Het Indonesische eiland Sumba wil in 2025 volledig overgeschakeld zijn naar duurzame energie. Niet alleen om het klimaat te ontzien, maar ook om meer mensen toegang tot energie te verschaffen. Met het project wil de ontwikkelingsorganisatie Hivos laten zien dat economische ontwikkeling en CO2-reducties hand in hand kunnen gaan.
Sumba is een Indonesisch eiland met zo’n 650 duizend inwoners en een oppervlakte van een kwart van die van Nederland. De bewoners leven vooral van de landbouw, dat circa de helft van het BNP bepaalt. Veel mensen leven er in armoede en zo’n 520 duizend inwoners hebben geen toegang tot elektriciteit.
De elektriciteit is voornamelijk afkomstig van dieselgeneratoren die maar een paar uur per dag draaien. Ook de rest van Indonesië is voor energieverbruik afhankelijk van geïmporteerde olie. Het gebruik van diesel wordt zwaar gesubsidieerd en drukt op de begroting van het land. Een beperking van de subsidie zou de mensen op Sumba nog verder in de armoede drukken en zelfs kunnen afsluiten van elektriciteit. Met het project Sumba Iconic Island wil Hivos het gehele eiland Sumba van duurzame energie voorzien en tegelijkertijd de economische ontwikkeling stimuleren.
Klimaatambities
Sumba Iconic Island was een van de projecten die werd gepresenteerd op de zevende internationale conferentie over klimaat en ontwikkelingslanden die op 26 november in Den Haag werd gehouden.
De conferentie opende met een korte presentatie van de Nederlandse klimaatgezant, Michel Rentenaar, die de Nederlandse klimaatambities toelichtte. Onze regering wil een zo breed mogelijk draagvlak creëren voor klimaatneutraliteit, maar ‘de olifant in de kamer’ blijft het wel of niet meedoen van China en de VS. “Zonder hen heeft een overeenkomst geen enkele waarde”, aldus Michel Rentenaar. De hoop blijft dat we volgend jaar in Parijs een akkoord krijgen waarin ook serieuze toezeggingen staan.
In 2009 is het Green Climate Fund opgericht waarin rijke landen geld storten om klimaatadaptatie en -mitigatie te financieren in zuidelijke landen. Hoewel het eerste streefbedrag van 10 miljard dollar financiering is gehaald, is dat volgens zuidelijke landen niet genoeg.
Betrokkenheid
Hivos wil laten zien dat een 100 procent duurzame energievoorziening op grotere schaal tot de mogelijkheden behoort. Vanwege de overvloed aan wind- en waterkracht, maar ook zonne-energie en biomassa was Sumba een geschikte kandidaat. Des te meer daar de bevolking nog weinig toegang tot energie heeft en veel baat heeft bij extra energievoorzieningen.
Vanaf het begin zijn verschillende belanghebbenden bij het project betrokken, zoals bewoners, boeren, lokale politici, de provinciale overheid, het Indonesische ministerie van Energie en Hulpstoffen, de Aziatische Ontwikkelingsbank en het Staatselecktriciteitsbedrijf PLN. “Deze partijen willen graag helpen bij de ontwikkeling van dit eiland en het gebruik van lokale duurzame bronnen levert ook nog eens banen op”, verklaart Ilse Ambachtsheer van Hivos deze betrokkenheid. Zij begrijpen ook dat klimaatvriendelijke oplossingen en economische belangen elkaar niet hoeven te bijten.
In de paar jaar dat het project nu loopt, zijn al verschillende duurzame energiebronnen werkzaam. Zoals een kleine waterkrachtcentrale, zo’n honderd biogasinstallaties bij boeren, duizenden zonnepanelen voor huishoudens en één om een school van stroom te voorzien. Hierdoor kunnen leerlingen tijdens de examenperiode ook in de avond studeren. Dankzij zonnepanelen alleen al steeg het percentage mensen dat toegang heeft tot energie van 25 naar 40 procent.
Gevraagd naar het belangrijkste succes, noemt Ilse een project in het dorpje Lewa dat zij zelf bezocht. Hier is een irrigatiesysteem aangelegd dat werkt op zonne-energie, waardoor ook in de droge periode de akkers verbouwd kunnen worden en de opbrengst van de gewassen toeneemt. “Dit is een mooi voorbeeld, omdat het een hele concrete toepassing laat zien van onze ambitie en omdat ik met eigen ogen heb kunnen zien hoe zo’n project de mensen samenbrengt en zelfvertrouwen geeft”, aldus Ilse.
Studeren
Belangrijker nog is de vraag of de bevolking blij is met de nieuwe ontwikkelingen: “Sinds we elektriciteit voor een langere tijd kunnen gebruiken, is er zoveel veranderd. De kinderen kunnen ‘s avonds studeren, ik kan langer matten en manden in elkaar zetten en zo meer op de markt verkopen”, vertelde een eilandbewoonster aan de Maleisische krant The Star Online.
Behalve dat meer elektriciteit leidt tot een hogere productiviteit, besparen de bewoners ook doordat ze nu varkensmest als brandstof (biogas) gebruiken. Elisabeth Hadi Rendi, een inwoonster van een dorpje op Sumba, heeft in twee jaar nu zo’n 400 euro bespaard, wat een flinke som is voor de mensen op het eiland. Ze legt uit hoe duurzaam het gebruik van de mest is: “We maken ook meststoffen van het afval (dat overblijft na de verbranding van biogas) dat we gebruiken om groenten in de tuin te laten groeien. We eten de groenten en voeren een deel hiervan aan de varkens, wat weer biogas wordt, zodat de energie letterlijk rondgaat.” En doordat de mensen geen hout meer hoeven te gebruiken om op te koken, sparen ze de bossen en hun eigen gezondheid (elk jaar sterven circa 4,3 miljoen mensen door binnenshuis koken op houtvuur).
De aanleg van nieuwe, duurzame energie betekent dat men minder tijd kwijt is aan bijvoorbeeld het opladen van een mobiele telefoon. Een inwoner vertelde: “Nu moet ik 7 kilometer lopen naar de dichtstbijzijnde plaats waar elektriciteit is; daar wacht ik tot de telefoon is opgeladen, en vervolgens loop ik 7 kilometer terug”. Dit laat zien hoe graag de mensen deel willen hebben aan het ‘moderne’ leven en duurzame elektriciteit maakt dit gemakkelijker. Ook hun politieke keuze wordt vergemakkelijkt, zo stelt de dorpeling Yunus : “Eerst stemden we alleen op basis van roddels. Maar nu door de televisie weten we beter wat er gaande is en kunnen we een meer geïnformeerde beslissing maken”.
Kijk hier voor meer informatie over Sumba Iconic Island
Geef een reactie