In het zuidoosten van Marokko wordt het grootste zonnepark van de wereld gebouwd. Niet vreemd als je weet dat Marokko 93 procent van zijn energiebehoefte importeert. In 2020 moet 42 procent van de totale behoefte afkomstig zijn uit hernieuwbare energiebronnen.
De Marokkaanse economie groeit als kool, mede door het stabiele politieke klimaat (zie kader). Daardoor neemt de vraag naar elektriciteit al jaren toe. Voorlopig lijkt daar geen verandering in te komen; in 2024 is twee maal zoveel stroom nodig als nu. Het land staat dus voor een keuze: doorgaan op de huidige voet en meer relatief goedkope fossiele brandstoffen importeren of kiezen voor groene alternatieven. Het werd het laatste.
“In 2020 moet 14 procent van Marokko’s stroom komen uit zonne-energie, 14 procent uit wind en nog eens 14 procent uit waterkracht”, zegt Abdalah Mokssit (51) in zijn kantoor in Casablanca. Onder een portret van de koning hangt zijn certificaat van de Nobelprijs voor de Vrede – hij schreef als lead author mee aan het klimaatrapport van het IPCC van 2007.
Weinig landen doen dit Marokko na, ook de meeste rijke Europese landen niet. Toch moet het relatief arme Marokko zijn verantwoordelijkheid nemen, vindt het hoofd van het Météorologie Nationale, het Marokkaanse KNMI. “Je lost het klimaatprobleem niet op door eerst naar een ander te wijzen. Dat is niet eerlijk naar toekomstige generaties. Je zadelt hen op met een grote last. Onze laatste klimaatmodellen laten zien dat in 2050 de neerslag in heel Marokko zal dalen met 10 procent. Natte gebieden worden steppe. Huidige steppen worden woestijn. En het zullen de armste boeren zijn die het eerst getroffen worden. Als je je dat realiseert, en je je niet langer kunt verschuilen achter de zegen van onwetendheid, dan hoor je te handelen.”
Vijfduizend voetbalvelden
Dat doet Marokko voortvarend. In 2009 maakte de koning, in bijzijn van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton, officieel bekend dat Marokko in 2020 op vijf locaties zonne-energie gaat winnen. Gezamenlijke capaciteit van de zonne-parken: 2000 megawatt. Geschatte kosten: 6,6 miljard euro. De plaats waar de aankondiging geschiedde: Ouarzazate, een gehucht in de Sahara op een steenworp afstand van een van de geplande zonne-energieparken. Eenmaal gerealiseerd is dit het grootste zonne-energiepark ter wereld.
Daar, aan de voet van de Hoge Atlas, treffen bezoekers binnenkort vijfduizend voetbalvelden met zonnetechnologie aan. Eens lieten herders hun geiten hier zoeken naar de spaarzame vegetatie die verborgen zit tussen de keien. Nu rijden er trucks af en aan. Ingenieurs trekken kabels en leggen de fundamenten aan. “Fransen, Spanjaarden en Marokkanen plaatsen voor een Saudische onderneming zonnepanelen met een capaciteit van 160 megawatt”, zegt een opzichter terwijl hij met zijn traditionele Marokkaanse hartelijkheid een glas thee aanbiedt. In een tweede fase komen er meer panelen bij en een 100 megawatt-zonnetoren. Voor de aanleg hiervan strijden nu zeven consortia uit Europa en het Midden-Oosten. Eind 2016 moet de capaciteit van het park immers 500 megawatt zijn.
Het agentschap dat Ouarzazate en het hele Marokkaanse zonne-energieplan uitwerkt is Masen (Moroccan Agency for Solar Energy), een Marokkaanse publiek-private onderneming en een verlengstuk van de overheid met enkele ministers in de raad van commissarissen.
Evenwichtige energiemix
Wat drijft Marokko, een land dat weinig vervuilt, dat een zeer lage CO2-uitstoot per capita heeft, om te investeren in duurdere groene oplossingen? “Wij streven naar een evenwichtige energiemix die past bij Marokko”, legt Nabil Saimi, persvoorlichter van Masen uit. Vandaag de dag importeert Marokko 93 procent van zijn energiebehoefte. Vooral in de vorm van fossiele brandstoffen. Maar ook als kant-en-klare elektriciteit: 15 procent van zijn elektriciteitsbehoefte haalt het uit Spanje. “Dit willen we graag anders zien”, zegt Saimi.
“Vanuit economisch perspectief is groene energie verantwoord. Doordat we moeten importeren is het prijsverschil tussen groen en grijs voor ons relatief gering”, legt hij uit. Ook heeft groen een tweetal voordelen. Je weet wat de energiekosten over twintig jaar zijn, dat willen industrieën en zeker landen weten. Wat de prijs van olie doet, weet niemand. Daarnaast wordt Marokko zo wat energieonafhankelijker.”
De persvoorlichter is in Casablanca bij een conferentie met de Marokkaanse energietransitie als thema. Topambtenaren van Franse ministeries, afgevaardigden van het International Energy Agency (IEA), Duitse denktanks en het Marokkaanse bedrijfsleven bespreken hier de laatste ontwikkelingen.
Roeland Kollen, hoofd van de economische afdeling van de Nederlandse ambassade in Rabat, is hier om een vertegenwoordiger van het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) voor te stellen aan Marokkaanse instellingen en bedrijven die betrokken zijn bij de transitie. “Het land moet wel overgaan op alternatieve energiebronnen”, zegt hij. “Marokko staat met de rug tegen de muur. Tot Marokko’s frustratie heeft het zelf nog amper olie of gas gevonden. Het importeert zich bijna failliet aan fossiele brandstoffen. Bovendien subsidieert Marokko brandstof aan de pomp. Deze omstandigheden dwingen het land om naar alternatieven te zoeken. Bovendien wil het niet afhankelijk zijn van olie of gas uit Algerije. Met zijn buurland heeft Marokko een precaire relatie.”
Politieke wil
In Algerije stagneert de energietransitie, terwijl dat land zonne-energie eerder heeft opgepakt – het buurland beschikt dan ook over grote gasvoorraden. Maar volgens de persvoorlichter van Masen zijn er ook andere redenen waarom groene energie in Marokko wel van de grond komt. “Wij weten investeerders aan te trekken; dat moet voor een project van deze omvang. Geldschieters moeten erop kunnen vertrouwen dat jij je plannen waarmaakt. Marokko heeft een goede reputatie, altijd is het zijn financiële verplichtingen nagekomen. Bovendien heeft Marokko al een geschiedenis met zonne-energie. In de jaren negentig plaatsten we onze eerste zonnepanelen.” Vandaar dat geldschieters als de Wereldbank het project zien zitten.
“Uiteindelijk gaat Marokko groen omdat de politieke wil aanwezig is. Ontbreekt die, dan is het moeilijk iets uit te voeren”, voegt Masen nog toe. Een van de conferentiegangers vertelt op voorwaarde van anonimiteit wat die politieke wil in de Marokkaanse context betekent: “Het plan heeft de zegen van de koning en die heb je nodig om een initiatief van de grond te krijgen. Je ziet het bij de aanleg van de TGV-lijn naar Rabat; bij de bouw van de haven van Tanger; die projecten lopen juist door de steun van de koning voorspoedig. Alle bureaucratische beslommeringen vallen weg.”
De stroom uit de geplande zonneparken is volgens Masens woordvoerder bestemd voor de Marokkaanse huishoudens en industrie. Maar Marokko overweegt na 2020 meer parken te bouwen met de optie stroom te exporteren naar Europa. Via dezelfde kabel waarmee nu elektriciteit wordt geïmporteerd. Saimi: “Maar de EU heeft zijn eigen agenda. EU-politici richten zich nu op het beheersen van de crisis, maar vanzelf zal hun aandacht terugkeren naar het energievraagstuk en groene oplossingen daarvoor. Tot nu toe is nog niets vastgelegd. Maar ik geloof dat, als we de eerste fase goed afronden, er een veel grotere markt voor ons open ligt.”
Toch zijn er in Marokko ook kritische geluiden te horen. Fatima Alaoui, de excentrieke oprichtster van de Groene Partij voor Ontwikkeling, vindt dat vooral Franse ondernemingen en Europa de vruchten plukken van grootschalige zonne-energieprojecten. “We hebben juist vele kleinschalige projecten nodig. Zo profiteert ook de lokale bevolking van die enorme investeringen.”
Zonne- en windenergie worden al lokaal gewonnen; in afgelegen gebieden die ver buiten het bereik van het stroomnet liggen. Het Ministerie van Energie overweegt meer van dit soort projecten te introduceren. Maar het zal even duren voordat lokale energiewinning aanslaat. In Marokko ontbreken nog milieubewuste actieve burgers die een dergelijk initiatief oppakken, zoals in Nederland of Duitsland. Of een gedegen NGO die in de armste buurten her en der in het land zonnepanelen plaatst, zoals in India.
Of Marokko als het op groene stroom aankomt het Duitsland van Afrika wordt, reageert Saimi tot besluit: “De vergelijking is vleiend, maar ook Egypte en Zuid-Afrika timmeren aan de weg. We proberen gewoon een optimale oplossing te vinden voor ons land.”
Sietse de Haan zegt
Hoopgevend artikel!
Sidi Moha zegt
Goed journalistiek werk. “Het plan heeft de zegen van de koning en die heb je nodig om iets van de grond te krijgen” — hoogst waarschijnlijk staat ‘koning’ voor ‘Machzen’, gezichtsloze individuen en instituties die de feitelijke macht in handen hebben. Geen hoopvol verschijnsel, tot mijn spijt. Tot overmaat van ramp, is Marokko van plan vloeibaar gas uit Rusland in te voeren, in plaats van uit zijn buurland Algerije. Goede verstandhouding en samenwerking met je buren liggen echter meer voor de hand. Het ontbreken daaraan lijkt de ‘Machzen’ gouden eieren te leggen. Prachtig land, onwijze bestuurders.
van Kaas zegt
Marokko houdt een groot deel van West-Sahara bezet en plundert de aanwezige natuurlijke rijkdommen, vooral fosfaat en vis. Bij de winning van fosfaat is elektriciteit nodig en daarbij worden al een aantal windmolens in West-Sahara gebruikt. Er zijn plannen voor grote windfarms en uitgebreide zonnecentrales in het bezette gebied. Dat is de reden voor de koning van de Makhzen om zich bezig te houden met Desertec: hij maakt Europese bedrijven medeplichtig aan de bezetting. Vooral Siemens is daarbij actief. Zie het rapport van de Western Sahara Resource Watch: Powering the Plunder