De kernreactor in Borssele heeft afgelopen maand toestemming gekregen om twintig jaar langer open te blijven dan de geplande levensduur van de reactor. Volgens Greenpeace draagt de nucleaire industrie echter geen enkele verantwoordelijkheid voor de extra risico’s die hieraan verbonden zijn. Daarom heeft de milieuorganisatie woensdag 5 maart in alle vroegte laten zien hoe een kernramp eruit ziet.
Via een projectie op de koepel van Borssele was te zien hoe de reactor steeds verder scheurt en uiteindelijk explodeert. Greenpeace wil met deze actie laten zien hoe onverantwoordelijk het is om de oude kerncentrales in Europa levensduurverlenging te willen geven
Levensduurverlenging
Begin 2012 werd duidelijk dat er geen tweede kerncentrale zou komen in Nederland: te duur. De meerderheid van de bevolking was bovendien tegen de komst van een tweede kerncentrale. Ook in andere landen worden meer kerncentrales gesloten dan er worden bijgebouwd. Het leek het einde van de voorspelde ‘nucleaire renaissance’. Terwijl Duitsland zijn Atomausstieg inzette, heeft de nucleaire industrie echter een achterdeur gevonden voor nog tientallen jaren extra kernenergie: levensduurverlenging van afgeschreven kerncentrales.
In Europa alleen al zijn 66 centrales 30 jaar of ouder, 25 centrales zijn 35+ en 7 centrales (waaronder Borssele) zijn de 40 al gepasseerd. Ook in Noord-Amerika is de reactorvloot grotendeels aan het einde van de voorziene levensduur gekomen. En ook daar is levensduurverlenging populair.
Rapport
Greenpeace publiceert gisteren het rapport ‘Lifetime extension of ageing nuclear powerplants – entering a new era of risk’. Hierin betogen onafhankelijke wetenschappers dat kerncentrales alleen levensduurverlenging zouden mogen krijgen als de extra risico’s die dit met zich meebrengt ook daadwerkelijk worden verzekerd op kosten van de nucleaire industrie.
Volgens Jorien de Lege, campagneleider kernenergie van Greenpeace heeft Fukushima ons opnieuw geleerd hoe hoog de kosten van een kernramp zijn. “Kerncentrales zouden daarom verzekerd moeten worden voor een bedrag van minstens 100 miljard euro. Dit zou de prijs van energie met 1 a 2 cent per kilowattuur doen stijgen. Een stijging die voor veel exploitanten betekent dat zij de concurrentie met goedkopere, schone energiebronnen niet meer aan kunnen. Dat is de enige reden dat de nucleaire industrie de extra risico’s niet hoeft mee te verzekeren en dus de belastingbetalers opdraaien voor de kosten na een ramp. De nucleaire industrie krijgt de lusten, de samenleving de lasten”, aldus de Lege.
Geef een reactie