De markteconomie is de grootste show op aarde, zo stelt Koen Haegens, publicist en economieredacteur van de Groene Amsterdammer, in zijn recent verschenen boek De grootste show op aarde. De mythe van de markteconomie. Die show moet ons doen geloven dat we in een maatschappij leven waar de markt zorgt voor welvaart, geluk, vrede en stabiliteit. Maar, zo laat Haegens overtuigend zien, het grootste deel van ons leven, ook van het economisch leven, wordt helemaal niet door de markt bepaald.
We leven dus niet in een markteconomie. Waarom denken we van wel?
“We weten niet beter. Mij is van jongs af aan verteld dat we in een markteconomie leven. In mijn middelbare schoolboek economie stond nog wel een hoofdstuk over keynesiaanse economie waarin aandacht is voor de rol van de overheid in de economie, maar die mochten we overslaan. Het hoofdstuk over marxisme mochten we er direct uitscheuren. In de nieuwste lesmethode, die nota bene na de crisis is verschenen, wordt economie volledig teruggebracht tot markten.”
De gangbare gedachte is dat markten vroeger waren ingebed in de maatschappij en beperkt door wetten en regels, en nu vrij zijn. Dankzij deze ‘bevrijding’ leven we in een marktmaatschappij waarin alles en iedereen in de markt wordt getrokken.
“Dat is de gangbare gedachte ja, ook bij critici, maar het klopt niet. De markt wordt nog steeds omringd door talloze regels, wetten en geboden. Sterker nog, zonder al deze regels kan een markt niet eens functioneren. Neem de financiële markten, die hebben zo exceptioneel kunnen groeien doordat overheden steeds nieuwe regels bedachten die het mogelijk maakten dat er nieuwe producten verhandeld worden. Zonder overheid en wetten kunnen markten niet bestaan.”
Daarmee weerleg je niet dat alles steeds meer in de markt wordt getrokken. Dat doet de overheid wellicht, maar het effect is hetzelfde.
“Je doet jezelf als progressief mens enorm tekort door het zo zwartgallig af te schilderen. Markten bepalen nog steeds maar een gering deel van het economisch leven. De overheid zelf – goed voor de helft van onze economie – werkt niet als markt, al doet ze wel alsof. Bedrijven functioneren intern niet als markt, maar eerder op basis van bevelen en orders of juist samenwerking. En je hebt een zeer omvangrijke genereuze vrijwillige economie. Neem de huishoudens waarin we voor elkaar zorgen, het vrijwilligerswerk, de deeleconomie en de commons zoals Wikipedia en de open source-gemeenschap. Door te stellen dat markten tegenwoordig de dienst uitmaken zien we over het hoofd dat we dagelijks voortdurend op een andere manier leven, dat we dagelijks alternatieven scheppen.”
Het debat over vrijhandelsverdrag TTIP gaat dus niet over meer of minder regels, maar over welke regels?
“Vrijhandel is een misleidend woord, dat bestaat niet. Met TTIP worden regels niet afgeschaft, er komen andere regels voor in de plaats. Er wordt een enorme bureaucratie opgezet om die ‘vrije’ markt tussen Europa en de VS te scheppen. Het is dus niet waar dat mensen die om milieu of sociale rechten geven, meer regels willen en vrijemarktadepten minder regels en meer vrijheid. Ze willen allebei andere regels, andere vrijheden.”
Kan de markt de milieuproblemen oplossen?
“Nee, kijk naar de mislukte emissiemarkt. Is het mislukken een gevolg van een verkeerde keuze bij de creatie, of is de markt zelf de oorzaak? Ik denk het laatste, want door te accepteren dat je dit probleem via de markt oplost, accepteer je dat de meeste macht in handen is van bedrijven. Als je binnen een democratie de macht en lobbykracht van de bedrijven niet beperkt, accepteer je dat zij grotendeels de regels kunnen bepalen. Dus zorgen ze ervoor dat er veel te veel emissierechten zijn. Het is een oplossing binnen de huidige machtsverhoudingen. Het maakt de invoering wel gemakkelijker, want bedrijven hebben liever een emissiemarkt dan een uitstootplafond en strenge regelgeving.”
Toch denken ook mensen binnen de milieubeweging dat markten problemen kunnen oplossen. Dat je bijvoorbeeld als consument veranderingen kunt afdwingen met je koopgedrag.
“Milton Friedman zei: op de markt kun je elke dag stemmen. Maar de regels waarmee je stemt zijn vastgesteld door het bedrijfsleven. De voorwaarden om mee te spelen is dat je je gedraagt en denkt als consument. Bovendien is consumentenmacht ongelijk verdeeld, want afhankelijk van jouw portemonnee. Een groot deel van de wereldbevolking is als consument daardoor politiek machteloos. Dat is in een politieke democratie anders.”
Je stelt in je boek: niet de markteconomie, maar het kapitalisme is het probleem.
“Absoluut. Het begrip ‘markteconomie’ versluiert waarom het gaat. Als je het ‘kapitalisme’ noemt is het duidelijker wat er gebeurt. Het gaat erom winst te halen door zoveel mogelijk kapitaal naar je toe trekken. Of dat nu gaat middels het ‘uitbuiten’ van arbeiders, het leegroven van grondstofrijke gebieden of het kapitaliseren van ons gedrag op internet door Google en YouTube, et cetera. Dat kun je middels een beveleconomie doen, maar ook via de markt. Op deze laatste manier klinkt het ‘natuurlijk’, en ‘rechtvaardig’, maar het verhult dat er sprake is van een machtsrelatie. Dat moet je benoemen, niet als markt, maar als kapitalisme.”
niels bosman zegt
Op mijn blog kun je wellicht nog iets meer over de oorzaken, alternatieven en andere paradigma’s lezen.
niels bosman zegt
https://duurzamesamenlevingeconomie.wordpress.com/
Jelle zegt
Interessant boek voor op de verlanglijst.
Door het (soms zeer) ongewenste gedrag van bedrijven is zoiets als een overheid gedwongen om in te grijpen op gebieden waar die overheid zich beter niet mee kan bemoeien.
En dan ontstaat er collusie.
Hier een interessant artikel over deze materie
To Stop an Endless Cycle of Corruption, History Says Fix the System, Not the Politician
http://www.smithsonianmag.com/smithsonian-institution/what-early-20th-century-muckraker-lincoln-steffens-might-offer-21st-century-voter-180957052/
Dit is een wiki over het op smithsonianmag.com besproken boek
https://en.wikipedia.org/wiki/The_Shame_of_the_Cities
Voor dit soort aanpassingen is het van belang dat de zaken op een juiste manier benoemd worden.
Interessant boek voor op de verlanglijst, dus.
Jos Faber zegt
Haegens komt uit de ultra-linkse economische hoek, dat had er wel bij vermeld mogen worden want dat bepaald heel sterk zijn opinies.