Gun jezelf wat positieve boodschappen, zoals het zojuist vertaalde ‘Psychologie voor een betere wereld’.
Laat ik eerlijk zijn: als ik ergens slecht tegen kan, is het de neerbuigende benadering dat milieuproblemen positief moeten worden gebracht. Toen las ik het zojuist hier verschenen Psychologie voor een betere wereld. Vertaalde boeken hebben vaak een zweem ’translatoriaans’, zo ook dit e-book, dat bovendien slordig geredigeerd is, maar doorlezen was de moeite waard: ik moest mijn mening herzien. Wel op een andere manier dan ik vreesde.
De Nieuw-Zeelandse Niki Harré, universitair docent psychologie, neemt ons mee langs onderzoek over waarom mensen doen wat ze doen, om te ontdekken hoe je gewenst gedrag kunt stimuleren. Daarvoor praat ze je bij over de basics van flow, wilskracht, kopieergedrag, zelfmodellering, identiteit en moraliteit. En dat is echt leerzaam. Als wilskracht uitgeput kan raken, bijvoorbeeld, is het een goed idee om te bedenken waar je die aan wilt besteden. Harré suggereert dat overconsumptie mogelijk ontstaat doordat de samenleving ons wilskracht laat spenderen aan bezigheden die niet authentiek voelen. Of neem het idee dat duurzaam gedrag voor velen valt onder ‘conventionele moraliteit’, dus een persoonlijke keus is, in plaats van ‘natuurlijke moraliteit’: wenselijk onafhankelijk van wat anderen zeggen.
Vervolgens biedt het boek praktische aanknopingspunten, voor hoe je moraliteit laat verschuiven, kunt visualiseren waar je naartoe wilt, storytelling – inclusief werkbladen. Ondanks alle nadruk op flow en passie, ontsnapt het boek niet geheel aan de sfeer dat duurzaamheid ‘gedoe’ is, en je er dus wilskracht en verbeterd moreel besef voor nodig hebt. Momenteel heeft Harré daarin wel gelijk. Toch, lobbyen voor dubbelzijdig printen of demonstratief je fietshelm op je bureau leggen – het voelt allemaal als modderen in een kapot systeem. En zo diep gaat het boek niet.
Goede systeemkritiek is er echter al genoeg. De waardevolste bijdrage, één die mist in het duurzaamheidsdiscours, vind ik een andere. Het boek biedt mentaal gereedschap waarmee mensen die in actie komen, het ook volhouden. Bijvoorbeeld door te letten op, jawel, de ideale verhouding van positieve versus negatieve boodschappen – ook voor jezelf. Die ligt tussen de 3:1 en 11:1. Daarboven stopt het zelfcorrigerend vermogen.
En daaronder? Tsja: “Als je niet met een bepaalde groep of bepaalde personen kunt omgaan zonder daarna twee uur lang je hart te luchten bij je partner (of je hond), dan moet je misschien op zoek naar iets anders. De kans is groot dat de groep sowieso nergens toe leidt. Op een zeker moment doet het er niet meer toe hoe belangrijk het onderwerp is of hoeveel je zou kunnen bereiken, als je je maar niet de hele tijd zo boos zou voelen.” Touché, Harré.
Geef een reactie