Dat stelt Kris van Koppen, hoofddocent milieubeleid aan de Wageningen Universiteit.
Het totaal aantal leden en donateurs van natuur- en milieuorganisaties is in 2010 voor het vierde achtereenvolgende jaar gedaald, zo blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van het het VARA-radioprogramma Vroege Vogels. Inmiddels zijn het er minder dan 4 miljoen, 3.962.150 om precies te zijn.
Kris van Koppen doet al jaren onderzoek naar het draagvlak voor natuurbeheer. Hij maakt zich geen grote zorgen over de steun voor het natuurbeleid. “Nederlanders zijn in het algemeen tevreden over de natuur in hun omgeving. Wellicht dat daarvoor de noodzaak om natuurorganisaties te ondersteunen minder wordt gevoeld.”
Terwijl ze nu toch wel wat steun zouden kunnen gebruiken. Deze regering heeft weinig op met natuur en milieu.
“Binnen VVD en CDA zijn opportunisten aan de macht die surfen op de publieke opinie. Rutte noch Verhagen heeft een duidelijk idee over natuur en milieu, ze praten slechts de populisten na. Dat neemt niet weg dat onder CDA, VVD en zelfs PVV-stemmers veel mensen de natuur een warm hart toe dragen. De PVV profileert zich zelfs als groot dierenliefhebber. Helaas geldt hun liefde niet voor dieren in natuurgebieden. Dat zou een interessante vraag zijn aan Dion Graus: weet hij hoeveel dieren nu in hun voortbestaan worden bedreigd door de bezuinigingen op natuur en hoe dit zich verhoudt tot het aantal dieren die zijn animal cops gaan redden? Het verbaast me dat natuurorganisaties hem die vraag niet stellen.”
Die liefde voor dieren wordt breed gedeeld. De aanhang van dierenclubs als de World Society for the Protection of Animals, Wakker Dier, stichting AAP of de Partij voor de Dieren is vorig jaar wel gegroeid.
“Dat is al langer aan de gang. De vorm waarin mensen natuur beleven is veranderd. De belangstelling voor dieren neemt toe en daarnaast zie je een globalisering en mediatisering van de natuurbeleving. Met name jongeren kijken met een mondiale, maar ook meer virtuele blik naar natuur.”
Ze gaan niet het bos in, maar kijken naar een website van een bos?
“Niet zozeer naar een bos, maar naar spectaculaire natuurfilms met exotische dieren. Vaak weten ze daar ook veel van, waarschijnlijk meer dan jongeren twintig jaar geleden. Tegelijkertijd komen ze zelf nauwelijks in een bos, de natuur in hun eigen omgeving vinden ze niet interessant. Een aantal natuurorganisaties speelt hier goed op in met campagnes die zich inzetten voor primaten, tijgers of walvissen. Die organisaties doen het dan ook goed.”
Maar zodra het gaat over biodiversiteit haken mensen af?
“Dat is veel te abstract. Wat aanspreekt zijn verhalen en documentaires over stokstaartjes, pinguïns, of het uitsterven van chimpansees of gorilla’s. Het begrip biodiversiteit kun je daar wel bij noemen, maar je moet niet verwachten dat mensen daar warm voor lopen. Ook de discussie over de Nederlandse natuur wordt veel te veel gevoerd in abstracte termen als netwerken verbindingszones, natuurdoeltypen en intrinsieke waarden.Terwijl het toch een verhaal over planten en dieren is, over het vergroten van hun leefomgeving en daarmee hun voortbestaan. Vertel dat dan ook en laat dat zien.”
Hebben natuurorganisaties zich teveel op Den Haag gericht?
“Ja, daar leek het succes te halen. Dat is ook gelukt. Maar om in Den Haag succesvol te zijn, moet je voldoende draagvlak hebben in de samenleving. Dat vergat men wel eens. De laatste jaren is daar het negatieve imago van de overheid bij gekomen. Er is een algemene tendens om de overheid niet te zien als vertegenwoordiger van het algemeen belang, maar als een groep mensen die er op kosten van de ‘gewone man’ dure hobby’s op na houden.”
Natuur- en milieuorganisaties die zich nationaal profileren hebben het daarom het moeilijkst?
“De cijfers suggereren dat wel. Natuurmonumenten is de grote verliezer. Terwijl lokale organisaties, zoals de Provinciale Landschappen, veel minder leden en donateurs verliezen of zelfs winst boeken.”
Hier ligt dus een uitdaging voor natuur- en milieuorganisaties: ingewikkelde vraagstukken vertalen naar de lokale omgeving en het dagelijks leven van mensen? Met dieren is dat nog te doen, maar bij klimaatverandering is dat veel ingewikkelder.
“Ook die heeft lokaal gevolgen: warmere zomers, meer fluctuaties in regenval, de ziekte van Lyme die oprukt omdat het warmer wordt, ganzen die hier blijven en niet doortrekken. Dat kun je duidelijk maken. Maar het klimaatprobleem is voor een belangrijk deel een vraagstuk van internationale solidariteit. Vooral de mensen in het zuiden worden geconfronteerd met de gevolgen van onze uitstoot van broeikasgassen. Dat verhaal moet je ook blijven vertellen. Mensen zijn daar wel gevoelig voor.”
Is dat zo? De steun voor ontwikkelingssamenwerking holt achteruit.
“Dat is maar gedeeltelijk waar. Op het moment dat er een actie op touw wordt gezet voor een ramp elders op de wereld, met tv-show en al, zijn we niet te beroerd de portemonnee te trekken. De traditionele ontwikkelingsorganisaties liggen wel onder vuur. Die krijgen hun geld van die verfoeide overheid en besteden het ook nog eens verkeerd, vindt men. Hetzelfde verwijt men de landelijke natuur- en milieuorganisaties. Daarom moeten zij de contacten met burgers herstellen of versterken. Geef mensen meer inbreng en verantwoordelijkheid in de projecten die
je onderneemt, betrek ze bij je activiteiten. Maak natuurbeheer concreet en laat zien wat je precies doet. Dat is denk ik de beste manier om het verlies aan leden te stoppen.”
Geef een reactie