De nieuwe industriële revolutie wordt gevormd door ‘makers’, de knutselaars van de 21e eeuw, die klassiek vakmanschap combineren met open source, als 3D-printers. Chris Anderson van Wired schreef ‘Makers’.
“Kunnen wij het maken? Nou en of!”. Deze opbeurende slogan uit de bij veel kinderen populaire tv-serie Bob de Bouwer gonsde tijdens het lezen van Makers voortdurend door mijn hoofd. Met Bob deelt Chris Anderson een groot enthousiasme voor handwerk en vakmanschap. Met veel nostalgie vertelt hij hoe hij zijn vader hielp met diens experimenten voor een automatische tuinsproeier. Helaas kunnen zijn eigen kinderen veel minder enthousiasme opbrengen voor zijn experimenten met onder meer radiografisch bestuurbare helikopters én tuinsproeiers.
Dat maakt het niet minder leuk. Online blijkt een grote gemeenschap van ‘makers’ te bestaan die zijn fascinatie wel deelt, ook voor volautomatische tuinsproeiers. Belangrijker nog is dat er inmiddels ontwerpprogramma’s en 3D-printers zijn waarmee amateurknutselaars als Anderson bijna alles wat zij aan nieuwe gebruiksvoorwerpen bedenken ook direct kunnen maken. In huis middels een handzame 3D-printer of, als het iets ingewikkelder is, in een van de vele open source werkplaatsen die inmiddels zijn ontstaan.
En waar zijn vader vroeger met zijn volautomatische tuinsproeier bij talloze fabrikanten moest leuren om zijn vinding in productie te krijgen, kan Anderson een prototype van zijn eigentijdse tuinsproeier – anticiperend op het weerbericht en met de mobiel op afstand bestuurbaar – gewoon direct printen, 3D. Juist hierin schuilt volgens Anderson de ‘derde’ industriële revolutie. Een waarbij de internetrevolutie kinderspel zal blijken te zijn.
Nu is Anderson zoals wel meer Amerikaans Oostkustbewoners doordesemd van een radicaal vooruitgangsgeloof, maar onwaarschijnlijk is zijn toekomstvisie allerminst. Als hoofdredacteur van het toonaangevende internettijdschrift Wired is hij als geen ander op de hoogte van de nieuwste digitale ontwikkelingen. En de meest spannende ontwikkelingen spelen zich momenteel niet af in de wereld van de bits, maar in die van de atomen, de materie. De mogelijkheden van 3D-printers en aanverwante machines lijken nu nog beperkt, maar dat zal volgens Anderson snel veranderen. Waar de huidige generatie digitale media van iedereen een uitgever, muzikant of filmer of filmster maakt, zullen de 3D-printers van iedereen een ontwerper en producent van gebruiksgoederen maken. Met de gehele wereld als afzetgebied.
Dit heeft ingrijpende gevolgen voor zowel de economie als de sociale en juridische structuur van onze maatschappij. Omdat internetgemeenschappen de ontwerpers zijn gaat de huidige eigendom- en betalingsstructuur radicaal overhoop. Crowdsourcing zal de rol van de banken over nemen. Het eigendom van de productiemiddelen zal radicaal democratisch zijn. Marx zou zijn ogen uitkijken, aldus Anderson
Kent deze revolutie dan geen verliezers? Anderson ziet ze als techno-optimist in ieder geval niet. Ook heeft hij als Steve Jobs-adapt weinig oog voor de wijze waarop grote bedrijven de ‘gemeenschappelijke’ creativiteit altijd weer weten te monopoliseren en vergelden. Aan de duurzaamheidsmogelijkheden van deze makersrevolutie besteedt hij ook geen woord, terwijl die toch legio zijn. Toch mag dit de pret niet drukken. Makers is een leuk en inspirerend boek.
Geef een reactie