De houdbaarheidsdatum van het merendeel van de vijftien kernreactoren die in Oekraïne staan, is bijna verstreken. We moeten voorkomen dat een van deze centrales een nieuwe Tsjernobylramp oplevert, zegt Iryna Holovko van de Oekraïense milieuorganisatie NECU. En Europa kan daarbij helpen. “Het associatieverdrag tussen Oekraïne en de Europese Unie zorgt voor meer toezicht op de veiligheid in die centrales.”
Dertig jaar na dato is ‘Tsjernobyl’ nog steeds de grootste nucleaire ramp in de geschiedenis. De Oekraïense Iryna Holovko was twee jaar oud toen de reactor in de toenmalige Sovjet-Unie ontplofte. Zelf kan ze zich amper iets van die periode herinneren, maar zoals elke Oekraïner kent ze wel iemand die door de ramp getroffen is. “Vrienden van mij die destijds in Kiev woonden, moesten met hun ouders spoorslags hun spullen pakken om tijdelijk naar veiliger gebieden te verhuizen”, vertelt ze. “Mijn tante woont in de omgeving van de reactor en was een van de liquidatoren, de mensen die betrokken waren bij het blussen van de brand en het opruimen van het radioactief materiaal. Nog steeds mag zij de groente die in haar tuin groeit niet opeten. Ook melk afkomstig uit de regio is niet geschikt voor consumptie.”
Holovko werkt voor NECU, een van de oudste en grootste milieuorganisaties van Oekraïne. NECU doet onderzoek naar en voert campagnes op thema’s als natuur, klimaatverandering, energie en de bio-industrie. De organisatie heeft onder andere bijgedragen aan de totstandkoming van natuur- en milieuwetgeving in Oekraïne en het instellen van beschermde natuurgebieden. Ook is zij actief in het promoten van duurzame energie en energiebesparing.
Milieukundige Holovko werkt sinds 2007 bij NECU en heeft het onderwerp kernenergie onder haar hoede. Momenteel is zij druk bezig met het organiseren van lezingen en een festival in Kiev voor de herdenking van de Tsjernobylramp. “We willen het bewustzijn van de Oekraïense bevolking over de veiligheidsrisico’s van kernenergie vergroten. Maar tegenover onze campagnes staat een hoop pro-nucleaire promotie van de regering. Volgens de regering zijn de huidige centrales van een ander type dan die van Tsjernobyl en dus veiliger. Ook zou kernenergie de Oekraïense energievoorziening minder afhankelijk maken van Russisch gas en olie. Dat argument gaat er bij het nationalistische deel van de Oekraïense bevolking in als koek, maar het is niet waar. Alle Oekraïense kerncentrales zijn gebouwd door de Russen. De reactoren functioneren vrijwel allemaal alleen op Russisch splijtstof. Voor het onderhoud van de reactoren en de behandeling en de opslag van de gebruikte splijtstofstaven zijn we volledig afhankelijk van Russische ingenieurs.”
Energiehonger
Oekraïne heeft een enorme energiehonger. “Vooral de zware industrie is een grootverbruiker”, weet Holovko. “Onder andere de staal- en cementfabrieken draaien nog op zwaar verouderde technieken uit het Sovjettijdperk die veel energie verspillen. Omdat gas en elektriciteit door overheidssubsidies weinig kosten, ontbreekt de prikkel om te investeren in energiezuinige technieken.”
De helft van de stroom die in Oekraïne wordt geproduceerd, is afkomstig van kerncentrales, de rest komt van kolen en gas. Hoewel er potentieel is voor windmolens, zonneweides en waterkrachtcentrales, leveren duurzame energiebronnen nu slechts twee procent van de Oekraïense energieproductie. Oekraïne schaart zich daarmee bij landen als Nederland, Luxemburg en Malta die in Europa achterop hinken als het gaat om de productie van duurzame energie.
Sinds de protesten op het Euromaidanplein en de hierop volgende Russische annexatie van de Krim is de Russische hand op de gas- en oliekraan wispelturiger geworden. In juni 2014 bijvoorbeeld, besloot de Russische president Poetin om de gaskraan dicht te draaien. Oekraïne moest op zoek naar andere leveranciers en kocht uiteindelijk via Slowakije alsnog Russisch gas, maar tegen een hoger tarief. Daar komt nog bij dat de kolenvoorziening onder druk is komen te staan door het gewapende conflict in Oost-Oekraïne, waar een deel van de kolenmijnen zich bevindt.
Schimmige rapporten
Momenteel werkt de Oekraïense regering aan een nieuwe energiestrategie. Kernenergie speelt daarin nog steeds een belangrijke rol, wat betekent dat de bestaande centrales langer open moeten blijven. NECU noemt dat besluit onverantwoord en vindt dat de Oekraïense regering een loopje neemt met het verbeteren van de veiligheid in die oude centrales.
Holovko: “Drie van de vijftien centrales hebben hun levensduur er al opzitten. Van negen andere is de houdbaarheidsdatum in 2020 verstreken. Volgens het Espoo-verdrag moet Oekraïne voor het langer openhouden van kerncentrales toestemming vragen aan de buurlanden. Dat heeft de regering niet gedaan. Ook blijft de overheid vaag over wat er precies is gedaan met de 600 miljoen euro die de Europese Unie en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) hebben bijgedragen voor het verbeteren van de veiligheid van die oude kerncentrales. Zo zijn er bijvoorbeeld nog geen plannen voor wat er moet gebeuren met de 200 miljoen ton aan nucleair afval die de centrales jaarlijks produceren. Met schimmige rapporten en andere vertragingstactieken, lukt het Oekraïne om de EU en de EBRD in het duister te laten over de besteding van het geld.”
Holovko vermoedt dat de regering de kosten voor de extra veiligheidsmaatregelen niet wil doorberekenen aan de consument en daarom draalt met het onderhoud. “Ze zijn als de dood om de energiesubsidies verder af te schaffen. Daarmee maak je jezelf in een land waar veel mensen weinig verdienen of werkloos zijn natuurlijk niet populair.” Zelfs als de regering de centrales wel een opknapbeurt geeft, is de milieukundige nog niet gerust. “Met ieder jaar dat de centrales langer openblijven, nemen de risico’s op bijvoorbeeld een scheur in een reactorvat toe. Een recent incident in een van de reactoren in Rivne – veroorzaakt door een scheurtje in een van de isolatieringen – is daar een goed voorbeeld van.”
Associatieverdrag
Het associatieverdrag dat Oekraïne met de EU wil sluiten, kan een rol spelen in het voorkomen van dergelijke ongelukken, denkt Holovko. “Dat verdrag verplicht Oekraïne tot het afleggen van verantwoording over de veiligheid in de kerncentrales. Ook moet Oekraïne de EU-lidstaten om toestemming vragen voor het langer openhouden van oude centrales. Met het verdrag heeft de EU meer wapens in handen om transparantie af te dwingen.”
Daarnaast biedt het verdrag milieuorganisaties als NECU ook op andere terreinen mogelijkheden. “Straks is het in Oekraïne net als in andere EU-landen verplicht om voor grote projecten op het gebied van bouw- en infrastructuur en de bio-industrie een milieueffectrapportage in te dienen. Dat geeft ons en omwonenden van dergelijke projecten meer mogelijkheden om in beroep te gaan tegen mogelijk schadelijke effecten voor het milieu.”
Het liefst ziet Holovko dat de kerncentrales zo snel mogelijk sluiten. Er zijn voldoende alternatieven: “Oekraïne kan veel winst boeken door zuiniger om te springen met energie. Industrie én huishoudens verspillen veel energie, veel huizen en openbare gebouwen zijn zo lek als een mandje. Ook gaat er veel energie verloren bij het transport via oude buizen en kabels. We moeten veel meer prioriteit geven aan hernieuwbare energiebronnen als windmolens, zonnepanelen en biomassa. Dat gebeurt nu, ondanks mooie woorden van de regering nog te weinig. Jammer, want met duurzame energie kunnen we de afhankelijkheid van Rusland echt verminderen.”
Tekst: Marianne Wilschut in opdracht van Laka.
Geef een reactie