De Braziliaanse gemeente Presidente Kennedy moet met de Porto Central dé transporthub van Brazilië worden, gebouwd door het Havenbedrijf Rotterdam. Maar waar de enorme haven gaat komen, wonen nu mensen die nooit iets anders hebben gedaan dan vissen. “Ze bleven maar zeggen: er komen banen. Maar de banen die er komen zijn voor mensen die gestudeerd hebben.”
“Ik ben 39 jaar en heb nooit iets anders in mijn leven gedaan dan vissen”, zegt Fernando Paes Batista terwijl hij het zweet van zijn voorhoofd wist. In zwembroek en teenslippers zit hij in de woonkamer van zijn zelfgebouwde betonnen huis in het Braziliaanse Marobá. De paar honderd inwoners van het slaperige dorpje, 600 kilometer ten noordoosten van Rio de Janeiro, leven bijna allemaal van de visserij.g
Op de zanderige binnenplaats staat een vers geschilderde oranje roeispaan. Batista vist vanuit zijn roeiboot, met hengels en kleine netten. Af en toe leent hij een buitenboordmotor van een bevriende visser. “We worden er niet rijk van maar we kunnen ervan leven”, verklaart de vader van drie kinderen. Zijn vrouw Aline Belonia (35) verdient wat bij als schoonmaakster in het gemeentehuis, de enige formele werkgever in de gemeente Presidente Kennedy waar Marobá onder valt.
Batista’s vader was visser, zijn grootvader was visser en al zijn broers zijn visser. Zoon Luis Fernando (8) wil ook visser worden. Maar of dat nog kan, tegen de tijd dat hij sterk genoeg is om in de roeiboot de zee op te gaan, weet Batista niet. Op de plek waar de vissers van Marobá nu de beste vis vangen, varen straks de grootste zeeschepen ter wereld.
Transporthub
Presidente Kennedy moet dé transporthub van Brazilië worden. Een verbinding tussen de gigantische, recent ondekte olievelden voor de kust, de ijzermijnen en sojavelden in de aangrenzende provincie Minas Gerais en de rest van de wereld. Een vijf kilometer lange vaargeul zal een natuurgebied van duizenden voetbalvelden groot veranderen in een modern industriegebied. Het eindeloze zandstrand tussen Marobá en het volgende dorp Praia das Neves, ‘sneeuwstrand’ in het Portugees, zal in tweeën worden gekliefd.
Porto Central is de ambitieuze naam die op de havenplannen geplakt is. Tijdens de hoogtijdagen van de Braziliaanse economie schoten de plannen voor nieuwe havens aan de kust van de deelstaat Espírito Santo als paddenstoelen uit de grond. Maar liefst 26 havens zouden er aangelegd gaan worden aan de tropische stranden van Espírito Santo, een deelstaat ter grootte van Nederland. Door de economische crisis gingen veel van deze plannen ter ziele.
Toen het Braziliaanse mijnbouwbedrijf Ferrous zich in de crisisjaren leek terug te trekken uit het ambitieuze project in Marobá dacht dorpsbewoonster Maria Auxiliadora Souza Araújo (63) – grijs kroeshaar, brede glimlach – aanvankelijk dat ook deze haven niet door zou gaan. Ze was opgelucht. “Ik ben bang voor al die mannen die naar ons dorp gaan komen. Wat gaan al die mannen doen? Drugs, prostitutie, dat hebben we hier nu niet”, legt de energieke moeder en oma uit.
Maar toen Souza Araújo enige tijd later in het gemeentehuis kwam, stond daar een grote maquette van de nieuwe haven. “Het plan gaat gewoon door”, werd haar vol trots verteld. Er was een nieuwe buitenlandse investeerder gevonden, het Havenbedrijf Rotterdam.
Port of Rotterdam
In een joint venture met het lokale bedrijf TPK (Terminal Presidente Kennedy) Logística willen de Rotterdammers een haven gaan aanleggen die plaats moet bieden aan de grootste olietankers en bulkcarriers ter wereld. Voor het uitbaggeren van de 300 meter brede vaargeul, die met 25 meter net zo diep wordt als Europoort in Rotterdam, is Van Oord gecontracteerd.
Porto Central wordt onderdeel van het internationale havennetwerk van Port of Rotterdam, de internationale naam van het Havenbedrijf Rotterdam. Dit om de internationale concurrentiepositie van de grootste haven van Europa te vergroten. Eerder investeerde het bedrijf, dat voor 70 procent eigendom is van de gemeente Rotterdam, al in een haven in Oman. Ook in Indonesië zijn plannen voor het bouwen van een nieuwe haven.
Om het miljardenproject in Brazilië te bekostigen zijn het Havenbedrijf Rotterdam en TPK op zoek naar internationale financiering. Zodra de financiering en alle vergunningen rond zijn, gaat de eerste schop de grond in, naar verwachting in 2019.
Kerstboom
Van de grootse bouwplannen is in Marobá nog amper iets te ziet. Twee blauw-wit geverfde houten palen in de duinen markeren waar de vaargeul moet komen. Het zandstrand is verlaten, op een paar spelende kinderen na. Het mosselraapseizoen is over en het weer is aan het begin van de zomer door tropische regenbuien te onvoorspelbaar om met de kleine roeiboten de zee op te gaan. De Rotterdammers vertonen zich voorlopig niet op de zanderige wegen in het dorp.
Onder de inwoners van de stranddorpjes doen ondertussen de gekste verhalen de ronde over ‘de Hollanders’. In het duingebied verschenen tussen de stekelige bosjes ineens sparren, een boomsoort die normaal niet in Brazilië voorkomt. Die zijn geplant door de Hollanders, beweren de dorpsbewoners stellig. Zodat ze volgend jaar kerst een kerstboom hebben om in hun huizen te zetten.
Souza Araújo vreest het moment dat de bouwwerkzaamheden gaan beginnen. “Nu zijn we een open gemeenschap, iedereen kent elkaar”, vertelt ze in haar geel geschilderde sociale huurwoning aan de rand van Marobá. De deuren van haar huisje staan wijd open, buren lopen zonder kloppen naar binnen. Op het dressoir in de volgepropte woonkamer staan bossen kunstbloemen die Souza Araója maakt van schelpen en schubben van vissen. Met de verkoop hiervan verdient ze de kost. Veel andere vrouwen in het dorp leven van het rapen van mosselen op het strand.
“Alles zal hier gaan veranderen” , concludeerde Souza Araújo na het bezoeken van een aantal informatieavonden over Porto Central. Maar echt veel wijzer over de gevolgen voor haar dorp werd ze daar niet. “Er waren alleen maar mannen in pakken die vreemde talen spraken. Er was heel veel gratis eten. Ik vroeg om gedetailleerde uitleg in een taal die wij kunnen begrijpen. Ze bleven alleen maar zeggen: er komen banen. Maar de banen die er komen zijn voor mensen die gestudeerd hebben.”
Ook visser Batista en zijn vrouw Belonia bezochten de informatieavonden. “De bedrijven gaven toe dat er een effect zal zijn op de visserij. Maar ze boden ons geen enkele compensatie aan”, vertelt hij. De vissers van Marobá vrezen door de komst van de haven hun beste visstek te verliezen. Precies op de plek waar ze iedere januari recordvangsten behalen, komt volgens de bouwtekeningen de monding van de haven. Twee lange pieren zullen het vissen op die plek onmogelijk maken.
Het Havenbedrijf Rotterdam erkent dat de haven de visserij zal beïnvloeden, maar spreekt van ‘een gering effect’. ‘De haven zal een klein deel van hun visgronden wegnemen’, laat een woordvoerder in een schriftelijke reactie weten. Ook Van Oord wil alleen schriftelijk reageren en laat weten dat ‘het project binnen de wettelijke kaders van Brazilië en in lijn met internationale afspraken wordt geïmplementeerd’.
Ondertussen onderhandelt de vissersvereniging van Marobá, waar ook Batista bij is aangesloten, met Porto Central over compensatie voor het verlies van visgronden. Ze hebben om een groter kantoor gevraagd. Het havenconsortium heeft aangeboden te investeren in professionele voorzieningen voor de vissers, zoals betere netten.
Bastista en Belonia vragen zich af wat ze daar aan hebben. “We kunnen straks ons strand niet meer gebruiken. Ze zeggen dat de vervuiling wel mee gaat vallen, dat het niet zo erg zal zijn. Maar daar geloof ik niets van. De olie zal het water vervuilen, de vissen zullen verdwijnen en er zal geen toerisme meer zijn”, concludeert Belonia. “We moeten onszelf gaan organiseren en om serieuze financiële compensatie vragen”, zegt Batista vastberaden.
Banen
Lang niet iedereen in het slaperige dorpje staat negatief tegenover de komst van de Hollanders. “De haven zal een hoop goede banen meebrengen. Er komen meer mensen, meer hotels, meer levendigheid”, somt Marcelo Martins (35) de voordelen op. Hij komt ook uit een vissersfamilie maar verdient zijn geld in de bouw.
Porto Central heeft met de gemeente afgesproken dat inwoners van Presidente Kennedy voorrang krijgen op banen in de haven. Ook zijn er trainingsprogramma’s voor de vaak laagopgeleide dorpelingen beloofd. In de bouwfase, die acht tot tien jaar in beslag zal nemen, zullen duizenden bouwvakkers nodig zijn.
Hoeveel banen de haven zelf vervolgens gaat opleveren, is afhankelijk van welke bedrijven zich er gaan vestigen. De haven wordt ontwikkeld naar Rotterdams model. Het consortium investeert alleen in de infrastructuur en verpacht de grond aan anderen. Over de toekomstige huurders wil het Havenbedrijf Rotterdam geen uitspraken doen.
Een logische klant is Shell. Het Nederlands-Britse oliebedrijf bezit een aantal gigantisch olievelden voor de kust van Espírito Santo en aangrezende provincie Rio de Janeiro. De komende jaren is het bedrijf van plan 10 miljard dollar te investeren in het ontwikkelen van deze zogenaamde pre-salt velden, oliebronnen die kilometers diep onder een zoutlaag in de zeebodem verstopt zitten. Deze olie zou in Porto Central verwerkt of overgeslagen kunnen worden.
De belofte van banen doet het goed in Marobá, waar visser en mosselraper nu nog de enige echte beroepen zijn. Ook Jose Edvaldo Mesquita (36), uit het buurdorp Praia das Neves, is blij met de komst van de haven. De taxichauffeur denkt dat het toerisme in zijn dorp zal floreren, ondanks dat het industriegebied op een steenworp afstand zal komen te liggen. “Er komen meer mensen, en dat trekt weer meer mensen aan”, vertelt hij op de zanderige weg naast het Praia Hotel, het enige hotel in het dorp. Het hotel staat de grootste tijd van het jaar leeg. Koeien scharrelen rustig op de braakliggende grasveldjes tussen de huizen.
Parkeerplaats
Over het verlies van de 2000 hectare natuurgebied, waar luiaards en toekans in het wild leven, is Mesquita laconiek. “We hebben al zoveel natuur vernietigd in dit land, een haven extra zal weinig verschil maken.” Ook bouwvakker Martins ziet het verlies van de wilde natuur niet als een probleem. “Het land heeft toch weinig waarde, er groeit daar niets.”
Porto Central is van plan de schade aan de natuur te compenseren door relocatie van flora en fauna uit het gebied. Onder andere de kale zandvlakte naast de Nossa Senhora das Neves, een 17e-eeuwse kerkje in het duingebied, wordt herbeplant. Het kerkje dat ieder jaar in augustus vijftig duizend bedevaartgangers trekt, ligt straks pal naast het industriegebied. Als compensatie voor de schade worden de toegangsweg en de parkeerplaats geasfalteerd.
Martins maakt zich weinig illusies over de intentie van de bedrijven die de haven komen bouwen. “Ze zeggen dat ze het milieu zullen respecteren maar de natuur kan ze niets schelen, het gaat ze alleen om geld.” Toch heeft hij liever dat de Hollanders komen dan zijn eigen landgenoten. “Als het een Braziliaans bedrijf zou zijn, zou het geld in iemands zakken verdwijnen. Het voelt slecht om het te zeggen, maar wij Brazilianen kunnen dit soort projecten niet zelf, daar hebben we een buitenlands bedrijf voor nodig.”
De bouwvakker ziet een baan bij Port of Rotterdam of Van Oord wel zitten. “Nederlanders zijn goed om voor te werken. Ze respecteren je, ook als je een simpele werknemer bent”, vertelt hij uit eigen ervaring.
De toekomst voor de kinderen van Batista en Belonia ligt nog open. “We willen er allereerst voor zorgen dat ze kunnen studeren. Zodat ze een beter leven hebben dan wij en dat ze kunnen kiezen of ze visser worden of niet”, zegt Belonia terwijl haar drie kinderen om haar heen zijn gaan staan.
Maar of ze die keuze straks nog hebben, weten ze niet. De visgronden verdwijnen en studeren is duur. “Ze zeggen dat de haven goed gaat zijn voor hun toekomst, maar ze snappen niet dat de meeste vissers niet gestudeerd hebben”, zegt Belonia. “Hoe moeten we onze kinderen grootbrengen en betalen voor hun studie, als alle vissers straks werkloos zijn omdat er geen vis meer is?”
Geef een reactie