Kieran Setiya ziet in gezamenlijk actievoeren een tegengif tegen klimaatangst. Zelf heeft de filosoof en professor zich aangesloten bij een actiegroep op het instituut waar hij werkt. “Het verschil tussen niets doen en iets doen is gigantisch!”
Als je een prettiger leven wilt leiden, moet je stoppen met het streven naar geluk. Erkennen dat het leven zwaar en moeilijk kan zijn, is realistischer en geeft je bovendien een stuk meer houvast en troost. Wat bijvoorbeeld bepaald niet meevalt: leven met de apocalyptische vooruitzichten van klimaatverandering. Hoe kun je daar het beste mee omgaan? Volgens Kieran Setiya, die filosofie doceert aan het prestigieuze Massachussetts Institute of Technology (MIT), is je verbinden aan een actiegroep het meest heilzame én zinnige wat een mens kan doen.
In zijn recente boek Life is hard – How philosophy can help us find our way presenteert Setiya inzichten uit de morele filosofie die helpen om de zware lasten in het leven te dragen. Lasten als eenzaamheid, rouw, mislukking en onrechtvaardigheid. Zelf lijdt de filosoof al meer dan 20 jaar aan chronische pijn en maakt hij zich veel zorgen over de opwarming van de aarde. Voor beide is er geen genezing voorhanden, stelt hij, maar de heilzame effecten van erkenning en van gezamenlijk actievoeren zijn indrukwekkend. “The darknesss we confront is the injustice of the world and the sense that we are powerless to change it”, schrijft Setiya. Je samen inzetten voor rechtvaardigheid zorgt voor licht, lichtheid en – onmisbaar – hoop. We vroegen deze optimistische pessimist om nog meer opwekkende gedachten voor klimaatbewusten.
Je begint je boek met benadrukken dat het leven zwaar is. Dat erkennen helpt mensen aan een veel fijner leven dan wanneer ze zich richten op plezier en geluk?
“Precies! De neiging om onrealistische doelen na te streven is ontmoedigend en schadelijk. Geluk als einddoel is natuurlijk onhaalbaar. Het besef dat het leven moeilijk is met elkaar delen, erkennen hoeveel lijden er is: ik denk dat daar troost in schuilt. Als we moeten dealen met de moeilijke dingen die het leven onze kant opwerpt, staat de focus op ‘gelukkig worden’ ons in de weg. Dat geldt voor omstandigheden in onze persoonlijke levens zoals fysieke pijn, eenzaamheid en rouw. Maar ook voor de pijn die klimaatverandering veroorzaakt: we zien hoe de wereld worstelt met de ene na de andere klimaatcrisis, we rouwen om de schade die wordt aangebracht aan de aarde en aan mensen. Ook hier is erkenning cruciaal, net als de noodzaak om grip te krijgen op wat er gebeurt. We kunnen er dan daadwerkelijk op reageren én het zorgt voor verbinding en solidariteit. We zijn geneigd om ons bij moeilijkheden terug te trekken in onszelf. Dat maakt het alleen maar moeilijker. Als we onze gevoelens kunnen delen – ons besef van de klimaatverandering die zich aan het voltrekken is en onze angst daarvoor – kunnen we een stukje van ons isolement overwinnen. Voelen dat je deel uitmaakt van een collectief dat geeft om de nare dingen die er gebeuren, is op emotioneel vlak cruciaal. Én het geeft je de motivatie om een verschil te maken.”
Voor jou bleek actievoeren met Fossil Free MIT bijzonder helend.
“Klopt. Ik maakte me lange tijd zorgen over klimaatverandering op de passieve en
depressieve manier, zoals veel van ons dat doen. Dat veranderde toen ik in 2014 bij het MIT ging werken en betrokken raakte bij Fossil Free MIT. Deze actiegroep oefende druk uit op het universiteitsbestuur om een klimaatactieplan te ontwikkelen en een einde te maken aan de afhankelijkheid van schenkingen vanuit de fossiele industrie. Meedraaien in deze gemeenschap gaf me emotionele steun én liet me de kracht van collectieve actie ervaren. Een groep van een paar honderd mensen bleek verschil te kunnen maken. Een lokaal verschil weliswaar, maar wel degelijk een verschil. Dat was zo’n eyeopener voor mij! Je kunt stemmen voor bepaalde politieke overtuigingen en denken dat verandering op de schaal van mondiale en nationale politiek moet plaatsvinden, maar we zijn niet allemaal president, partijleider of ceo van een multinational. De meesten van ons moeten het doen op de schaal van een buurt, een school, een werkplek. En hé – het MIT heeft inmiddels een breed gedragen klimaatactieplan!”
En dat voelt niet als een druppel op een gloeiende plaat?
“Hier komen we aan bij mijn allerbelangrijkste punt: het verschil tussen niets doen en iets doen is gigantisch! Het is het belangrijkste verschil dat we kunnen maken. Veel mensen voelen zich machteloos of worden onverschillig, omdat het verschil dat ze kunnen maken maar zo klein is. Daar zit iets pervers aan. Zeker, de omvang van wat je allemaal níét kunt doen, kan overweldigend zijn. Maar je moet iets niet laten omdat je wilde dat je meer kon doen. Onverschilligheid is niet het antwoord. De filosoof Adorno verwoordde het ooit zo: ‘De bijna onoplosbare taak is om ons noch door de macht van anderen, noch door onze eigen machteloosheid te laten verdoven.’ Het gaat om het zetten van een eerste stap. En dan een tweede. En door je te verbinden aan andere mensen en samen actie te ondernemen, open je de poort naar nog meer verschil willen en kunnen maken. Een kritische massa mensen vinden die voor hetzelfde opkomen als jij, maakt dingen simpelweg meer hanteerbaar en minder overweldigend.”
Je bekritiseert het vaak geuite idee van ‘persoonlijke verantwoordelijkheid’ voor
geluk en rechtvaardigheid. Dat duikt ook rond klimaatissues op, bijvoorbeeld in de
focus op consumentisme, ook al komt dat idee vaak uit de fossiele industrie.
“Ik moet denken aan een interview met Barack Obama waarin hem werd gevraagd wat hij persoonlijk deed om klimaatverandering tegen te gaan. Achteraf vertelde hij een van zijn adviseurs hoe belachelijk hij die vraag had gevonden. Als hij andere lampen neemt, maakt dat het verschil dat nodig is? Er is een systemisch probleem, en het beste en belangrijkste wat Obama als president kon doen, was een beleidsverandering tot stand brengen. Natuurlijk moet je als individu je ecologische voetafdruk proberen te veranderen, maar het blijft een feit dat die van inwoners van de Verenigde Staten tien keer zo groot is als die van mensen in Afrikaanse landen. Puur als inwoner van dat land, met zijn wegen en zijn publieke voorzieningen, hebben Amerikanen een verbruik dat vele malen hoger ligt dan dat van mensen in andere delen van de wereld. Ook mensen die in de Verenigde Staten off the grid leven, of dakloze Amerikanen, mensen zonder huis, auto of welk bezit dan ook.
Ik denk dat onze belangrijkste taak is om de structuren die de aarde uitputten in kaart te brengen en te bedenken hoe we die kunnen veranderen. We helpen niemand als we onszelf bekritiseren om de keuzes die we maken, want achter alle keuzes schuilen gecompliceerde overwegingen. Ik kan wel denken dat vliegverkeer drastisch anders moet, maar als ik mijn familie wil zien, moet ik toch echt in een vliegtuig stappen. Mezelf dat kwalijk nemen is niet de meest bruikbare manier om het issue te framen.”
Je schrijft in je boek dat we moeten leven in de wereld zoals hij is, niet zoals we willen dat hij zou zijn. Botst dat niet met het streven naar rechtvaardigheid?
“Filosofisch en cultureel gezien zijn we geneigd te beginnen bij een utopische visie van een rechtvaardige wereld. Maar dan voelen dingen al snel onbereikbaar en raak je gemakkelijk ontmoedigd. Bedenk maar eens hoe een post decarbonized world order eruit zou zien, dat is ongelooflijk lastig. Het is makkelijker om te signaleren wat nú het probleem is: dat wij die het meest bijdragen aan de klimaatcrisis – het Westen, China – vooral schade toebrengen aan gemeenschappen in Afrika en Azië die zelf geen hand in die crisis hebben. We moeten een einde maken aan die grove onrechtvaardigheid, zonder dat we precies hoeven te weten wat de uiteindelijke uitkomst is en hoe ons ideaal eruitziet.”
In Life is Hard benadruk je het belang van een zinvol leven creëren door te dóén, en vooral door dingen samen te doen, wat ook helpt tegen klimaatdepressies. Je
maakt daarbij onderscheid tussen telische en atelische activiteiten, wat bedoel je
daar precies mee?
“Telische activiteiten, waarbij er specifieke dingen zijn die je probeert te bereiken, zijn prima natuurlijk, maar het gaat dan steeds om projecten waarin je kunt slagen of falen. Zulk doelgericht handelen kan aanvoelen als een frustrerende tredmolen, helemaal als het vaak niet lukt wat je nastreeft, zoals veel klimaatactivisten ervaren. Als je in plaats daarvan het proces waardeert, krijg je een andere relatie tot mislukking. Atelische activiteiten – deel uitmaken van een gemeenschap, vriendschappen onderhouden, genieten van de natuur – kunnen een grote bron van hoop en troost vormen. Deel uitmaken van Fossil Free MIT gaf en geeft mij dat. Het is heel jammer dat we nog niet alles bereikt hebben wat we wilden, zoals MIT laten stoppen met het dankbaar in ontvangst nemen van geld dat in de fossiele industrie is verdiend, maar de waarde van onze beweging zit ’m ook in het gevoel van verbinding en onze gezamenlijke focus.”
Verleg je focus
De teleologie (van het Griekse telos of doel(eind) en logos of leer) is een filosofische stroming die de wereld, en de afzonderlijke dingen erin, verklaart vanuit het doel waarnaar alles streeft. Zo is het doel van de eikel om een volgroeide eik te worden, aldus een beroemd voorbeeld van Aristoteles. De gedachte dat alle dingen een doeleinde hebben en veranderingen altijd daardoor veroorzaakt worden – een kernpunt in Aristoteles’ filosofie dat later werd opgenomen in de joodse en christelijke theologie – heeft grote invloed op de westerse filosofie gehad.
Setiya pleit ervoor om die diepgewortelde focus op het resultaat van ons handelen los te laten en het proces te leren waarderen. Teveel focus op het resultaat is zelfdestructief, ook als je wél slaagt. Dan is je doel immers bereikt en heb je je streven – dat wat van waarde was – opgeheven.
Collectief klimaatactivisme is in jouw ogen dus niet alleen een reactie op klimaatproblemen, maar ook een oplossing voor wie met klimaatangst kampt?
“Dit is precies een van de redenen dat gezamenlijk actievoeren zo belangrijk is. Collectieve actie is niet alleen een middel om meer te bereiken dan dat je in je eentje kan. Het is ook een bron van geluk, van blijdschap. Een tegengif voor de gevoelens van wanhoop en depressie die je kunnen overvallen als je de stroom aan rampzalige nieuwsberichten leest of het laatste IPCC-rapport onder ogen krijgt. Volgens veel filosofen die nadachten over wat mensen drijft, is het streven naar rechtvaardigheid en verbinding met andere mensen cruciaal voor de ervaring van ‘een goed leven’. Als we denken over filosofische kwesties als de zin van het leven, zoeken we naar een verhaal waarin de geschiedenis van de mensheid niet een complete ramp voor de aarde was. Het is onderhand glashelder dat de klimaatcrisis verschrikkelijke (verdere) gevolgen kan hebben, in de vorm van een nog grotere vluchtelingencrisis of wereldwijde conflicten. Het kan zijn dat we er een weg doorheen vinden en vooruitgang boeken op weg naar klimaatrechtvaardigheid. Dat zou fantastisch zijn. Ons totale zelfbeeld als mensheid staat op het spel. Actief zijn in de klimaatbeweging is niet alleen een manier om handen en voeten te geven aan wat we hier en nu aan andere mensen – en onszelf – verschuldigd zijn. Het gaat ook over onze plaats in het veel grotere verhaal: onze plaats in de geschiedenis.”
Je eindigt je boek met een hoofdstuk over hoop. Je haalt Greta Thunberg aan die tegen wereldleiders zei: ‘Ik wil niet dat jullie hoopvol zijn, ik wil dat jullie in paniek raken.’ Maar ook Diogenes die zei: ‘Het meest kostbare in het leven is hoop.’ Hoe vinden we daar een balans in?
“Zelf wipwap ik steeds op en neer: ik raak terneergeslagen als ik een rottig klimaatbericht lees en word weer hoopvol als ik iets positiefs hoor. Dat is een verwarrende staat van zijn. Volgens mij moeten we de kwestie opnieuw framen. Niet: moet ik hopen of wanhopen? Maar: waar vestig ik mijn hoop op? Die vraag heeft het voordeel dat het ons niet tot extremen dwingt, waarbij we óf helemaal niets meer nuttig vinden en dus niets doen, óf gaan denken dat het toch allemaal wel goed komt en we óók niets meer doen.
Kijk, soms heeft het gevecht voor een betere wereld een positieve uitkomst. Je voorkomt bijvoorbeeld een oorlog, of je maakt een einde aan een oorlog, dan is het vrede. Maar bij klimaatverandering is elke overwinning er een in termen van ‘het wordt minder slecht dan we vreesden’. Want het wordt slecht en we kunnen alleen maar zorgen dat het minder slecht wordt. Zoiets vieren is erg moeilijk. Daarom is de 1,5 graad-doelstelling zo aantrekkelijk: het wijst een punt aan waar we succesvol kunnen zijn. Dat is volgens mij het belangrijkste dat ons klimaatactivisten of anderen die zich zorgen maken over de klimaatcrisis te doen staat: dingen vinden waar we op kunnen hopen en die we kunnen vieren. Momenten vinden waarop we kunnen zeggen: hier hebben we voor gevochten en deze strijd hebben we nu gewonnen. Er is altijd een betere of slechtere uitkomst, we kunnen altijd hopen dat het minder slecht wordt dan het dreigt te worden. Hoop is wat ons in beweging brengt.”
Marga van den Boom zegt
Iedere dag een nieuw begin. Het is lastig om uit je comfortzone te (moeten) leven, maar door jezelf te trainen in bewust inkopen te doen, te genieten van wat wel kan en zelf je eigen verantwoordelijkheid te nemen en kiezen voor of/of ipv en/en kan iedereen zijn eigen duurzame(re) lifestyle ontwikkelen en weer plezier beleven aan kleine dingen in je leigen leven, de schoonheid van de natuur zien en net als de natuur weer groeien en bloeien. Life is all about moments en schiet meer op als meer mensen klimaatpositief door het leven gaan. C’est la V.I.E.
Vibraties, Informatie en Energie daar draait het om en minder impact op klimaat kan iedere consument bewerkstelligen. Strijd heeft geen zin, is negatieve energie en alleen positieve impact is leuker is mijn ervaring. Balans daarin vinden doet iedereen op zijn eigen manier.
Ik ontwikkelde mijn @bespaarpotspel, de hele
wereld is 1 groot toneelstuk immers. Iedereen speelt zijn eigen rol daarin en kan door bewust ermee om te gaan zichzelf kiezen voor respect en vertrouwen.