Klimaatactivisme kan zoveel aanstekelijker, dacht Anabella Meijer. Daarom bedacht ze Eerste Hulp Bij Klimaatverandering, een zelfhulpboek tegen klimaatpaniek. “De gedachte dat je perfect moet zijn om iets met duurzaamheid te doen, die probeer ik in dit boek af te breken.”
Doen wat écht bij je past, het is belangrijker dan je denkt. Ook, misschien wel vooral, als het over klimaatactivisme gaat. Anabella Meijer studeerde ooit cum laude af als architect, maar wilde uiteindelijk alles behalve gebouwen ontwerpen. “Het heeft vijftien jaar geduurd voor ik doorhad: ik ben goed zoals ik ben. Pas als ik dat accepteer, kan ik vooruit.” In de pogingen mensen te motiveren iets tegen klimaatverandering te doen, zit vaak precies zo’n onproductieve ondertoon, vindt Meijer. Ze besloot een boek te maken dat mensen geen schuldgevoel aanpraat over het klimaat, maar mensen helpt zoeken naar waar ze echt gelukkig van worden. Een zelfhulpboek, maar dan met grapjes en strips.
Je wilt laten zien dat mensen blij kunnen worden als ze iets met duurzaamheid gaan doen. Geloof je dat echt?
“Ja. De meeste mensen willen iets goeds doen in het leven. Maar veel mensen denken ook dat je ongelukkig wordt van iets met duurzaamheid doen, omdat je dan eigenlijk alles moet opgeven wat je leuk vindt. En de mensen in de Duurzame100-lijst van Trouw lijken wel superheroes. Die kunnen alles en kennen iedereen en slapen maar vijf uur per nacht. Dat geeft een onmachtig gevoel. Dus kom je niet in actie maar blijf je wel dingen doen die eigenlijk niet ‘mogen’. Vervolgens voel je schuld en schaamte. Erover praten kan niet, want zodra je iets over duurzaamheid zegt, roept iemand ‘maar je vliegt wel!’ Dáár word je dus heel ongelukkig van.
De gedachte dat je perfect moet zijn om iets met duurzaamheid te doen, die probeer ik in dit boek af te breken. Wat ik probeer op te bouwen is: jij mag zijn. Richt je op wat je leuk vindt en goed kunt, dan wordt alles makkelijker en kun je ineens grote stappen maken. Ik noem dat de quantummechanics of fun. Want alles klinkt beter in het Engels en iedereen die spirituele dingen zegt heeft het over kwantummechanica.”
Waarom een zelfhulpboek?
“Je focussen op wat mensen zelf willen en kunnen doen, is controversieel in activistische kringen. Daar denken mensen vooral in systemen. Wat ik vaak hoor van mijn ‘klimaatjes’ is: een beter milieu begint helemaal niet bij jezelf, maar bij wetten, bedrijven en de overheid, want consumenten en burgers hebben te weinig macht. Rationeel ben ik het daarmee eens, maar hoe zorg je er dán voor dat het systeem verandert? Ik ben ervan overtuigd dat alles begint met handelingen van mensen. Hoe krijg je iemand zover dat ie z’n bank gaat bellen? Daarvoor spreek je iemands intrinsieke motivatie aan. Dé manier om dat te doen is ze beloven: je gaat leuke dingen doen.
Marketingmensen doen dit al decennia. Maar wat doen sommige van mijn activistenvrienden als ze willen dat ik meedoe met een campagne? Dan sturen ze mij een link via facebook. En daar zit dan niet eens een persoonlijk berichtje bij. Dat is marketing 101. Maak het persoonlijk, benadruk de band die je met iemand hebt. Maar de activistische wereld gaat vaak heel instrumenteel met mensen om.”
Je schrijft dat je enorm jeuk krijgt van de overtuiging dat je ‘buiten je comfortzone’ pas iets bereikt?
Ja, dat is killing! Onderzoekers zeggen juist dat je in je comfortzone niet groeit, maar erbuiten ook niet. Ik heb nooit een burnout gehad maar wel faalangst omdat ik buiten m’n comfortzone zat. Ik heb een hele studie gedaan die niet bij me paste! Ik ben met dit boek eindelijk gaan doen wat ik echt leuk vind, net als alle andere mensen die eraan bijgedragen hebben. Het boek is daarmee zelf een experiment met de quantummechanics of fun.”
Wil je vooral mensen in de klimaatbeweging bereiken?
“Nee! Ik ben er trots op dat enkele hardcore activisten me volgen, maar ook hier en daar een VVD-er. Ik wilde niet dat het boek een GroenLinks-dingetje zou worden. Polarisatie vlakt uit dat we allemaal gewoon mensen zijn. Dat wilde ik ook laten zien met de typetjes in mijn boek. In eerste instantie denk je: de een is goed bezig en de ander is fout, maar als je de verhalen beter leest, ga je zien: het zijn allemaal mensen.
Ik wil oog blijven houden voor hoe iemand geworden is wat hoe hij is. Hoe is het eigenlijk om op te groeien in een materialistische omgeving? Die gelooft dat je alles op eigen kracht bereikt? Wat doet het met je als je bij een studentencorps terechtkomt? Dat is toch indoctrinatie? Maar dan van een andere soort en je eindigt op de Zuidas van het Kwaad.”
En als je moet samenwerken met iemand die 15 keer per jaar de aarde omvliegt?
“Dat is lastig, daar kan ik ook mee worstelen. Dan zeg ik misschien: ik ga waarschijnlijk Thailand nooit zien, want ik ga nooit meer vliegen. Dat is geen oordeel, maar die persoon kan de draadjes wel aan elkaar knopen. Die typetjes in mijn boek, waar mensen zich in kunnen herkennen, hebben ook allemaal mindere kanten. Sheila vindt zichzelf heel groen bezig, maar is eigenlijk erg egocentrisch. Yassin maakt zich zorgen, maar vindt reizen té belangrijk. Ik ga geen lulverhaal ophangen dat zoiets wel oké is. Het is namelijk wél belangrijk te laten zien waar je voor staat.”
Zijn er voorbeelden van hoe het niet moet?
“De meeste mensen om mij heen vinden het oké om Trump belachelijk te maken. Ik maak ook over iedereen grappen, de hardste nog wel over mezelf. Maar je moet wel in de gaten houden wie je publiek is. Soms is je mond houden of vragen stellen veel effectiever. Als je Trump belachelijk maakt op twitter of in de krant, dan lezen zijn aanhangers dat ook. Die zien dat er geen greintje compassie in zit naar hun toe. Dat compleet afschrijven van het ‘domme electoraat’ versterkt het probleem. Het is een negatieve spiraal.”
Is er in jouw visie op activisme plaats voor harde acties?
“Ik respecteer het als anderen doen waar zij in geloven, maar zelf steun ik acties die geweld gebruiken niet. Systemen zijn een optelling van concrete acties van mensen. Op het niveau tussen mensen onderling kun je zien dat harde confrontatie heel vaak niet werkt, bijvoorbeeld bij mensen die een bord voor hun kop hebben. Of, eigenlijk: die te veel eigen pijn hebben om te zien dat ze met hun stiletto op je blote voet staan. Wat wel werkt: kwetsbaarheid, openheid, je eigen behoefte op tafel leggen. Dicht bij jezelf blijven en toch de ander aanhoren. Dát is assertiviteit. Als je vriendelijk en aardig bent, kun je nog steeds harde grenzen trekken. Daarom heb ik ervoor gekozen soms een hand uit te steken terwijl die ander eigenlijk over de brug had moeten komen. Dat is heftig, het voelt in eerste instantie als een nederlaag om je agressor zo’n menselijke behandeling te gunnen. Maar er kan dan wel iets constructievers ontstaan. Mensen willen gezien en gehoord worden, altijd. De vraag is: hoe vertaal je dat naar het maatschappelijke domein? Daarom wil ik mensen stimuleren iets creatiefs te proberen met hun activisme.
Uiteindelijk is het niet belangrijk wat ik denk, maar wat het effect is. Wetenschappelijk onderzoek onderschrijft dat vriendelijke mensen meer bereiken dan boze, gefrustreerde mensen. En elke coach kan je vertellen dat je mensen motiveert vanuit positieve beelden. Negatieve werken alleen als ze acuut genoeg zijn. Dat zijn maatschappelijke veranderingen niet – sterker nog, we willen ook niet op dat punt komen! Maar hoe werkt dat dan wel op maatschappelijk niveau? Ik heb me daarom een paar jaar lang in psychologie in relatie met duurzaamheid en klimaat heb verdiep. Ik wil die inzichten nu toepassen op klimaatactivisme, als experiment. Als het niet werkt, dan pak ik het weer anders aan.”
Eerste Hulp bij Klimaatverandering. Anabella Meijer, Rolf Schuttenhelm, Hille Takken, NežA Krek. Uitgeverij Kanai. ISBN 978-90-829568-0-1 272 pag. Prijs: €24,95. Te bestellen op eerstehulpbijklimaatverandering.nl.
Geef een reactie