Achter gesloten deuren onderhandelen de EU en de VS over vrijhandelsverdrag TTIP. Tijdens een debat tussen bedrijfsleven, NGO’s en politiek werd gewaarschuwd voor negatieve gevolgen voor de Europese milieuwet- en regelgeving. Terecht, want uit nieuw onderzoek blijken ontwikkelingslanden nu al milieuwetgeving aan te moeten passen vanwege claims op basis van handelsverdragen, die sterk lijken op TTIP.
Het deze week verschenen rapport Socializing Losses, Privatizing Gains citeert een treurig voorbeeld uit Indonesië. De regering trok noodgedwongen wetgeving in om dagbouwmijnen in kwetsbaar regenwoud aan banden te leggen na dreiging met een ISDS-claim op basis van een verdrag tussen Indonesië en Nederland. De Nederlandse regering maakt dergelijke absurde claims mogelijk door buitensporige bescherming te bieden aan investeerders.
Eenzelfde dreiging staat de milieuwetgeving in Europa te wachten als we TTIP ondertekenen. Maar de dreiging komt niet alleen uit de hoek van het ISDS-mechanisme bleek uit een debat over het handelsverdrag op de Universiteit Utrecht.
Welvaart voor wie?
Het uiteindelijke doel van het TTIP is extra economische groei. Daarvoor moet eentrans-Atlantische vrijhandelszone worden gecreëerd zonder importtarieven en met gelijkgetrokken standaarden en regelgeving. Dat het openen van markten tot meer banen en groei leidt, staat volgens Winand Quaedvlieg van ondernemersorganisatie VNO-NCW buiten kijf. Zo beweerde hij tijdens het door het Duurzaamheidsoverleg Politieke Partijen georganiseerd debat TTIP: doorzetten of opnieuw beginnen. “Het verleden heeft aangetoond dat handelsakkoorden tot meer welvaart leiden voor de deelnemende landen.”
Ook voorstanders als de Europese Commissie schermen met studies waarin de economische voordelen zouden zijn aangetoond: een economische impuls van 120 miljard euro en honderdduizenden extra Europese banen.
Maar recent onderzoek van Jeronim Capaldo, econometrist bij de Internationale Labour Organization (ILO), zet deze aannames op losse schroeven. Hij voorspelt juist een verlies van bijna 600 duizend banen in Europa en een half procent lagere economische groei. Door de toenemende concurrentie uit de VS neemt de Europese export volgens hem af en zullen arbeidsplaatsen verdwijnen die niet snel terugkomen. Bedrijven zullen daarnaast beknibbelen op lonen en sociale premies; precies wat onder NAFTA in de VS is gebeurd. Volgens een rapport van de NGO Public Citizen is door NAFTA inkomensongelijkheid in de VS toegenomen en zijn er 1 miljoen banen verloren gegaan.
Lagere milieustandaarden
Los van economische overwegingen, wat betekent zo’n vrijhandelsakkoord voor duurzaamheid en milieu? Want zouden we ons in deze tijden van een planeet in crisis niet voornamelijk moeten richten op een meer leefbare wereld?
VNO-NCW betoogt tijdens het debat dat vrije handel vanzelf leidt tot meer duurzaamheid: “De markt opengooien leidt tot meer innovatie en meer vernieuwing. Als je over duurzaamheid praat, heb je het natuurlijk over innovatie. Als we de producten houden zoals ze nu zijn, komen we niet verder met duurzaamheid.“ Veel bijval kwam er niet uit de zaal en begrijpelijk: de neoliberale vorm van kapitalisme juicht juist kortetermijndenken toe, wat meestal haaks staat op duurzaamheid.
Dat het handelsakkoord beoogt regelgeving en standaarden zoveel mogelijk gelijk te trekken is een groot gevaar voor het milieu, zo betoogt Geert Ritsema van Milieudefensie. “In Amerika gelden veel lagere milieustandaarden dan bij ons. In de VS geldt het principe dat je net zo lang door mag gaan met experimenteren tot het fout gaat. Zo is het hele land vol geboord met gaten en is gif in de bodem gespoten voor de productie van schaliegas. Dit is een fundamenteel andere benadering dan de Europese, wij hebben hier gelukkig het voorzorgsprincipe.” De vrees bestaat dat de laagste standaard wordt gehanteerd. Zo zijn in Europa duizenden chemicaliën verboden, in de VS slechts een handjevol. Het lijkt onwaarschijnlijk dat multinationals zich in de VS meer beperkende regelgeving laten opleggen.
GroenLinks Europarlementariër Bas Eickhout vreest vooral beperkingen bij nieuwe milieuwetgeving: “Je ziet nu al dat bij nieuwe wetgeving, zoals over circulaire economie, allerlei partijen op de rem gaan staan omdat ze niet weten hoe dit bij de VS gaat vallen.” Dit is geen paranoia. Eickhout: “De EU is nu bezig met een vergelijkbare overeenkomst met Canada, CETA, die een belangrijk precedent schept voor TTIP. Die deal heeft nu al invloed. We hebben een half jaar geleden regels opgesteld om de import van teerzandolie uit Canada te reguleren en die zijn nu door de Europese Commissie teruggetrokken.” Uit interne stukken blijkt dat de Commissie met het oog op CETA de Canadese overheid niet wil schofferen.
Geen transparantie
Roeline Knottnerus van SOMO stipt aan dat er sprake is van een ‘levend akkoord’, waarbij de details later ingevuld worden en onduidelijk is waarvoor we tekenen. Voorstanders kunnen zo gevoelige onderwerpen vermijden en later ongehinderd invullen. Dit raakt meteen aan een ander heikel punt: de transparantie rondom het proces. Pas op het moment dat stukken uitlekten, werd bekend hoe ver de onderhandelingen over TTIP al waren. Niemand weet volgens Knottnerus wat er precies op tafel ligt. “Sterker nog, zelfs de mensen die in de commissie Handel van de EU plaats hebben, mogen slechts sporadisch de stukken inzien en daarbij geen aantekeningen maken over de inhoud.”
Om het akkoord erdoor te krijgen, lijkt de democratie te moeten wijken. De beroemde econoom en Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz zegt hierover: “Het echte doel (van degenen die deze handelsovereenkomsten ondersteunen) is het beperken van de mogelijkheden van overheden om bedrijven te reguleren en te belasten […] Bedrijven proberen op slinkse wijze, door in het geheim onderhandelde handelsovereenkomsten, te bereiken wat ze niet konden bereiken in een open politiek proces”.
Nederland kampioen ISDS
Geef een reactie