Voor de vijftig miljoen Pakistanen die op 25 juli naar de stembus gingen, is het milieu geen verkiezingsonderwerp. Toch sterven er jaarlijks 60 duizend mensen aan de gevolgen van luchtverontreiniging. Pakistan is bovendien een van de landen die het zwaarst getroffen worden door klimaatverandering. Jonge activisten proberen het tij te keren. “Ik heb volwassenen en regeringsambtenaren opgegeven.”
Op de vuilnisbelt iets buiten de Pakistaanse hoofdstad Islamabad schudt de jonge klimaatdeskundige Waqas Johar (24) bezorgd zijn hoofd als hij ziet hoe een leger van kinderen in het afval zoekt naar wat nog bruikbaar en verkoopbaar is. “Er bestaan hier geen dump-regels. Alles mag worden gestort zelfs medisch en chemisch afval. Het gevolg is dat het grondwater ernstig is vervuild.” Samen met studenten van de Universiteit voor Wetenschap en Technologie in Islamabad onderzocht hij vorig jaar de kwaliteit van het drinkwater rond de afvalberg. De uitslag was schokkend. “Volgens internationale standaarden mag er zo’n 0.05 milligram arsenicum in het grondwater zitten. Wij vonden 18 milligram. Dat betekent dat de gezondheid van miljoenen mensen op het spel staat. Ze lopen risico op onder meer kanker.” De studenten boden het rapport bij het ministerie van Milieu en Gezondheid aan. “Er is niets mee gebeurd”, zucht Waqas nog eens diep.
Achtste plaats
De afvalberg vergiftigt niet alleen het water. De groeiende vuilnishoop veroorzaakt ook luchtvervuiling en is een bron van methaan, een broeikasgas dat bijdraagt aan de opwarming van de aarde. En dat is niet de enige bron. Door ontbossing, vuilverbranding en waterverspilling staat Pakistan volgens de Duitse Global Climate Risk Index op de achtste plaats van zwaarst getroffen landen door klimaatverandering. Toch heeft Islamabad, waar de regering en alle ambassades zijn gevestigd, geen fatsoenlijk milieubeleid, ondanks de aanwezigheid van een ministerie van Klimaatverandering. Er is niet eens een behoorlijke vuilnisophaaldienst.
Jonge Pakistanen willen het verschil maken op straat, op school en in de politiek. Mensen zoals Waqas Johar, die zich inzet tegen afval, de jonge groene-ondernemer Asif Shafiq Lakvi en Minjah Afghan, jongerenleider van de Nationale Awami Partij, de enige groene partij die meedeed aan de verkiezingen van 25 juli. Maar deze ‘Groen Links’ van Pakistan behaalde slechts een zetel in het nationale parlement. De winnaar van de verkiezingen is de anticorruptiepartij Pakistan Tehreek-i-Insaf (PTI), de Partij voor Gerechtigheid, met als voorman cricketlegende Imran Khan. De drie jonge milieu-activisten hebben vooralsnog geen hoge verwachtingen van hun nieuwe premier. “Imran Khan wees slechts een adviseur op het ministerie van Klimaatverandering aan. Die heeft weinig macht”, zegt een teleurgestelde Asif. Terwijl het departement van Klimaatverandering juist een bewindsvoerder nodig heeft die van aanpakken weet om de problemen die het klimaat raken, zoals het afvaloverschot, het watertekort en de luchtverontreiniging, aan te pakken.
Dit soort vuilverbranding veroorzaakt ernstige luchtvervuiling en draagt ook bij aan klimaatverandering. Voor de zichtbare gevolgen daarvan hoef je niet ver te gaan. In de hoofdstad Islamabad is het Rawalmeer, waar families in zomers naar verkoeling zoeken, tot op de bodem opgedroogd. Bewoners puffen en zweten door de hitte. De zomerse temperaturen stijgen tegenwoordig boven de 40 graden Celsius. Terwijl de ooit zo groene hoofdstad, die in de jaren vijftig tegen de voet van de Himalaya werd gebouwd, bekend stond om zijn milde temperaturen en verkwikkende buien. Boeren op het platteland klagen dat de regens onvoorspelbaar zijn geworden. Voor irrigatie zijn ze wel voor tachtig procent afhankelijk van neerslag. Oogsten mislukken steeds vaker door uitblijvende regens of door neerslag die te vroeg valt en de gezaaide zaadjes wegspoelt.
Waterschaarste
Water wordt dus schaarser in Pakistan. De jonge energie-adviseur Asif Shafiq Lakvi (28) verwijst naar rapporten van UNDP, het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, die een absoluut watertekort voor 2025 voorspellen. “Dat zou helemaal niet nodig hoeven te zijn. Tijdens de moesson valt er voldoende neerslag. Als die wordt opgevangen hebben de boeren en de bevolking voor de rest van het jaar genoeg water. Maar wateropvang is er niet. Er bestaat geen regeringsbeleid of individuele initiatieven”, legt hij uit. Vijfduizend jaar geleden bouwden de bewoners ten tijde van de Indusbeschaving al kanaaltjes om het regenwater naar ondergrondse opvangbassins te leiden. Nu loopt het merendeel de zee en de rivieren in.
Asif, die zichzelf een groene ondernemer noemt, verdient zijn geld door in opdracht van bedrijven een energiebesparingsplan te maken. Hij verkoopt zonnepanelen in een land waar het hele jaar door de zon schijnt. Maar zonne-energie staat in Pakistan nog in de kinderschoenen. Met een tweedehands bus vol audiovisuele middelen en voorzien van een zonnepaneel gaat hij langs scholen om voorlichting te geven over milieu. “Er bestaan nauwelijks milieu-organisaties. En er worden ook geen voorlichtingscampagnes gevoerd vanuit de overheid”, valt de jonge socialist Minhaj Afghan (26) zijn leeftijdgenoot Asif bij. De overheid beweert er geen geld voor te hebben. Toch is goede voorlichting nodig, bijvoorbeeld om mensen uit te leggen dat ze spaarzaam met water moeten zijn. Minaj is een van de jongerenleiders van de Nationale Awami Partij, de enige groene partij in Pakistan.
We zijn op weg van de villawijken naar de sloppenwijken buiten de stad waar Minaj met zijn partij milieuprogramma’s heeft opgezet. De stad telt 44 krottenwijken waar het leger van schoonmakers, chauffeurs en tuinmannen woont dat voor de rijkeren in de stad werkt. In de villabuurten zien we tientallen chauffeurs die uit verveling urenlang de auto’s van hun bazen wassen. Sommige delen van de straat zijn al veranderd in zwembaden. In een perkje ligt op het heetst van de dag een tuinman languit. Het water uit zijn tuinslang blijft maar stromen.
In de sloppenwijken buiten de stad is daarentegen geen druppel water. Daar moeten de bewoners elke dag een half uur lopen of met de bromfiets naar een waterpomp rijden. Voor dat water betalen ze dertig euro per maand aan de watermaffia, op een salaris van 100 euro.
Beneden op straat lopen bewoners met mondkapjes. Ze klagen over huidziekten en ademhalingsproblemen. Uit een onderzoek van het medisch tijdschrift The Lancet naar de wereldwijde milieuvervuiling blijkt dat in Pakistan jaarlijks 60.000 burgers, waar de helft kinderen, aan de gevolgen van luchtvervuiling sterven. Toen een Pakistaanse journalist van de Krant Dawn destijds minister van Klimaat Verandering Khizer Hayat Khan om een reactie op het rapport vroeg, antwoordde Khan dat hij niet wist dat deze staalfabrieken luchtvervuiling veroorzaken.
Khizer Khan behoort tot de Pakistaanse Moslim Liga (N), de grootste politieke partij. De moslimliga van de rijke industriële familie Sharif, was de afgelopen vijf jaar aan de macht. Een beter milieu was voor hen geen onderwerp. Enkele dagen voor de verkiezingen vragen we op straat een vader met twee kinderen aan beiden armen of hij op de Nationale Awami Partij gaat stemmen, omdat die zich inzet voor een groene leefomgeving. Hij schudt zijn hoofd. De Sharifs hebben geld. Imran Khan van de Partij voor Gerechtigheid, die de verkiezingen wonnen, beloofde tijdens zijn verkiezingscampagne banen, economische groei en elektriciteit waar het land eveneens een chronisch tekort aan heeft.
Het kan wel
Toch is het niet zo moeilijk mensen milieubewust te maken, vindt Minhaj Afghan van de Nationale Awami Partij. “Als je samen aan de slag gaat kun je heel wat bereiken.” We wandelen door een van de sloppenwijken waar Minaj enkele maanden geleden een schoonmaakactie met de bewoners is gestart. Wat bij aankomst als eerste opvalt, zijn de schone, geveegde straten. Nergens slingert een papiertje rond. In iedere buurt is een wijkoudste aangewezen die controleert of mensen hun rommel opruimen.
We lopen een binnenplaatsje binnen. Op het erf staat een koe. Plantjes sieren het geheel op. Ook binnen is de aarden grond netjes aangestampt. Fatima (54) lacht. Ze verdient haar kost door in de stad voor rijke ‘mevrouwen’ te strijken. Ze stemt al jaren op de Nationale Awami Partij. Niet alleen vanwege een beter milieu maar ook omdat deze partij haar buurt leefbaar maakt.
Ze neemt ons mee naar de gemeenschappelijk tuin die de bewoners onder leiding van de partij van Minhaj Afghan samen aanlegden. Er staan kleine moerbeistruikjes. “Toen hier elektriciteit voor de bewoners van Islamabad werd aangelegd, kapte het stadsbestuur alle bomen. Ook de moerbeien, terwijl die multifunctioneel zijn. De blaadjes zitten vol vitaminen. Je kunt ze als groente koken. Moerbeien zijn ook als medicijn geschikt, tegen hoofd-, buik- en kiespijn.” De muren rond de tuin zijn door jonge kunstenaars vrolijk geverfd.
Jongeren
Op universiteiten zetten steeds meer studenten zich in voor een beter milieu. Ook op die van Waqas Johar, waar vuilnisbakken zijn gekomen voor gescheiden afval. De schoolbus heeft plaats gemaakt voor fietsen waarmee studenten zich over het terrein verplaatsen. Overal zijn bloemen en bomen geplant. Waqas heeft iets bedacht om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Voor zijn verjaardag vroeg hij vijftig bomen. In een christelijke sloppenwijk buiten de stad zijn ze geplant. De bewoners zijn dolblij. Voorheen was er geen groen te bekennen. In de noordelijkste provincie Gilgit Baltistan, waar Waqas vandaan komt en waar de hoogste gletsjers ter wereld staan, legt hij met de bewoners nieuwe appel- en kersenboomgaarden aan. “Hoe meer bomen, hoe minder luchtvervuiling”, zegt hij optimistisch. “Een beter milieu begint bij jezelf.”
Minhaj Afghan van de Awami Partij ziet een toenemende bevlogenheid onder jonge Pakistanen. Ze maken 60 procent van het volk uit. “De jongeren hebben de toekomst”, vindt ook de groene ondernemer Asif Shafiq Lakvi. “Ik heb volwassenen en regeringsambtenaren opgegeven en verspil aan deze mensen geen tijd meer. Ze willen toch niet luisteren.”
Geef een reactie