Terwijl tuinders hun CO2-uitstoot voortvarend terugdringen, stuiten ze op een nieuw probleem: een CO2-tekort. Want zonder CO2 geen plantjes.
Paprika-teler Arnaud van Dijk is voortvarend bezig in de energietransitie. De kassen van zijn bedrijf VD Holland hebben al bijna geen fossiele brandstoffen meer nodig. Toch maakt hij zich zorgen over de toekomstbestendigheid van zijn bijna fossielvrije teelt. “Je leest elke dag in de kranten over CO2-overschotten, maar voor de tuinders dreigt juist een tekort.” Planten groeien immers door fotosynthese, en daar is licht, water én CO2 voor nodig.
Net als de meeste Nederlandse tuinders produceerde Van Dijk de CO2 voor zijn paprika’s jarenlang zelf. Dat gebeurt met zogeheten warmtekrachtkoppelingen (wkk), waarmee de sector al ver vóór het Klimaatakkoord flink wat uitstoot verminderde. Een wkk voed je met aardgas en daar krijg je CO2, warmte en elektriciteit voor terug: precies de drie dingen die nodig zijn in een kas. Eventuele stroomoverschotten worden teruggeleverd aan het net. “Een wkk is al een behoorlijke stap voorwaarts, omdat er zelfs geen warmte verloren gaat”, vindt Van Dijk. Maar helemaal duurzaam is het niet. “Je gebruikt nog wel aardgas, een fossiele brandstof die je maar moeilijk kunt vergroenen.” Gelukkig lukte het hem een andere bron te vinden.
CO2 inkopen
Toen Van Dijk in 2009 de mogelijkheden van aardwarmte onderzocht, bleek hij te boffen. De grond onder zijn kassen bood genoeg heet water en er waren bovendien veel grote tuinders in de buurt die samen een put wilden slaan. Die samenwerking is een vereiste, want met al het benodigde onderzoek kost een put al snel zo’n 20 miljoen euro.
Nu, tien jaar verder, draait de put net negen maanden. “Toen we begonnen, dachten we dat de kinderziektes er wel zo’n beetje uit waren,” zegt van Dijk, “maar het blijkt echt complex. Als er iets mis is op 2 of 3 kilometer diepte, kunnen we dat zelf niet oplossen. Dan krijg je dus reparatiefacturen met bedragen die misschien normaal zijn in de olie- en gasindustrie, maar die wij niet gewend zijn.” Omdat de put niet het hele jaar door genoeg warmte levert en zelfs af en toe stilvalt, heeft Van Dijk ook nog een warmtepomp en zijn ‘oude’ wkk achter de hand. “Die durf ik nog niet aan de kant te zetten. Er staat een godsvermogen aan plantjes in die kas. Met alleen aardwarmte zou ik die niet eens kunnen verzekeren.” De stroom voor zijn kassen haalt Van Dijk van het net. Dat is relatief weinig, want zijn paprika’s hebben geen groeilicht nodig.
Toch zet van Dijk zelfs als er genoeg warmte is zijn wkk soms aan. Alleen maar vanwege een van de ándere outputs: CO2. Verschillende Nederlandse industrieën leveren dat nu aan tuinders via een leidingnetwerk of vrachtwagens. Maar daar is vaak te weinig van beschikbaar. In de toekomst wordt dat tekort alleen maar nijpender, vreest Van Dijk. Hoe meer tuinders hun warmte ‘duurzaam’ ophalen en hun wkk uitzetten, hoe groter immers de vraag naar CO2 in de hele sector.
Restwarmte
Trostomatenteler Stefan Oussoren in het Zuid-Hollandse Zevenhuizen gebruikt ook nog zijn wkk. Die heeft hij niet alleen nodig voor CO2, maar voorlopig ook nog gewoon voor warmte en stroom.
Dat leek een paar jaar geleden wel anders. De Rotterdamse haven was van plan de hele stad Leiden te voorzien van restwarmte. Nadat het hete industriewater in de stad zijn werk zou hebben gedaan, was de temperatuur naar verwachting nog hoog genoeg om ook de kassen van Oussoren te verwarmen.
“Wij gingen er enthousiast mee aan de gang”, zegt Oussoren. Met zijn buren zette hij een warmtecoöperatie op. “90 procent van de tuinders uit de buurt haakte aan. Dat zegt wel wat over de bereidheid.” Maar de leiding kwam er niet, de berekeningen waren te optimistisch geweest. Vervolgens vielen ook aardwarmte en een biomassa-installatie af als potentiële warmtebron. Oussoren kijkt nu of zijn regio kan aansluiten op het aardwarmtenetwerk van Bleiswijk. “Maar warmte transporteren over meerdere kilometers is ook niet ideaal.”
Zelfs als dat lukt, is Oussoren nog steeds niet waar hij wil zijn. Zonder draaiende wkk, zou hij stroom moeten inkopen voor licht in zijn kassen. Maar daar is het elektriciteitsnetwerk in de buurt de komende zes jaar nog niet klaar voor. En dan kondigt Den Haag – ná het Klimaatakkoord – ook nog een verhoogde heffing aan op de inkoop van stroom door grootverbruikers. Beide tuinders balen daar behoorlijk van, omdat de elektrificering van hun kassen juist nodig is voor verduurzaming. Oussoren: “We doen keihard ons best. Maar de oplossing ligt nog niet voor het oprapen.”
De afspraken
Tuinders willen in 2030 1,8 tot 2,9 Mton minder CO2 uitstoten. Dat doen ze door niet meer te verwarmen met aardgas, maar met geothermie, restwarmte of elektriciteit. Afstappen van aardgas, betekent – gek genoeg – wel een dreigend tekort aan CO2 voor de kasplanten. Een plan voor levering van de minimaal benodigde 2 Mton CO2 is nog in de maak. Tot die tijd blijven aardgas-gedreven installaties beschikbaar.
Remko zegt
Misschien ben ik een beetje simpel, maar je kunt toch ook plantjes verbouwen zónder kas. Moet je andere plantjes kiezen…
Nog duurzamer.