De film ‘Smakelijk eten! Hoe voedsel de wereld verandert’ onderzoekt waar het eten op ons bord vandaan komt. Regisseur Walther Grotenhuis concentreert zich op drie ingrediënten van een diner: boontjes, garnalen en een Hollands speenvarken (gevoed met soja). Hij laat zien welke enorme impact wat wij eten heeft op mens en milieu in respectievelijk Kenia, de Filipijnen en Brazilië.
Producten van buiten het seizoen liggen tegenwoordig ook ‘s winters in de supermarktschappen. Prettig voor ons, maar wat zijn de effecten in de landen van herkomst? Regisseur Walther Grotenhuis onderzocht het in de film Smakelijk eten! Hoe voedsel de wereld verandert . “Het is enorm hard wat daar gebeurt.”
Grotenhuis concentreert zich op drie ingrediënten van een diner: boontjes, garnalen en een Hollands speenvarken (gevoed met soja) en schakelt steeds tussen Nederland en de productielanden. “Het diner staat voor de goeddeels onschuldige consument die gewoon wil genieten van zijn eten, zonder in allerlei vis- en vleeswijzers te hoeven kijken.”
Bovendien: vis uit de ene zee mag wel, maar uit de andere niet. “De visboer weet vaak niet eens waar zijn vis vandaan komt en ik vraag mezelf wel af: klopt die labeling wel”, zegt Grotenhuis. “Het is te ingewikkeld. Overheden laten de boel behoorlijk liggen en zadelen de consument met het probleem op. De globalisering en technologische ontwikkelingen kun je niet tegenhouden, maar je kunt het wel beter begeleiden.”
Geschrokken
De film begint met de rigoureuze vernietiging van een stuk Braziliaans regenwoud. Dieren vluchten, het vuur knettert oorverdovend. De kleine sojaboeren, vol overtuiging dat ze van niets (oerwoud) iets (voedsel) maken, zijn echter slechts kleine radertjes, zo blijkt uit Grotenhuis’ portret. “Dat zijn ook maar arme sloebers. Er moet ook voor hen een oplossing gezocht worden, anders blijven ze de bossen platbranden.” Nu doen ze dat ondanks strenge overheidscontrole en -sancties. “Ik probeer te laten zien dat je niet zomaar een bepaald groepje als schuldige kunt aanwijzen.”
Zo laat hij twee Nederlandse afnemers van Keniaanse boontjes vanuit de lucht zien hoe de rivier, waarvan een volk van 150 duizend mensen afhankelijk is, zo goed als opgedroogd is. De groentenfarms en kleine boeren die groenten aan hen leveren gebruiken een kwart van het rivierwater. “Daar waren ze echt van geschrokken. Ze hadden zich vooral gericht op arbeidsvoorwaarden en chemicaliën.”
De kwekers nemen hun verantwoordelijkheid niet volgens Grotenhuis. “Er ligt een wetenschappelijk rapport over de oorzaken van de droogte waaraan zij hebben meegewerkt. Er wordt geadviseerd om grote spaarbekkens aan te leggen, omdat er wel eens bloederige opstanden zouden kunnen komen. Maar ze doen niets. Volgens mij werkt het alleen als de regering eist dat de bedrijven waterbassins aanleggen. Maar ja, die buitenlandse bedrijven zijn belangrijke deviezenbrengers.”
Rechtenloos
Ondertussen zijn de met veel liefde gefilmde inheemse volkeren het slachtoffer. Vooral in Kenia en op de Filipijnen wordt nietsontziend over ze heen gewalst. De Filipijnse garnalenproducent was bankdirecteur onder het Marcos-bewind en heeft nog allerlei invloedrijke contacten. “Hij krijgt vergunningen en stukjes land op plekken waar het eigenlijk niet mag. Bewoners hebben wel gewoonterecht, maar ze worden gewoon weggestuurd. Eigenlijk zijn ze rechtenloos. Ondertussen worden de kweekgronden van jonge wilde garnalen en andere vissen afgebroken.”
Het gevolg is, zoals ook in Brazilië en Kenia, dat zelfvoorzienende volkeren hun onafhankelijkheid kwijtraken. “Ze worden gedegradeerd tot een rotbestaan omdat een aantal handige jongens kans ziet geld te verdienen in het westen. Daar is geen enkele compensatie voor, schandalig.”
Geef een reactie