
Als een van de door klimaatverandering zwaarst getroffen landen eist Pakistan een financiële vergoeding van het westen. Maar volgens Zulfikar Ali Bhutto Junior, milieuactivist en dwarsliggende telg van de machtige Bhutto-dynastie, is ook de eigen overheid verantwoordelijk voor de natuurrampen.
Op de 1,5 kilometer lange Sukkur-brug, tevens een van de grootste dammen in de Indusrivier, verzamelen zich steeds meer demonstranten. In kleine busjes, riksja’s en bromfietsen houden ze nu al een week lang al het verkeer tegen op de brug die de provincie Punjab met de zuidelijkste provincie Sindh verbindt. Op grote borden is te lezen: “Niet nog meer kanalen en dammen in de Indus”.
Milieuactivist Zulfikar Ali Bhutto Junior spreekt de menigte toe. De dertiger is vernoemd naar zijn beroemde grootvader, een van de meest vooraanstaande politici uit de Pakistaanse geschiedenis, die afwisselend premier en president was. Grootvader Bhutto, naast politicus ook advocaat, droeg het liefst een westers maatpak, rookte graag dikke sigaren en hield van een goed glas whiskey. Zijn kleinzoon ziet er meer uit als een gewone man van het volk die in traditionele kleding – een shalwar kameez: een lange tuniek over een wijde broek – nauwelijks opvalt in de mensenmassa. De demonstranten die Zulfikar Junior
toespreekt, hangen aan zijn lippen. Na afloop van de demonstratie legt Zulfikar uit waarom mensen de straat opgaan. Hij vertelt hoe de politieke top van het land, zijn oom president Ali Zardari en premier Shabaz Sharif, afgelopen juni achter gesloten deuren besloot om vanuit de Indus zes kanalen richting de Cholistanwoestijn te laten graven. Bijna 400 kilometer verderop moet met dat irrigatiewater 2000 hectare woestijnland, zo’n 1600 voetbalvelden, worden
omgezet in vruchtbare landbouwgrond.
Waarom zijn jullie zo tegen dit plan?
“Er heeft geen parlementair debat plaatsgevonden. Dat is ondemocratisch en bewust gedaan. Want het kanalenplan is nooit goedgekeurd. Iedereen weet dat de Indus op sommige plekken op sterven na dood is. De grootste rivier van Pakistan, waar niet alleen wij, maar ook ons buurland India van afhankelijk is, heeft niet genoeg water voor zoveel irrigatie. De nieuwe landbouwgrond is door de overheid voor veel geld verkocht aan rijke grootgrondbezitters. Ik noem dat landjepik.”
“Die zogenaamd groene boeren hebben helemaal geen verstand van landbouw”
Om uit te leggen van wie die landbouwgrond eigenlijk is, moet Zulfikar ver terug in de geschiedenis. In 1802 stichtte prins Mohammad Khan II, de toenmalige Nawab (heerser – red.), de koninklijke staat Bahawalpur in Zuid-Punjab. Hij beschouwde de Cholistanwoestijn als zijn gebied. “Toen Pakistan in 1947 onafhankelijk werd, kwam aan de heerschappij van de laatste Nawab een eind. Bahawalpur kwam onder Pakistaans bestuur te staan, inclusief de woestijn. De nazaten van de Nawab zijn het daar niet mee eens en vechten in de rechtbank al jaren voor de teruggave van hun land. Maar die strijd kunnen ze onmogelijk winnen. Want het leger is de baas in Pakistan.” Zulfikar vindt dat de grond toebehoort aan de nomaden die al eeuwen in de Cholistanwoestijn wonen. Zo’n 200 duizend mensen leven er met hun kamelen, schapen en runderen in een gebied zo groot als België.
Feodale maatschappij
“De rijke grootgrondbezitters profiteren het meest van dit kanalenplan”, stelt Zulfikar. In Pakistan, waar alles om zoveel mogelijk grondbezit draait, wordt de middeleeuwse feodale maatschappij bewust in stand gehouden. “Landeigenaren bezitten complete dorpen, inclusief de landloze arbeiders die voor een fooi werken. Zij wonen in hutjes op het land van de grootgrondbezitter. In de dorpen zijn geen scholen voor hun kinderen, dat vindt de feodale landheer niet nodig. Zijn eigen kinderen stuurt hij voor een studie naar het buitenland.” Het nieuwe consortium van landeigenaren, een gelegenheidscoalitie, noemt zich de Groene Coöperatie. “Kapitalistische neo-feodalen”, vindt Zulfikar. “En het ergste is: die zogenaamd groene boeren hebben helemaal geen verstand van landbouw. Het gaat ze alleen om de hoge winsten, en het gat tussen arm en rijk wordt alsmaar groter.”

Bhutto-dynastie
Grootvader Zulfikar Ali Bhutto richtte in 1967 de Pakistan Peoples Party op, de PPP, en was jarenlang premier en president van Pakistan.
Wat heeft hij gedaan om het feodale systeem te doorbreken?
“Mijn opa was een socialist. Hij stond voor een progressief Pakistan, welvaart voor iedereen en verzette zicht tegen de uitbuiting van de landloze boeren. Hij voerde landhervormingen door. Dat heeft hem uiteindelijk zijn leven gekost.” Nadat legerchef Zia-ul-Haq eind jaren zeventig een staatsgreep pleegde, liet hij Bhutto senior ophangen
Bijna geen enkele Bhutto kon zijn politieke carrière afronden. Ook jouw vader niet. Hoe kwam dat?
“Er waren onderlinge politieke afrekeningen. Binnen de Bhutto’s draaide het om machtsbehoud. Mijn tante Benazir werd in 2007 vermoord toen ze op verkiezingscampagne was. De echte moordenaar is nooit berecht. Boze tongen beweerden dat mijn oom Zardari erachter zat. Mijn vader Murtaza werd in 1996 op de stoep voor ons huis doodgeschoten. Een politieke afrekening volgens de politie. Mijn zus Fatima beschuldigt Zardari, nu president, ervan ook achter de moord op onze vader te zitten. Mijn vader was populairder dan zijn zus Benazir. Zardari wilde de macht.”
Na de dood van hun vader werden Zulfikar en Fatima door hun moeder uit veiligheid naar het buitenland gestuurd, waar ze grotendeels opgroeiden. Fatima werd schrijfster, Zulfikar studeerde milieukunde aan de universiteit van Schotland en beeldende kunst in San Francisco. Hij komt openlijk uit voor zijn queer genderidentiteit, ondanks dat homoseksualiteit officieel verboden is in Pakistan. Hij is momenteel een van de bekendste milieuactivisten van het land.
Heb je contact met je familie van je vermoorde tante?
“Mijn neef Bilawal is naast minister van Buitenlandse Zaken ook de voorzitter van mijn opa’s politieke partij. We zijn bijna even oud. Ondanks dat we politiek verschillen, hou ik van hem. Ik wil graag contact met hem. Hij weigert. Misschien vanwege mijn queer-zijn of mijn milieuactivisme.”
Maar jij vindt ook dat deze tak van de Bhutto’s het politieke gedachtegoed van je opa heeft verkwanseld.
“Ja, dat is ook zo. Nadat generaal Zia-ul-Haq mijn grootvader liet ophangen, heeft hij de provincie Sindh, de thuisbasis van de Bhutto’s, bewust verarmd. Hij wilde de macht van familie breken. Ook na de dood van deze generaal kwam niemand van mijn familie in verzet tegen de armoede en de onderontwikkeling van Sindh, bang voor hun politieke overleving.”
Zoals Sindh het gebied is van de Bhutto-dynastie, is Punjab het thuisland van de Sharifs, een industriële en politieke dynastie. De twee families strijden al jaren met elkaar om de macht. Voor het eerst vormen ze nu samen een regeringscoalitie, in de hoop de populariteit van de gedoodverfde premier Imran Khan te breken. De oppositie beweert dat beide politieke families de laatste verkiezingsuitslag vervalsten. Ook lieten zij Imran Khan in de gevangenis opsluiten en bedachten meer dan honderd rechtszaken tegen hem. “Maar Pakistan heeft helemaal geen tijd voor politieke spelletjes”, vindt Zulfikar.
Verzilting
“Hoe wij met de Indus omgaan is ronduit schandalig”
Waar de politiek zich mee bezig zou moeten houden, zegt Bhutto junior kwaad, is natuurbehoud. “Maar daarin is men niet geïnteresseerd.” Hij wijst naar de Sukkurdam, met daarnaast het grootste landbouwirrigatiegebied van Pakistan. Het is het paradepaardje van de provincie Punjab, waar het merendeel van de rijst en de tarwe wordt verbouwd. Voor de dam stroomt het water in de Indus nog rijkelijk. Aan de andere kant van de dam, waar de onderontwikkelde provincie Sindh begint, laat de dam weinig water door. De rivier ontspringt in Tibet, loopt via het noordelijke Pakistaanse berggebied door de provincie Punjab en komt na 2 duizend kilometer uit in Sindh. Maar na de Sukkurdam is ze bijna op sterven na dood. “Punjab pikt al het water in. Bewust politiek beleid.”
Je reist veel door Sindh. Waar staat de Indus er het slechtst voor?
“Bij Sewan is de rivier inmiddels opgedroogd.” Sewan is een mystiek dorpje waar een van de grootste soefi’s, Lal Shabaz Qalander, begraven ligt. Soefi’s zijn liberale moslimgeleerden die eeuwen geleden vanuit Iran, Irak en Afghanistan naar het platteland van Sindh trokken, om er met zang en dans de mensen tot de islam te bekeren. “Ik was er voor de jaarlijkse herdenking van zijn sterfdag. Duizenden aanhangers waren er ook. Maar er is bijna geen water meer voor dier en mens beschikbaar.”
Droogte wordt een steeds groter probleem in Pakistan. De sloppenwijken buiten de metropool Karachi dijen uit door klimaatvluchtelingen. Ze komen uit de dorpjes langs de kust waar de Indus uitmondt. “Daar raakt de grond steeds meer verzilt. Niet alleen door het uitblijven van regen, maar ook door de 150 dammen in de rivier die de overheid voor irrigatie en elektriciteit liet bouwen. De obstakels in de rivier dragen bij aan de dood van de Indus. Je ziet dat het laatste stukje van de rivier, richting de Arabische zee, geen druppel water meer bevat. Zout water stroomt steeds verder landinwaarts”, legt Zulfikar uit. “Daardoor is veel land onvruchtbaar en onbewoonbaar geworden.”

In de Cholistanwoestijn blijft de regen al 5 maanden uit, bewoners moeten steeds verder trekken voor water. Wat doet de overheid?
“Die beweert dat er een waterleiding is aangelegd. Maar die gaat maar een paar kilometer de woestijn in. De bewoners weten nooit wanneer het water komt. Hun toba’s, de natuurlijke plekken waar het vee komt drinken, staan bijna allemaal droog. De overheid heeft gezegd met watertanks de toba’s te vullen. Ik heb niet gehoord of dat daadwerkelijk is gebeurd.” Ondertussen bloeien gele mosterdbloemen in de groene, geïrrigeerde akkers aan de rand van de woestijn. Als straks de kanalen klaar zijn, zal daar nog meer landbouwgrond verschijnen. “De verwoestijning en vergroening rukken samen op.”
Pakistan staat bekend als een land van grote overstromingen. Milieu- en weerdeskundigen beweren dat het westen daar verantwoordelijk voor is. Ben jij het daarmee eens?
“Voor een deel. Door de opwarming van de aarde – waar Pakistan voor minder dan 1 procent aan bijdraagt – smelten de gletsjers in het noorden sneller. Tijdens het regenseizoen verandert de Indus in een monster. Maar ik stel onze regering medeverantwoordelijk. Door die 150 dammen stroomt het water nauwelijks door. Daarnaast gooiden grootgrondbezitters verschillende kanalen dicht die tijdens de Britse bezetting werden gegraven. Ze meenden dat die waterafvoerwegen niet nodig waren.”
Jij hoopte dat de enorme overstroming van 2022 voor een wake-upcall zou zorgen. Heeft Pakistan geleerd?
“Mijn eerste gedachte was dat God ons opnieuw een kans had gegeven om beter voor Moeder Indus te zorgen. Er moest nu echt een betere afvloeiing van het rivierwater komen. Het werd tijd dat we, net als buurland India, ondergrondse putten bouwen waarin we het overtollige regenwater voor het droge seizoen opslaan. Maar er is niets gebeurd. Behalve dan die zes kanalen die nu worden gegraven. Maar die zijn niet bedoeld voor de overleving van de mens en de natuur. Hoe wij met de Indus omgaan is ronduit schandalig.”
Indusdolfijn
Zo vreest Zulfikar dat met de komst van de zes kanalen minstens de helft van de bestaande dolfijnen verdwijnt. Daarom richtte hij de organisatie Bulhan Bachao op, de Verdediging van de Dolfijn. “De blinde Indusdolfijn is mijn grote liefde. Ik was 15 jaar oud toen ik voor het eerst een dolfijn redde. Het is een van de meest bedreigde walvisachtigen ter wereld. Hun ogen zijn heel klein, ze kunnen slechts de richting van het licht waarnemen. Deze zoogdieren houden van diep en stromend water. Dat is er in de Indus na Sukkur niet meer. Ze komen steeds vaker in de netten van vissers terecht. Door de jaren heen is 80 procent van de blinde Indusdolfijn verdwenen. We schatten dat er nu nog 2 duizend over zijn.”
Sinds de overstromingen van 2022 woont Zulfikar weer in Pakistan. Hij zag hoe de regering de bevolking in de steek liet en besloot te blijven. “Mensen verkeerden in zo’n diepe nood en onze politieke leiders deden niets. Ik wilde me inzetten voor een betere bescherming van het milieu, de kwetsbare mensen en dieren in Pakistan.” Neef Bilawal en president Ali Zardari interesseren zich noch voor de milieuramp die zich afspeelt in de Indus, noch voor de groeiende armoede. Daarom overweegt Zulfikar om ook de politiek in te gaan. “Misschien dat ik me aansluit bij een bestaande partij, of dat ik zelf een linkse partij opricht die zich meer gaat inzetten voor mensen en voor de natuur. Er moet wat gebeuren in Pakistan. Want anders is onze keuze: doodgaan door droogte of door overstromingen.”
Recente reacties