Freek de Jonge is, na meer dan 30 jaar, weer te zien op het witte doek. Down to Earth sprak hem over zijn rol in De vogelwachter, een film over een man en zijn relatie met het eiland waarop hij al 45 jaar in zijn eentje leeft. En over zijn activistische inborst: “Als zich iets voordoet en ik denk spontaan, dit is van mij en het is onrecht, dan zal ik dat niet laten.”
In de jaren 80 leek het erop dat Freek de Jonge, toch vooral bekend als cabaretier, verder zou gaan als acteur. De illusionist (1983), de eerste speelfilm waar De Jonge als acteur in te zien was, baseerde hij op zijn theatervoorstelling De tragiek. Tijdens het wat chaotische maakproces – er was geen script – bleken woorden in iedere scène overbodig: De Jonge, voor wie het woord altijd het belangrijkste expressiemiddel was geweest, ontdekte de magie van het beeld.
Ook in de film waarmee hij zijn rentree op het witte doek maakt, zit nauwelijks tekst. Dat sprak hem aan, vertelt hij op een ochtend in zijn weelderige achtertuin. “Er wordt tegenwoordig wat af geluld in films. Het mooie van het medium is juist dat het is ontstaan zónder geluid. Daardoor heeft het echt een eigen beeldtaal gekregen.”
Toen regisseur Threes Anna hem vroeg voor De vogelwachter, zei hij vrij snel ja. Een hoofdrol is eervol en uitdagend, en sowieso betreurt hij dat hij niet in meer films heeft gespeeld. Hij realiseerde zich later pas dat Anna in de jaren 90 artistiek leider was van de internationale theatergroep Dogtroep. Ooit was er sprake van een samenwerking: “Daar had ik wel zin in, want ik zag de mensen van Dogtroep echt als geestverwanten.” Nu is het er pas van gekomen.
Zonderling
In het op Texel gefilmde verhaal wordt een vogelwachter van wie we de naam niet kennen na 45 jaar dienst op een onbewoond eiland onverwacht afgeserveerd: hij moet met pensioen en zijn post wordt wegbezuinigd. Dat laat hij niet zomaar gebeuren, want hij is volmaakt gelukkig in zijn huisje in de duinen. De Jonge vindt zijn personage maar een zonderlinge figuur: “Voor mij is een mens een mens door de ander, maar hier is iemand die helemaal alleen is. In mijn omgeving heb ik wel mensen gekend die communiceren met de natuur en niet meer nodig hebben dan dat. Ik kan mij daar moeilijk in verplaatsen. Ik heb met de regisseur gezocht naar een manier om daar voor mezelf een verhaal van te maken. Hoe is het bijvoorbeeld met de seksualiteit van deze man gesteld? Niet dat we hem de hele tijd onanerend achter de bosjes moeten zien staan, maar hoe heeft die man dat voor zichzelf opgelost?”
Dat laatste blijft in het midden, zoals wel meer onbenoemd blijft in de film. Het verhaal heeft niets en tegelijk alles te maken met de klimaatcrisis.
Aansteker
De schoonheid van het landschap en de vanzelfsprekendheid waarmee de vogelwachter zich door dat landschap beweegt, zijn ontroerend en rustgevend. Ook ver van de ‘beschaafde’ wereld laat ons afval en consumentisme zijn sporen na, zien we. Zo vist de vogelwachter een aansteker uit de buik van een dode vogel. De scène doet denken aan fotograaf Chris Jordans beelden van opengesneden albatrossen vol met plastic, al roept het in dit geval ook een lach op: de aansteker blijkt het nog te doen.
“Veel mensen zijn zich niet bewust van de schade die hun afval in de natuur kan aanrichten”, denkt De Jonge. “Bij een onschuldig, lief opgezet afscheid van de dominee in ons dorp hing het onlangs ook vol ballonnen. Waarom toch, denk ik dan. Je hoeft maar twee keer zo’n vogel met zo’n halve ballon uit zijn bek te zien en dan denk je: ophouden.”
Meetbaar
De voetafdruk van de vogelwachter zelf moet ongelooflijk klein zijn: hij draagt nog steeds dezelfde sokken als waarmee hij op het eiland kwam. Hij eet vooral kapucijners uit blik, die hij deelt met de meeuwen. Verder gebruikt hij de spullen die aanspoelen op het strand. “Je kunt hopen dat mensen die de film zien, denken: wat heb ik veel nodig voor mezelf.” De vogelwachter maakt zich ondertussen volgens De Jonge wel schuldig aan een van de andere grootste zonden van deze tijd: dat alles meetbaar is en moet worden vastgelegd in statistieken. “Elke dag staat hij weer keurig alle vogels te tellen en elke maand geeft hij zijn bevindingen netjes door aan het vogelinstituut waarvoor hij werkt. Het lijkt alsof hij weinig te maken heeft met die ambtenarij, maar hij is er wel onderdeel van. Hoe spaarzaam hij ook leeft, op een gegeven moment wordt zelfs hij wegbezuinigd.”
Gelijk krijgen
De film roept een vraag op: heeft zo minimalistisch mogelijk leven, zo in je eentje, wel zin als de rest van de wereld gewoon op de oude weg voortgaat? De Jonge is in zijn leven vaak de barricaden opgegaan. Al in 1978, met de oproep van zijn cabaretgroep Neerlands Hoop om het WK voetbal in Argentinië te boycotten vanwege het schrikbewind van Videla. Ooit stond hij met een pakje boter op zijn hoofd met Milieudefensie te demonstreren tegen de uitbreiding van Schiphol en in 2017 zette hij zich in voor eerlijke compensatie voor de Groningers met de vijfdaagse tour Laat Groningen niet zakken.
De Jonge kwam in actie voor Groningen door een uitspraak van een van de getroffenen: “We zitten gevangen in een onveilige gevangenis”. Daarna kon hij niet meer wegkijken. “Daar gaat het om. Dat is ook zo met vlees: als je een paar keer de situatie in de bio-industrie hebt gezien en ziet hoe vlees verwerkt wordt, kun je niet meer wegkijken. Ik was liefhebber van de slechtste dingen, zoals spek. Maar een jaar of twee geleden ben ik ermee gestopt. Ook: wat er in Groningen is gebeurd, is op verschillende niveaus een drama en een schande. Van de 65 duizend woningen die er in Groningen versterkt moeten worden, zijn er tot nu toe duizend aangepakt. Dat is echt heel treurig. Waarom is het niet mogelijk om dat onrecht uit te wissen? Vergelijk het eens met corona: waarom pakken we het in het geval van Groningen niet net zo doortastend aan? Zoveel hoeft het niet te kosten.”
Dat De Jonge in Groningen niet meer kon wegkijken, doet denken aan wat regisseur Lukas Moodysson ooit zei in een interview over zijn film Lilya 4-ever, over gedwongen prostitutie: eigenlijk moet je schizofreen zijn om in deze samenleving te kunnen functioneren. Er zijn zo veel misstanden, dat je daar een deel van zult moeten negeren als je een beetje normaal wil leven.
Daar gaat het inderdaad om, zegt De Jonge. “Al zijn er ook milieus waarbij onrecht negeren niet als wegkijken wordt ervaren. Die hebben het grootste gelijk van de wereld.” Hij zoekt naar woorden. “Ik zie de puberteit eigenlijk als het moment waarop de adolescent in de gaten krijgt dat de strikte scheiding tussen goed en kwaad die hij in zijn opvoeding altijd ervaren heeft, niet bestaat. Ineens ziet een adolescent dat zijn ouders dingen doen die haaks staan op wat ze zeggen: schijnheilig, hypocriet! Volwassenheid is dat je accepteert dat die hypocrisie er is en dat je daar zelf ook aan zult leiden. Dat is het leven, heel complex.”
Shell
De Jonge verwijst naar het boek Fantoomgroei: waarom we steeds harder werken voor steeds minder. “Dat moet je lezen, het is een beetje Piketty-light”. Er wordt ons beloofd dat economische groei leidt tot meer welvaart en betere lonen, maar in werkelijkheid profiteren alleen bedrijven van die groei en blijven de lonen achter, betogen de schrijvers. “Het is in wezen zo logisch. Met corona zie je hoe een rechtse regering de staat alles laat beheersen en beslissen. Blijkbaar kan zomaar het hele zooitje stil worden gezet, hoewel niemand weet of dat wel de beste keuze was. Nu weten we dat het mogelijk is om rigoureuze keuzes te nemen. Nou, deze tijd vraagt erom rigoureus te zijn.”
En waarom laten politieke partijen de transitie over aan de multinationals, vraagt De Jonge zich af. “Zijn de zon en de wind van ons en krijgen burgers daar de inkomsten van of gaat het geld weer naar de aandeelhouders van Shell of van andere bedrijven? Want dan zijn we weer bezig om een clubje mensen rijk te maken. God mag weten waarom een aandeelhouder, omdat hij ooit dat papiertje heeft gekocht of geërfd, daar de vruchten van mag plukken. Het is sowieso belachelijk dat Shell door de jaren heen zoveel winst heeft kunnen maken. Ze hebben de aarde van alles aangedaan en hoeven daar niets voor te betalen. Het moet allemaal veel eerlijker geregeld worden, er is meer dan genoeg geld in de wereld. Er hoeven echt geen voedselbanken meer te bestaan.”
Ook als hij geen gelijk krijgt, zal De Jonge in de toekomst nog zeker de barricaden op gaan. “Nu bij het WK voetbal in Qatar vindt iedereen dat het niet kan, maar men kan geen vuist maken. Voel ik me dan geroepen dat wel te doe? Tja, ik heb me daar vaak tegenaan bemoeid. Als zich iets voordoet en ik denk spontaan, dit is van mij en het is onrecht, dan zal ik het niet laten.”
De vogelwachter is vanaf 5 november te zien in de bioscopen.
Zijn vrouw Hella, altijd nauw betrokken bij het werk van De Jonge, maakte deze film over zijn acties in Groningen. Bekijk de film hier.
Geef een reactie