Kernafval moet voor onze veiligheid – en die van het leven na ons – minstens 100 duizend jaar worden opgeborgen. Maar waar, in hemelsnaam? En hoe? Nu nieuwe kerncentrales weer op de politieke agenda staan, moeten er knopen worden doorgehakt. “Of je gaat de komende jaren een beslissing nemen over de berging, of je stopt met het produceren van afval.”
“Je ziet het niet, je voelt het niet, je ruikt het niet en twee weken later begin je te bloeden.” Voor het waarnemen van radioactieve straling heeft de mens geen zintuig, legt Wendla Paile uit in de documentaire Into Eternity, over de aanleg van kernafvalberging Onkalo. Paile is hoofd medische dienst van de Finse Nucleaire Veiligheidsauthoriteit. De gevolgen kunnen desastreus zijn, vervolgt ze. Het onzichtbare licht dat door vaten kernafval wordt uitgestraald, kan cellen breken en je DNA veranderen, waardoor je in het ergste geval sterft.
In aanloop naar de verkiezingen leken politici steeds enthousiaster over het bouwen van nieuwe kerncentrales. Kirsten Sleven, directeur van WISE, keek met verwondering toe. “Kernenergie krijgt meer en meer het frame van een eenvoudige oplossing voor al onze klimaatproblemen. Want het zou schoon zijn. Een opmerkelijke constatering, wat mij betreft, als je het hebt over een energiebron die gevaarlijk afval produceert dat we honderdduizenden jaren buiten de leefwereld van mensen moeten bewaren. Over dat kernafval wordt nauwelijks geschreven.”
Opiniemakers in de media zeggen graag dat er een taboe rust op de bouw van kerncentrales, waardoor het als een nieuw en fris idee kan worden opgeworpen in de strijd tegen klimaatverandering, zegt Peer de Rijk, beleidsmedewerker bij Milieudefensie. “Er is al decennialang een politieke meerderheid voor de bouw van nieuwe kerncentrales. Van een taboe is dus totaal geen sprake.” Tegelijkertijd bestaat er sinds de jaren 60 ook een brede maatschappelijke discussie en een invloedrijke verzetsbeweging, die onder andere in 1979 heeft voorkomen dat kernafval opgeborgen zou worden in een zoutkoepel zoals bij Gasselte in Drenthe.
Tijdelijke oplossing
Op de vraag wat te doen met kernafval is na al die jaren nog geen bevredigend antwoord gevonden. Herman Damveld is energie-expert en publicist en hield zich ook ten tijde van het protest bij Gasselte al bezig met het onderwerp. “Na een demonstratie met 25.000 mensen verzon de regering een list: we komen nu met ‘een tijdelijke oplossing’ en nemen pas rond 2100 een beslissing over echte berging.”
Hoe zit dat, met die tijdelijke oplossing? Covra, het bedrijf dat Nederlands kernafval opslaat vlakbij de kerncentrale in Borssele, heet iedereen – ook journalisten – van harte welkom om langs te komen en te kijken hoe zij daar, in “het veiligste gebouw van Nederland”, het radioactieve afval opslaan. In een feloranje gebouw, dat elke 20 jaar in een iets lichtere kleur oranje wordt overgeschilderd om de afnemende warmte en straling van het afval te symboliseren, ligt het hoogradioactieve afval dat van de splijtstofstaven van de kerncentrales van Borssele en de onderzoeksreactoren in Petten en Delft komt. De betonnen muren zijn 1,70 meter dik, het afval dat er opgeslagen ligt is eerst in Frankrijk verwerkt, daar in glas gegoten en per trein teruggestuurd. In 2018 was er zo’n 45 kubieke meter van dit afval. In een tweede gebouw liggen zo’n 40.000 tonnen laag- en middelradioactief afval, waaronder ook afval van ziekenhuizen. Als het moet zet Covra er zonder veel moeite een gebouwtje bij, zegt adjunct-directeur Ewoud Verhoef: capaciteit zal in de komende 100 jaar het probleem niet zijn, ook niet als er centrales bijkomen.
Waarom houden we het dan niet gewoon daar? “Wanneer je afval in gebouwen zoals de onze beheert, heb je altijd mensen nodig die monitoren, beveiligen en onderhouden. Dan heb je een overheid nodig die toezicht houdt, en een stroomvoorziening. Als je bedenkt dat de meeste afvalverwerkings- en opslagorganisaties nog maar tientallen jaren bestaan en de meeste landen in Europa minder dan 500 jaar oud zijn, dan is er weinig garantie dat er over duizenden jaren nog toezicht is.”
Passieve veiligheid
Voor- en tegenstanders van kernenergie zijn het hier in ieder geval over eens: het leven aan de oppervlakte is te veranderlijk en onbetrouwbaar om kernafval duizenden of zelfs honderdduizenden jaren lang aan toe te vertrouwen. Ga maar na: in de afgelopen 100 jaar zijn er twee wereldoorlogen geweest. De bovenwereld is instabiel. De mens moet dus op zoek naar een systeem dat ‘passieve veiligheid’ biedt.
Wat te doen? Er is gesproken over het verbannen van het afval naar de bodem van de diepste zee, maar de vraag rees al snel: moet je de kraamkamers van de wereld wel in gevaar willen brengen? Een ander idee was om het afval met raketten de ruimte in te sturen, maar wat als er bij het afvuren van de raket een ontploffing ontstaat? Als er iets misgaat zijn de gevolgen zó groot, dat het kleinste risico al bijna onoverkomelijk is.
De meeste landen pleiten uiteindelijk voor een zogenoemde ‘geologische eindberging’. Dat is een tunnelstelsel in de ondergrond dat miljoenen, zo niet miljarden jaren geleden gevormd is in zout, klei of graniet. Verhoef: “Je kunt met monsters van die lagen terugkijken in de geschiedenis en zien dat de tijd daar als het ware heeft stilgestaan.” Naar eindberging in de Boomse kleilaag in Nederland, die zo’n 40 miljoen jaar oud is, deden wetenschappers van onder andere de TU Delft, TNO, NRG, Deltares, het Belgische SCK-CEN en de Britse geologische dienst onderzoek in een programma dat in 2017 werd afgerond. De uitkomst gaf volgens Verhoef “voldoende zekerheid” dat het tunnelcomplex van kilometerslange gangen met dwarstunnels technisch een werkbare oplossing oplevert.
Onbetrouwbaar
Maar wat is zekerheid als je het hebt over een oplossing die minstens 100 duizend jaar stand moet houden? Of zelfs een miljoen jaar, als je afgaat op de periode die de Duitse regering aanhoudt bij het zoeken naar bergingslocaties? De oudste overgebleven gebouwen die onze beschaving heeft voortgebracht zijn nog geen 5.000 jaar oud. Herman Damveld: “We hebben te maken met berekeningen en voorspellingen over het materiaal, het bouwwerk en de geologische omstandigheden. Maar denk aan het weer: over drie weken is de weersverwachting volkomen onbetrouwbaar. De ondergrond verandert niet zo snel natuurlijk, maar na een paar duizend jaar neemt de betrouwbaarheid van rekenmodellen heel erg af.”
De proeven met bergingen onder de grond geven tot nu toe niet veel vertrouwen in de veiligheid. Damveld: “Lang gold de zoutkoepel bij het Duitse Asse als voorbeeld voor Nederland. Daar werden in een oude zoutmijn tussen de jaren 60 en jaren 90 vaten kernafval opgeborgen. Het zou er duizenden jaren veilig moeten zijn. Maar in 1988 bleek dat water de opslagplaats inliep en later werd duidelijk dat pekel de vaten had aangetast. Er wordt nu op 350 plekken water afgevangen om een nucleaire ramp te voorkomen.” Het openhouden van de opslagplaats kan volgens de Duitse Rekenkamer meer dan vijf miljard euro gaan kosten.
Een ander zorgwekkend voorbeeld komt uit de Verenigde Staten. In The Waste Isolation Pilot Plant in New Mexico ontsnapte in 2014 radioactiviteit uit een vat met radioactief afval, waardoor een deel van de berging permanent onbruikbaar werd en er nieuw ventilatiesysteem moest worden geïnstalleerd. Dat kostte 2 miljard dollar. Maar volgens Verhoef toont de ontploffing juist de kracht van het systeem: “We moeten blij zijn dat de ontploffing dáár heeft plaatsgevonden en niet aan de oppervlakte. De straling moest langs allerlei filters, die niet of nauwelijks iets hebben doorgelaten.”
Afschrikwekkend landschap
In Finland zijn ze het verst met een eindberging, zoals in Into Eternity te zien is: in graniet van 1,8 miljard jaar oud wordt Onkalo gebouwd, ‘verstopplek’ in het Fins. De bedoeling is dat rond 2100 de ‘stad onder de grond’ wordt afgevuld met beton en afgesloten voor de eeuwigheid. Daar hoeft nooit meer iemand te komen. Maar daarmee gaat men voorbij aan het grootste gevaar, volgens de wetenschappers die zich met de toekomstige veiligheid van eindbergingen bezig houden. Groter dan dat van aardbevingen of erosie: menselijke nieuwsgierigheid.
We verwachten over ongeveer 60 duizend jaar een ijstijd en daarna kunnen we er zoetjesaan vanuit gaan dat het verhaal van Onkalo is vergeten, zegt Peter Wikberg, het technisch hoofd van Onkalo. Wat zullen de mensen die daarna leven denken als ze erop stuiten? Zijn het mensen zoals de Neanderthalers? Zijn ze intelligent, hebben ze de stralingsmeetapparatuur om te weten wat er voor gevaarlijks ligt? “Als ze die apparatuur niet hebben, kunnen ze ook niet boren”, zegt Wikberg. Zullen die toekomstige mensen hopen dat er een schat begraven ligt, of denken dat ze met een religieus monument te maken hebben? Onze archeologen hebben nooit teruggedeinsd binnen te dringen in eeuwenoude sacrale gebouwen. Hoe beschermen we die mensen tegen wat we hebben achtergelaten?
In de Verenigde Staten hebben teams van wetenschappers en kunstenaars geprobeerd om een zo onheilspellend mogelijk landschap te ontwerpen. Iets dat zal afschrikken en een gevoel van ‘gevaar voor het lichaam’ oproepen. Dus geen stenen met boodschappen erop, want dat doet juist denken aan een herdenkingsplaats, maar bijvoorbeeld een ‘landschap van doornen’: 20 kilometer lang alleen maar weerzinwekkende stenen pieken.
Kop in het zand
Hoe je het ook wendt of keert, je stuit met het kernafvalprobleem op de discrepantie tussen theorie en praktijk, zegt Peer de Rijk. “We rekenen op papier uit dat het wel veilig is, we gooien het erin, en dan merken we in de komende tienduizenden jaren wel of het echt veilig was.” Hij vindt het “moreel onfatsoenlijk” dat we de beslissing over hoe dat aan te pakken tot 2100 voor ons uitschuiven. “Onze kindskinderen mogen de beslissing nemen over een probleem dat wij creëren.” De officiële reden is dat we afval en geld moeten sparen: Nederland heeft nu nog lang niet genoeg voor een berging vol. Maar De Rijk denkt dat we te maken hebben met een kop in het zand-situatie. “Zodra de gesprekken over een eindberging concreet worden, krijg je maatschappelijk protest en een publieke discussie over veiligheid, maar ook over de oorzaak van dat afval: kernenergie. En dat willen politici niet, want dan moeten ze ook erkennen dat er geen oplossing is.” Die oplossing is volgens Kirsten Sleven sinds de proefcentrale in Dodewaard een voorwaarde voor het gebruik van kerncentrales. “Het is nu dweilen met de kraan open. Of je gaat de komende jaren een beslissing nemen over de berging, of je stopt met het produceren van meer afval.”
Beiden kijken daarom ook kritisch naar de onderzoeken die nu lopen. De Rijk: “Denk je dat iemand die over 100 jaar onderzoek gaat doen naar bijvoorbeeld zout of klei in de Nederlandse bodem teruggrijpt op onderzoek uit 2005? Allemaal weggegooid geld.” Sleven: “Het ziet er bovendien naar uit dat de berging veel duurder wordt dan die berekende 2 miljard euro, aangezien het huidige ontwerp geen rekening houdt met terughaalbaarheid van het afval, wat een voorwaarde is. Ondertussen organiseert de overheid discussierondes met het publiek om de schijn op te houden dat er van alles gebeurt. Het eerste onderzoek was al in de jaren 80, er waren rondes in 2015, 2018 en nu is het Rathenau-instituut weer bezig. En steeds komen ze weer tot de conclusie: het onderwerp leeft niet, er is geen gevoelde urgentie en dat bemoeilijkt de discussie. Dat is toch geen wonder, als je mensen in het vooruitzicht stelt dat er pas over 100 jaar vervolg aan wordt gegeven?”
Wordt het een keer concreet, is het gelijk hommeles. Peter Zwiers is Statenlid van de PvdA in de provinciale staten in Drenthe. “Ik vernam in het Dagblad van het Noorden dat de Duitse regering keek naar een bergingslocatie vlakbij de grens met Nederland. Dat moeten we niet willen, dacht ik meteen. Mijn ouders hebben in 1979 geprotesteerd tegen het voorstel om in de zoutkoepel bij Gasselte kernafval op te slaan.” Nu was het zijn beurt om in actie te komen. “Provinciale Statenlid Elke Slagt Tichelman van GroenLinks, meer dan twintig lokale raadsfracties en de Provinciale Statenfracties van Overijssel en Gelderland van PvdA, GroenLinks en SP sloten zich aan. Lokale media deden verslag en ondanks corona kregen we al snel 2.400 handtekeningen onder onze petitie tegen deze bergingslocatie.” Zwiers en zijn collega’s hopen van de Tweede Kamer een uitspraak te krijgen, die bewindspersonen kunnen overbrengen aan Berlijn. “Onze ervaring is dat politici graag moeilijke dossiers in grensgebieden oplossen, zo hebben we ook veel windmolens in dit gebied. Maar wat mij betreft krijgen onze inwoners een stem hierover.”
ben zegt
Nog steeds zijn er in ons landje voorstanders van meer kerncentrales, met bijbehorend onverteerbaar afval.
Ik snap niet hoe mensen kunnen denken dat het normaal/acceptabel is om nu iets te doen, waarvan de restproblemen pas vele generaties later moeten (en kunnen) worden aangepakt en misschien wel opgelost.
Je doet iets en laat de lastige rommel gewoon achter voor anderen. Hoe moet je dat noemen: onnadenkend? dom? gemeen? asociaal?
Het kan onnadenkend en dom zijn, maar beslissingen over kernafval worden toch genomen door mensen met verstand en verantwoordelijkheidsgevoel. Of zijn politici toch gewoon dom?
Als je een probleem wilt oplossen (b.v. energietekort of teveel CO2) moet je het niet zo verschuiven dat er later wellicht een nog veel groter probleem ontstaat. Na ons de zondvloed.
We zouden verstandige mensen zulke beslissingen moeten laten nemen en niet de kortzichtige politici van VVD, CDA, PVV en FvD, of b.v gokverslaafden.
Misschien is het probleem de korte levensduur van de mens. Mensen die denken verstandig te zijn willen niet een probleem creëren waar hij/zij over 10 jaar niet uit komen, maar over 100 of 10 000 jaar heb je er geen last meer van.
De menselijke geest kan een groot probleem wel zien, maar als het verder weg is, ziet het er veel kleiner uit. Helaas heeft God de mens met die handicap geschapen. Of is die schuld niet op een God af te schuiven?
Loek Beukman zegt
Lees verder bij het CDA! Die weten echt alles over God en laten zich. zegt P.Omzigt te Enschede, gaarne door Hem (Haar?) leiden. Nietwaar?
A. Laporte-Strijdhorst zegt
laten we met miljoenen mensen protesteren tegen deze stomme plannen, waarbij we de mens en de economie centraal stellen in plaats van de hele schepping.
Ferry Born zegt
Het kernafval zal ten alle tijden in Nederland bovengronds bewaard moeten blijven en ik denk ook niet in Zeeland. Deze plaats is veel te kwetsbaar in geval van calamiteiten. Buitendien wordt het hoogtijd om deze centrale te sluiten omdat hij functioneel nooit nodig was voor de elektriciteitsvoorziening in Zeeland. Echter; onder druk van de politiek en de Fransen was deze centrale nodig omdat de “Pechiney” veel vermogen nodig had voor de productie van aluminium. Dit zal echter in alle toonaarden bestreden worden. ( een geheim contract PZEM ) Het hele spul liep op de klippen toen Pechiney ook mee moest betalen met het opruimen van het radioactieve afval. Zeeland heeft nu echt geen kerncentrale nodig die notabene alleen maar geld kost en niet zo een klein beetje ook. Probleem blijft waar plaats je het afval want het zal bovengronds moeten blijven en daar zit niemand op te wachten. Een nog groter probleem is het motiveren van de jonge generatie om deze rotzooi met zorg te behandelen. Zelf heb ik ervaren toen ik 13 of 14 jaar oud was wat een verschrikkelijk effect het heeft op het leefmilieu heeft als radioactiviteit vrij komt. Ik begrijp ook niet goed hoe het mogelijk is dat politieke figuren deze vorm van energie kunnen promoten zonder enige vorm van kennis van zaken. of is lobbyen lonend? Verder mis ik wel een gepaste vorm tegenspraak van partijen die tegen tegen deze vorm van energie opwekken. Als laatste wil ik opmerken dat nucleaire wetenschap nooit verder ontwikkeld is voor het opwekken van elektriciteit maar het produceren van verschrikkelijk wapentuig.