Als we echt wat willen veranderen, moet de progressieve beweging weer één worden. Niet jouw strijd, maar de onze. Hoe bouwen we aan een beweging waarin alle progressieve clubs een plek hebben? Down to Earth deed een voorzet en nodigde Job (Milieudefensie), Caitlin (Kick Out Zwarte Piet), en Robin (Extinction Rebellion) uit voor een goed gesprek.
We blokkeren al dansend de Zuidas voor een eerlijk beleid, komen in heel het land bijeen tegen racisme, en lopen met 40.000 mensen door de stromende regen voor het klimaat. Het is niet langer nodig met weemoed terug te denken aan het activisme van de jaren 80. Je hoort het, je leest het, het is er weer: ‘momentum’. De progressieve beweging is wakker.
Nu is het een kwestie van doorpakken. Er is werk te doen: iedere club kent zijn eigen actievorm – van lobbyen, werven, demonstreren, tot aan zwemmen in de Hofvijver – maar wie verder kijkt dan het hoe, vergeet weleens dat we het wat delen. Uiteindelijk gaat het alle progressieve clubs om hetzelfde: (klimaat)rechtvaardigheid. Om een vuist te kunnen maken, hebben we een grote progressieve beweging nodig. Een beweging waarbinnen mensen elkaar niet voor de voeten lopen, maar clubs elkaar weten te vinden en de handen ineen slaan.
Hoe werken we aan zo’n grote, veelzijdige beweging? Wij nodigden drie bewegingsbouwers uit voor een broodje en gingen samen op zoek naar een antwoord op die vraag. Aan tafel: Caitlin Schaap, organisator bij Kick Out Zwarte Piet en medeorganisator van Black Lives Matter NL, Robin Habbé (ook wel Bruisje), organizer en coördinator bij Extinction Rebellion NL, en Job van den Assem, afzwaaiend hoofd bewegingsopbouw bij Milieudefensie.
Caitlin: “Even heel simpel: wanneer vinden jullie dat iets een beweging is?”
Robin: “Een beweging bestaat uit een groep mensen met dezelfde principes. Dat noemen we bij XR onze principles and values, een soort collectieve basis.”
Job: “Een beweging ontstaat volgens mij als mensen zich onderdeel voelen van iets. Het is een gemeenschap van mensen die elkaar vinden. Dat zag je in de jaren 80 zo mooi aan al die neutronenbom-buttons op jasjes en shirts. Je streed ergens voor, herkende elkaar, maar wist tegelijkertijd dat je principes werden gedeeld door een multitude aan organisaties en groepen. Het was net zo georganiseerd als ongeorganiseerd.”
En moet die progressieve beweging zo groot mogelijk zijn?
Caitlin: “Ik kan me voorstellen dat in grote getale de straat op gaan niet altíjd het best werkt. Het is voor burgers een laatste middel. We leven in een parlementaire democratie, maar als er geen politieke partij is die zich expliciet uitspreekt tegen racisme, het al veranderende klimaat wil tegengaan en radicaal actie wil ondernemen, hebben we geen keus: dan functioneert de democratie niet. En ja, dan wil je tijdens een actie met een zo groot mogelijke groep zijn. Zo laat je zien dat mensen het met je eens zijn en kom je politieke ruimtes binnen, zodat je ideeën daar kunnen landen. Massa’s zijn ook belangrijk omdat we daarmee kunnen laten zien dat racisme ons allemaal raakt. Letterlijk iedere persoon op aarde. Dat gevoel hebben mensen vaak wél als het over klimaatverandering gaat, maar niet bij racisme.”
Sicke mobilisatiekracht
Hoe bouw je een beweging?
Job: “Door relaties aan te gaan. Dat doe je door met mensen te praten, één op één. Als je ze vertelt wie jij bent, waarom jij het belangrijk vindt om in actie te komen, zet je ze aan het denken. En dán stel je de vraag: hoe gaan we dit sámen oplossen? Dat is heel anders dan een slogan als ‘een beter milieu begint bij jezelf…’”
Robin: “Ik hoorde laatst een kraker die zei dat als je in de jaren 80 een alarm uitstuurde, er binnen 5 minuten duizend mensen op straat stonden. Dat was sicke mobilisatiekracht! Maar serieus: ik denk dat Nederland sinds de jaren 80 lamgeslagen is door het neoliberalisme. Ik denk dat in de mens heus een basishouding zit van solidariteit, maar dat die helemaal is afgestompt.”
Job: “En als je het gevoel hebt dat je op jezelf aangewezen bent, voel je je machteloos. Je kunt niet in je eentje vechten tegen het systeem, tegen de overheid, of tegen een maatschappij op het verkeerde pad. Daarom zijn die relaties zo belangrijk: die maken je strijdbaar, geven hoop.”
“Ook bij Milieudefensie zijn we denk ik de kracht van mensen een tijdje uit het oog verloren, ook al zijn we altijd een bewegingsorganisatie geweest. Het heeft wel even geduurd voor weer waren waar we nu zijn; terug bij onze roots. Je kunt nu eenmaal niet zo snel een hele organisatie omgooien. Dat is het fijne aan The Sunrise Movement of Extinction Rebellion, dat zijn bewegingsorganisaties die je nieuw kunt neerzetten, from scratch… Als nieuwe organisatie ben je veel wendbaarder.”
Robin: “Kom bij XR!”
Job: “Haha! Maar uiteindelijk is een beweging natuurlijk meer dan één organisatie. Toen we begonnen met de focus op bewegingsopbouw, zeiden we wel eens tegen elkaar: wij, Milieudefensie, moeten de beweging zíjn. Dat was een denkfout: je kunt en mag de beweging niet claimen. De klimaatmars is een goed voorbeeld van hoe het wél moet. Ik heb hier aan de lunchtafel gehoord dat we blij moesten zijn met tienduizend mensen. Ik was er zelf altijd van overtuigd dat we met bewegingsopbouw meer mensen mee konden krijgen. En zo heeft het ook uitgepakt: ons verhaal over een eerlijk en duurzaam Nederland, daar kon iedereen op zijn eigen manier aan bijdragen. Er was een religieblok, een anti-Shell-blok, een veganblok, een oceanenblok, een fashionblok, politieke partijen liepen mee, er was een blok met opa’s en oma’s… wat jouw club ook was: de klimaatmars was the place to be. Zo krijg je dus 40.000 mensen op de been. Ook als het heel hard regent.”
Jouw strijd is mijn strijd
Caitlin: “Je hebt geen idee van te voren, hè? De Black Lives Matter-demo was aangemeld bij de gemeente Amsterdam. Ik dacht: er komen tweehonderd mensen, misschien vierhonderd. Meer dan dat verwachtte ik ook niet in coronatijd. Toen stond de Dam vol.”
Robin: “Het voelde als een historisch moment. Je moest erbij zijn.”
Caitlin: “Dat was het ook: de Black Lives Matter-demonstraties deze zomer waren het eerste grote anti-zwart-racismeprotest in Nederland. In het begin was het heel moeilijk om zwarte mensen de straat op te krijgen. Bij Kick Out Zwarte Piet-protesten bijvoorbeeld werden mensen al snel door de media geframed als radicale terroristen. Terwijl het vaak moeders waren die gewoon hun kinderen willen beschermen, of Gerda van Sesamstraat! Lange tijd waren het vooral linkse, witte activisten die met KOZP de straat opgingen, omdat het voor zwarte mensen minder veilig is om te demonstreren. De materie is niet zo ingewikkeld – we weten wat rechtvaardig is: een racismevrije samenleving – maar de mensen de straat op krijgen, dát is niet altijd makkelijk.”
“We hebben veel bereikt door te kiezen voor de focus op Zwarte Piet. Media en politiek gingen meteen aan de slag zodra we het over Zwarte Piet hadden. Nu worden we eindelijk uitgenodigd en kunnen we met de juiste mensen een gesprek voeren over institutioneel racisme, waar het ons uiteindelijk om gaat. De acties tegen Zwarte Piet hebben gewerkt omdat ze héél veel agressie blootleggen. Agressie die dagelijks wordt gebotvierd op zwarte mensen. Dat zien witte mensen nu. En daar wilden wij het al die tijd al over hebben: zien jullie dat? Dat is iets wat júllie op moeten lossen. We snappen heus dat jullie daar geen zin in hebben, maar hé: wij ook niet.”
Job: “Binnen delen van de progressieve beweging werd lang gedacht: dit is nu even míjn strijd, jij succes met de jouwe. Maar het is niet ‘jouw strijd, mijn strijd’, het is ónze strijd: zolang niet iedereen vrij is, ben jij dat ook niet. Je staat er uiteindelijk ook voor jezelf.”
Robin: “Dinsdag, tijdens onze burgerberaad-modeshow in Den Haag, droeg ik een mooie banner. Er stond op ‘Een aarde, een mensheid, een strijd’. Die verkokering: het is gewoon bullshit. We vechten voor hetzelfde.”
Caitlin: “Wat bedoel je met verkokering?”
Job springt in.
Job: “Dat veel bewegingen op hun eigen domeintje zitten. Dat er niet wordt nagedacht over de root causes van alles waartegen we in verzet komen. Toen ik op mijn zestiende begon bij Milieudefensie als actievoerder tegen de bezetting van het Bulderbos, met mijn voeten in de modder, voelde dat nog wel echt zo: het was ónze strijd. Maar in de loop van de tijd zijn delen van de progressieve beweging uiteengevallen in kleinere clubs: de milieubeweging deed het milieu, de natuurbeweging de natuur, feministen deden vrouwenrechten, enzovoorts. De jongere generatie heeft gelukkig weer oog voor de gedeelde grondoorzaken. Ik hoor het bijvoorbeeld in een podcast als Damn, Honey. Daar gaat het over feminisme, racisme, kolonialisme, klimaatverandering… alles komt samen. En de belangrijkste vragen worden gesteld: wat is er mis met het systeem? Waarom gaan dingen nu werkelijk verkeerd? En wat kunnen we er aan doen?”
Een veilige plek
Robin: “Die vragen stellen is heel belangrijk. Twee van de kernwaarden van XR zijn reflection and learning. Iedereen mag fouten maken, maar als je weigert te reflecteren en van die fouten te leren, moet je gewoon gaan. We willen bijvoorbeeld geen mensen bij XR die beginnen over overbevolking als belangrijkste oorzaak van klimaatverandering. Ecofascisme! Of mensen die op sociale media anderen met opzet misgenderen. Bij ons moet iedereen zich veilig voelen.”
Job: “In de Occupy-beweging in de Verenigde Staten ontstond op een gegeven moment echt zo’n uitsluitings-cultuur. Jij mag erbij omdat je veel op mij lijkt, en jij niet omdat je te weinig op mij lijkt. Ja, dan blijft zo’n beweging klein. Het is een fine line waarop je als beweging of organisatie balanceert: je wilt het draagvlak groot en zichtbaar maken, maar tegelijkertijd zijn mensen op zoek naar gelijkgestemden en een hechte community.”
Robin: “Die ‘jij wel, jij niet’- cultuur, dat is binnen de linkse beweging nog steeds aan de gang. Elkaar bevechten. Niet met geweld, maar met woorden.”
Job: “Ja, dat zie je inderdaad. Zo jammer, we moeten elkaar juist versterken en elkaars sterktes meer waarderen. Een beetje zoals in relatietherapie gebeurt, haha.”
Caitlin: “Serieus: we moeten collectief in therapie.”
Soul searching
Job: “Als progressieve beweging?”
Caitlin: “Ja. Iedereen. Er is flink wat soul searching nodig als we als mensheid voort willen bestaan.”
Hoe doen we dat? Soul searching én overeind blijven in deze wereld?
Robin: “Ik heb veel gehad aan een boek waarin oefeningen staan waarmee je kunt werken aan een betere relatie met de aarde. Active Hope, van Joanna Macy. Zodat je niet leip wordt omdat alles zo fucked up is.”
Caitlin: “Als we de natuur weer een plek geven in onze samenleving, hoef je zulke oefeningen niet te doen. Nu hangen we onze hangmat op aan buizen onder een systeemplafond. Het enige leven dat nog over is in onze samenleving, zijn wij mensen! En om door te kunnen gaan met dit leven, roven we andere plekken leeg en botvieren we onze agressie op andere mensen.”
Robin: “Ja, neokolonialisme…”
Caitlin: “Inderdaad. Racisme is een vorm van scapegoating. Daar komen klimaat, milieu en racisme samen: als we het klimaat en het milieu herstellen, zijn mensen minder geneigd hun onvrede af te reageren op een zondebok.”
Robin: “We moeten die neokoloniale, neoliberale bril afzetten. Daar is therapie voor nodig. Het neoliberalisme doet ons denken dat we vrij zijn omdat we kunnen werken waar we willen en kunnen zeggen wat we willen. Dat is gevaarlijk, want hoe neem je mensen mee in je opstand als ze geloven dat ze al vrij zijn? We moeten de dingen leren zien zoals ze echt zijn. Een T-shirt betekent uren arbeid van onderbetaalde tienermeisjes in Bangladesh. Achter een stukje vlees gaat een vreselijk gewelddadige industrie schuil. Pas als mensen het systeem leren zien, gaan ze zich afvragen of ze wel willen horen bij de groep die het in stand houdt. Nee dus: dan horen ze liever bij de groep die zich ertegen verzet.”
Job: “Precies. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: bewegingsopbouw is relationeel. Vertel mensen niet alleen wat je ziet, maar vooral wat je voelt en wat je drijft. Net zoals bij een therapeut. Die verhalen doen ertoe: jouw boosheid, jouw dromen, jouw hoop. En hopen mag: we zijn er nog lang niet, maar we hebben ook veel bereikt met onze acties.”
Robin: “Vind je? We maken zoveel kapot en er is zoveel onrecht waartegen nog lang niet genoeg actie wordt gevoerd. Denk aan de Oeigoeren! De problemen zijn alleen maar groter geworden.”
Job: “Dat ben ik niet helemaal met je eens. We moeten ook zien dat er wél dingen veranderd zijn, anders houd ik het ook niet vol.”
Caitlin concludeert: “Hoop is essentieel.”
Hoe ziet een therapiesessie voor heel de wereld eruit?
Caitlin: “De beslissingen die we maken zijn meestal gebaseerd op oude wonden. Dat geldt voor ons allemaal, niemand komt zonder kleerscheuren door zijn jeugd heen. Daar moet je zelf, helemaal alleen, mee aan de slag. Als je dat beseft, begrijp je ook dat agressie naar anderen toe jou niet helpt. Vervolgens leer je zien wat jouw gedrag binnen het collectief betekent: ‘Wacht, ik doe andere mensen pijn omdat ik racistisch ben.’ Maar je leert ook dat je ervoor kunt kiezen om te veranderen. En als dat je lukt, is er ruimte voor reflectie en schaamte. Niet het soort schaamte waarbij mensen worden vernederd, maar schaamte die de samenleving positief helpt transformeren. Dan kunnen we samen verder, richting verandering. Dat is wat ik hoop dat er tijdens zo’n sessie zal gebeuren.”
Het gezelschap is even stil, staart voor zich uit.
Caitlin: “Nee, het is niet altijd mooi. We zullen heel veel banken en stoelen nodig hebben. En dekentjes, haha. Maar het is het absoluut waard: uiteindelijk wil je als beweging toch dat je beweging overbodig wordt.”
Lowlander Project
Job van den Assem vertrekt bij Milieudefensie om — samen met Sandra Ball — een trainingscentrum te beginnen. Het Lowlander Project gaat mensen trainen in bewegingsopbouw, waarbij ze hun leiderschap ontdekken, ontwikkelen en leren in te zetten voor maatschappelijke verandering en het versterken van de progressieve beweging. Zie lowlanderproject.nl.
[…] 9 november 2020 – Down To Earth: Relatietherapie voor de progressieve beweging […]