hun beslissingen niet op basis van rationele gronden. Het heeft dus weinig zin om ze te confronteren met nieuwe feiten, informatie of data, want daarop zullen ze hun gedrag niet aanpassen. We moeten rekening houden met wat Lertzman ambivalentie of dubbelzinnigheid noemt; in zekere zin het tegenovergestelde van splitsing. “Ons gedrag wordt bepaald door allerlei verlangens en waarden die met elkaar wedijveren en aan elkaar tegengesteld kunnen zijn. Bijvoorbeeld: familie, het milieu, zakelijk succes hebben en geld verdienen, mooie spullen bezitten, hoe mensen jou zien en hoe ze je beoordelen.” Er zit wel een bepaalde hiërarchie tussen die verlangens en waarden. “Als we begrijpen waar de grootste conflicten liggen,” vervolgt Lertzman, “kunnen we ze hopelijk wegnemen. Daar gaat het om: het wegnemen van die ambivalentie, want die werkt verlammend. Uiteraard willen we daar niet blijven hangen, we willen mensen helpen om ándere keuzes te maken. Maar dat is een andere techniek dan de waarden zelf van mensen te proberen te veranderen, want dan komen ze in verzet. Er wordt binnen de milieubeweging veel gesproken over welke waarden mensen hebben. Ik denk dat mensen die we momenteel niet bereiken uiteindelijk om hetzelfde geven als wij. Alleen hebben zij net andere prioriteiten.”
Gesprekken
Maar hoe kun je zo’n verlammende ambivalentie bij iemand wegnemen? Door te praten, stelt Lertzman. Ze pleit voor meer platforms voor gesprekken tussen het gewone publiek en de milieubeweging, zoals de Carbon Conversations in Engeland waardoor ze sterk beïnvloed is – in Nederland kennen we ze als Klimaatgesprekken. De kracht van conversatie is enorm groot, heeft ze ontdekt tijdens de veldstudies voor haar promotie. “Dat er naar je geluisterd wordt, maar ook dat je zelf iets onder woorden moet brengen, is heel belangrijk voor complexe onderwerpen als klimaatverandering, het milieu en duurzaamheid. Vaak weten mensen helemaal niet precies wat ze ervan denken. Voor een wetenschapper als ik is het goud waard als iemand je vertelt: ik zei net wel dat ik nooit over het klimaat nadenk, maar door deze gesprekken besef ik dat het eigenlijk heel vaak door mijn hoofd schiet.”
Bij gesprekken als de Carbon Conversations is het belangrijk om altijd open vragen te stellen, om vertrouwen op te bouwen. Mensen moeten zich vooral niet schuldig voelen, want dan treden allerlei verdedigingsmechanismes in werking. Lertzman maakt graag gebruik van motivational interviewing, een sturende, persoonsgerichte gespreksstijl. De methode komt uit de klinische psychologie en wordt met veel succes toegepast in de gezondheidszorg, ook in Nederland. Aanvankelijk bij verslavingsproblemen, maar inmiddels ook bij gedragsverandering rond voeding en beweging. Doel is natuurlijk het bevorderen van gedragsverandering, door de dubbelzinnigheid die iemand voelt ten opzichte van die verandering te helpen verhelderen en oplossen.
Eigen inzicht
De methode toont steeds weer aan dat mensen eerder geneigd zijn te doen wat nodig is als ze het gevoel hebben dat ze niet worden veroordeeld, dat ze vrij zijn om hun eigen beslissingen te nemen. “Je benadert mensen niet met de boodschap dat hij of zij iets móet doen, omdat we anders met z’n allen in de problemen komen. De boodschap is een radicaal andere: je gaat er vanuit dat iemand zelf het juiste wíl doen en je vertrouwt dat hij of zij de goede keuze zal maken. Ook al zijn er vaak zoveel andere dingen die de aandacht opeisen.” Zoals bij dat veel terugkerende dilemma van die vliegvakantie naar een verre, zonnige bestemming, die zowel heerlijk is als enorm slecht voor het milieu. “Gewoon de waarheid vertellen, dat zou een fantastische campagne zijn. Natuurlijk wil je lekker op vakantie, en waarom ook niet? Maar aan de andere kant wil je bijdragen aan een betere planeet. Puur door het conflict te benoemen – alleen dat – geef je mensen de kans zelf een keuze te maken.”
Het is de bedoeling dat mensen zelf de zin van een bepaald soort gedrag ontdekken. “Het is veel effectiever om mensen naar een antwoord toe te begeleiden. Als ze zelf tot een bepaald inzicht komen, is de kans groter dat ze ook daadwerkelijk aanpassingen gaan doen. En dat volhouden.” Het is niet de bedoeling om met iedereen één-op-één-gesprekken te voeren, benadrukt Lertzman, maar om die benadering te vertalen naar de strategie, branding, social media en de manier waarop de boodschap wordt verkondigd.
Concreet betekent dat: stop met mensen te vertellen wat ze moeten doen en ga ze begeleiden naar wat ze zelf willen doen. “Vraag: wat wil jij eigenlijk? En laat de mogelijkheden zien. Ik denk dat activisten dat veel meer moeten doen. Dat ze anderen ten dienst moeten staan en moeten steunen. Veel mensen worden misselijk van die gedachte, die vinden dat we juist de verandering in gang moeten zetten. Begrijp me goed: dat vind ik ook. Ik sta alleen een andere aanpak voor, met meer compassie. Activisten kunnen niet altijd invoelen dat anderen de noodzaak voor veranderingen niet inzien. Ik zou het heel krachtig vinden als milieuorganisaties zouden luisteren. Dat ze zouden zeggen: we vragen niets van jullie, alleen dat je vertelt wat je ervaringen zijn. Dat vraagt om openheid en nederigheid. Dat zou heel krachtig zou zijn. Dan heb je een basis om op te roepen tot meer actie.”
Robert van Waning zegt
“Ik zou het heel krachtig vinden als milieuorganisaties zouden luisteren,” zegt klimaatpsycholoog Renee Lertzman. En overheid en bedrijfsleven? Moeten die niet luisteren?
Lertzman zegt: “Natuurlijk wil je lekker op die vliegvakantie naar een verre zonnige bestemming, en waarom ook niet? Maar aan de andere kant wil je bijdragen aan een betere planeet. Puur door het conflict te benoemen – alleen dat – geef je mensen de kans zelf een keuze te maken.”
Wat een quatch. Hoeveel ‘eigen keuze’ hebben mensen als zij dmv paginagrote advertenties in ‘kwaliteitskranten’ en commercials en reisprogramma’s op tv voortdurend worden aangespoord om voor weinig geld verre vliegreizen te maken
Waar ik melancholisch van word is dat de wereldeconomie gebaseerd is op verspilling van grondstoffen, vervuiling van het leefmilieu en opwarming van het klimaat. Iedere maatregel om die afhankelijkheid te verkleinen, wirdt gefrustreerd door een machtige lobby.
John zegt
Wat een onzin. De vraag die milieu activisten eens zouden moeten stellen is de vraag of het wel klopt wat ze allemaal beweren. De geschiedenis heeft al meerdere keren bewezen dat ze gewoon onzin uitkramen.
Een recent voorbeeld? Ed Nijpels riep eind vorige eeuw dat er in 2000 geen boom meer zou staan als we niet direct iets zouden gaan doen…
Er is dus geen sprake van angst, maar van ongeloof. Bewijs is ook het feit dat er veel minder hybride auto’s worden verkocht nu de subsidie is afgelopen
Rombout Meijer zegt
Laten we beginnen kerosine te belasten.