De omschakeling naar een energiezuinige economie gebaseerd op duurzame energiebronnen vereist enorme investeringen. Door de geldcreatie weer in publieke handen terug te brengen komen de middelen vrij om de benodigde investeringen in het milieu op een voldoende grote schaal mogelijk te maken. Volgens Frans Doorman moeten milieuorganisaties zich daarom hard maken voor deze monetaire hervorming.
Op 13 januari is een burgerinitiatief van start gegaan, met als kore termijn doel 40 duizend handtekeningen te verzamelen om het thema geldschepping op de agenda van de Tweede Kamer te krijgen. Dat is ruim gelukt: de teller is inmiddels de 115 duizend gepasseerd. Drijvende krachten van het initiatief zijn George van Houts van theatergroep De Verleiders, die volle zalen trekt met de theatervoorstelling Door de bank genomen, de Stichting Ons Geld Nu, en adviseur en auteur Ad Broere. Het uiteindelijke doel van deze groep is een monetaire hervorming waardoor geldschepping een overheidstaak wordt.
Weinig mensen weten hoe nieuw geld “gemaakt” wordt. Politici, media, zelfs veel economen denken dat geld gecreëerd wordt door de centrale bank, die het doorsluist naar private banken. Dat klopt niet: geld wordt gecreëerd door private banken bij de kredietverlening, door een boekhoudkundige handeling. Al het girale geld, rond 95 procent van de totale geldhoeveelheid, wordt zo “gemaakt”, alleen munten en bankbiljetten komen van de centrale bank.
Schuld
Een groot nadeel van het huidige systeem is dat geldcreatie onlosmakelijk verbonden is met schuld. Daardoor gaat economische groei gepaard met de toename van schulden, en worden schulden onbetaalbaar na een zware crisis als die van 2008.
Ook werkt het systeem crises in de hand: het IMF telde er tussen 1970 en 2010 wereldwijd 425. Oorzaak: als het goed gaat lenen banken te veel uit, wat leidt tot nog grootschaliger speculatie dan normaal al gebeurt. Anderzijds lenen banken als het economisch slecht gaat weinig geld uit, terwijl juist dan meer geld nodig is. Banken doen dus precies het tegenovergestelde van wat de economie, en daarmee de maatschappij, nodig heeft. De handelwijze van banken is begrijpelijk vanuit bedrijfseconomisch oogpunt, maar strijdig met het algemeen belang.
Behoeften
Een nog groter probleem van ons geldsysteem dat geldschepping enkel plaats vindt voor activiteiten die banken en hun klanten van belang vinden. In de praktijk betekent dit dat er geen geld geschapen wordt voor maatschappelijke behoeften die niet op korte termijn profijt opleveren. Daarvoor moet de overheid geld confisqueren van burgers en bedrijven, door middel van belastingen of lenen.
Investeringen in het milieu leveren zelden voldoende winst op voor de korte termijn, wat betekent dat de private sector er niet of onvoldoende in investeert. Het geld daarvoor moet dus van de staat komen.
Omdat de staat al vele verplichtingen heeft en de grootschalige belastingverhogingen die voor zulke investeringen nodig zouden zijn politiek niet haalbaar zijn heeft de staat onvoldoende geld. Dat gold al vóór de crisis, en daarna nog veel sterker.
Publieke verantwoordelijkheid
Er is een alternatief: geldcreatie wordt (weer) een publieke verantwoordelijkheid en taak. Een onafhankelijke publieke instelling, zoals de centrale bank, schept het geld en brengt dat via de overheid en de gewone banken in de economie. De overheid krijgt zo de beschikking over schuldvrij geld.
Dat kan natuurlijk niet onbeperkt: de totale geldhoeveelheid mag niet zoveel vraag scheppen dat het productieapparaat die niet meer aan kan. De verantwoordelijke instelling kan daarvoor zorgen door de ontwikkeling van het prijspeil goed in de gaten te houden en er per sector voor te zorgen dat de vraag de productiecapaciteit niet overschrijdt.
Publieke geldcreatie kent veel voordelen. Het leidt tot vermindering van zowel publieke als private schulden, en een groter overheidsbudget. Daarmee kan geïnvesteerd worden in duurzame ontwikkeling. Daarmee kunnen dan banen en groei gecreëerd worden op een wijze die niet ten koste gaat van het milieu. Ook kan gekozen worden voor een burgerdividend waarmee schulden kunnen worden afgelost.
Onderzoek van onder andere het IMF laat zien dat de economie stabieler wordt en crises minder frequent en ingrijpend. Publieke geldcreatie neemt ook de groeidwang weg die voortkomt uit private geldcreatie: alleen met groei kunnen schuld én rente worden terugbetaald. Door het verdwijnen van groeidwang kan economische ontwikkeling eindelijk in lijn worden gebracht worden met de eindigheid van natuurlijke hulpbronnen.
Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn, en de vraag rijst dan ook of aan publiek geldcreatie geen risico’s verbonden zijn. Die bestaan enerzijds uit misbruik door onverantwoordelijke politici. Dat wordt echter ondervangen door de besluitvorming over geldcreatie bij een onafhankelijke monetaire autoriteit te leggen, bij een instituut als de centrale bank, die ook nu al onafhankelijk van de politiek opereert. Anderzijds zou zo’n instituut een verkeerde inschatting kunnen maken van de hoeveelheid te scheppen geld. Er zijn echter meerdere manieren om dat te voorkomen, en om het, mocht het toch voorkomen, te corrigeren.
Belang Milieudefensie
Wat is nu het belang van milieuorganisaties als Milieudefensie bij dit onderwerp? Dat is enerzijds dat monetaire hervorming, dat wil zeggen de overgang naar publieke geldcreatie, de enige manier is om de middelen vrij te maken om de benodigde investeringen in het milieu op een voldoende grote schaal mogelijk te maken. De omschakeling naar een energiezuinige economie gebaseerd op duurzame energiebronnen alleen al vereist enorme investeringen. Die investeringen leveren, zeker met de huidige lage energieprijzen, in de meeste gevallen onvoldoende economisch rendement op om aantrekkelijk te zijn voor de private sector. En dan hebben we het nog niet over investeringen in hergebruik van materialen, duurzamer productiewijzen, bescherming en herstel van de natuur en van landbouwgronden, en het voorkomen van dreigende zoetwatertekorten.
Al die problemen zullen op mondiaal niveau aangepakt moeten worden omdat, zelfs als we in Nederland de zaken voor elkaar zouden krijgen, dat slechts een druppel op een gloeiende plaat zou zijn. Milieudefensie zou dus zijn volledige gewicht achter monetaire hervorming moeten gooien, of althans, op het openen van een serieus politiek en maatschappelijk debat daarover. Monetaire hervorming is daarbij, zoals duidelijk zal zijn, geen doel op zich maar een middel: een middel dat duurzame ontwikkeling mogelijk maakt.
Belastingverlagingen
Anderzijds is het belangrijk dat Milieudefensie zich al op een vroeg moment met het geldhervormingsdebat gaat bemoeien omdat, als het ooit zo ver komt, het nog de vraag is of de baten van publieke geldcreatie inderdaad voldoende voor het milieu worden aangewend. Die baten kunnen namelijk ook worden uitgekeerd aan burgers en bedrijven – éénmalig, door een zogenaamd burgerdividend, en structureel, door belastingverlagingen en andere maatregelen die bij burgers en bedrijven meer geld in het laatje brengen of laten.
Vooral politieke partijen die het milieu minder hoog in het vaandel hebben staan zouden zich sterk maken voor zo’n besteding, enerzijds vanuit het ideologische standpunt dat de overheid al groot genoeg is en bedrijven en burgers best zelf, of zelfs beter weten hoe dat geld te besteden dan de overheid. En anderzijds omdat zo’n gebruik van de baten heel wat stemmen op zou leveren. Als deze partijen de overhand zouden hebben of krijgen zou monetaire hervorming in het ergste geval niet leiden tot investeringen in het milieu maar tot nog meer niet duurzame consumptie en productie.
De besluitvorming over hoe de baten van publieke geldcreatie besteed zouden worden zal uitvloeisel zijn van een politiek proces. De onafhankelijke instelling besluit hoeveel geld geschapen wordt, de politiek over hoe het besteed wordt.
In de praktijk zou dat waarschijnlijk leiden tot een soort mengvorm van investeringen in het milieu, in overige infrastructuur, in sociale voorzieningen als zorg en onderwijs, en in uitkeringen en lastenverlichting aan burgers en bedrijven. Het is aan Milieudefensie en gelijkgestemde organisaties er voor te zorgen dat zo’n groot mogelijk deel van de baten inderdaad bij het milieu terecht zou komen.
Ondersteunen
De beste manier om daarvoor zorg te dragen is voor Milieudefensie om zich op zo’n vroeg mogelijk moment voor monetaire hervorming in te zetten. Is het niet door het voorstel van publieke geldcreatie te ondersteunen, dan in ieder geval door het initiatief om het onderwerp op de politieke en maatschappelijke agenda te krijgen zoveel mogelijk te ondersteunen. Dat kan door, bijvoorbeeld, de leden op te roepen het burgerinitiatief te ondersteunen, te lobbyen bij politieke partijen en het maatschappelijk middenveld, door de publieke opinie te beïnvloeden door het ondersteunen van publicaties. En door de drijvende krachten achter monetaire hervorming op alle mogelijke wijzen te ondersteunen, zowel nationaal als, via het internationale netwerk van Friends of the Earth.
Geef een reactie