Vakbonden, kolencentralemedewerkers én milieubeweging zijn in gesprek over het sluiten van kolencentrales. Onze Duitse buren kijken belangstellend toe. “De vraag die vooral leeft is: waarom wij als eerste?”
Vader en dochter bewonderen de natuur. “We moeten snel ophouden het milieu te vervuilen, anders blijft dit niet bestaan”, legt de vader uit. “Daarom gaat de energiecentrale waar ik werk binnenkort sluiten.” Het dochtertje is bezorgd. Als papa zijn werk kwijtraakt, dan hoeft een beter milieu niet voor haar. Vader stelt haar gerust: de FNV gaat hen helpen.
Menigeen kijkt verbaasd op, als hij deze campagne op televisie en social media voorbij ziet komen. De vakbond wil een beter milieu? Ja, zegt Sander Wesdorp van de FNV, vanzelfsprekend. “Wij hebben mede het Energieakkoord ondertekend, waarin staat dat de uitstoot van broeikasgassen omlaag moet. Die transitie moet wel eerlijk gebeuren, dus is in het akkoord ook afgesproken dat er 15 duizend nieuwe banen bij zullen komen. Het is belangrijk dat werknemers er niet de dupe van worden.” Dus is de FNV een campagne gestart om aandacht te vragen voor de gevolgen van de sluiting van kolencentrales. “Wanneer die dichtgaan, is een politiek besluit. Maar vroeger of later zal het toch moeten gebeuren. Dan kun je maar beter nu vast druk zetten zodat er straks een goede regeling is voor de werknemers. En dan ook echt in de hele keten, niet alleen in de centrales zelf.” En ja, de mensen in de spotjes zijn in het echt ook medewerkers van de kolencentrales en kolenoverslagbedrijven.
De campagne is een uitkomst van een lang traject binnen de FNV. “Er is niet echt één moment of persoon aan te wijzen waardoor klimaatverandering bij ons op de agenda is komen te staan. De FNV heeft al sinds 2015 een klimaatwerkgroep. En we waren bij de klimaattop in Parijs, als een van de afvaardigingen van de wereldvakbond ITUC, om te pleiten voor groene banen in de energietransitie.”
Duitsland
De onderhandelingen rond het Energieakkoord waren het moment waarop de vakbond een bondgenoot vond in de milieubeweging. “Daar waren wij heel blij mee”, zegt Willem Wiskerke van Greenpeace. “In Oost Europa en Duitsland zijn vakbonden wél tegenstander van sluiting van kolencentrales.” Wat is het grote verschil met Duitsland? “Het politieke klimaat. Een echt klassiek socialisme is in Nederland politiek niet vertegenwoordigd; de SP staat vrij open voor verschillende standpunten. En wij hebben natuurlijk geen mijnen meer. In de kolensector in Duitsland werken veel meer mensen.”
Dat de kolencentrales gesloten moeten worden, vindt Wiskerke “evident”. Dat werknemers daar soms toch niet van te overtuigen zijn, komt wellicht doordat zij hele andere informatie krijgen van de eigenaren van de kolencentrales, denkt Wiskerke. Die gaan uit van scenarios waarin ze niet hoeven te sluiten. “Het gaat om goede voorlichting, en die proberen we te geven. Mensen zijn bovendien trots op hun werk en dat is terecht, ze zijn goed in wat ze doen. Overigens wordt er niet erg getwijfeld aan de noodzaak iets te doen tegen klimaatverandering, dat viel mij enorm mee. De vraag die vooral leeft is: waarom wij als eerste?”
Gloednieuw
Dat is precies wat ook Hans de Wit zegt. Hij is voorzitter van de ondernemingsraad bij energiereus RWE, lid van de internationale ondernemingsraad en de Raad van Commissarissen. “Van origine ben ik engineer, gespecialiseerd in het ontwerpen en onderhouden van grote verbrandingsinstallaties. Dat heb ik dertig jaar gedaan.” Nu behartigt hij de belangen van zijn collega’s. En die zijn verontrust. “Veel werknemers vragen wat de OR kan doen. Voeren we overleg met de FNV, met de politiek?” De meesten werken al lang bij RWE, veel medewerkers zijn ouder. “Ze doen hoogopgeleid, specialistisch werk. Ze kunnen niet zomaar iets anders gaan doen.”
Er is vooral veel onbegrip voor het feit dat de installaties die gesloten worden, nog heel nieuw zijn. “Die in de Eemshaven is gloednieuw, die is vorig jaar in bedrijf genomen en heeft het hoogste rendement van heel Europa. En dan besluit de Nederlandse regering om juist die centrale te sluiten”, verzucht De Wit.
Zijn collega’s zijn echt bereid om stappen te zetten, maar daar zit wel een grens aan. “Als je geen twintig meer bent, ga je ook niet zomaar verhuizen om dichter bij je werk te wonen.” Bovendien zijn ze al heel flexibel. “Er zijn medewerkers die vanuit Limburg een paar dagen per week in de centrale in de Eemshaven werken. Dan vraag je al veel van mensen.”
Om de zorgen weg te nemen, moet er andersom gedacht worden, zegt De Wit. “We snappen dat er wordt gedacht: we sluiten en daarna gaan we iets regelen. Wij vinden dat de verkeerde volgorde, daar moet je een transitietermijn voor inruimen. Hoe lang dat moet zijn weet ik niet.” Dat hangt af van hoe snel er meer groene energie en betere opslag komt. De Wit hekelt daarbij de onbetrouwbaarheid van de Nederlandse overheid. “Die wil over een paar jaar misschien wel weer wat anders.”
Europa
Er zou op Europees niveau moeten worden nagedacht over de energietransitie, vindt De Wit. “Als je hier kolencentrales sluit maar er in Tsjechië eentje bouwt, wat heeft het dan voor zin? En het is toch veel slimmer om zonnepanelen in Spanje te leggen in plaats van hier in Nederland? Hier windmolens te bouwen in plaats van in Polen?” Maar dat gebeurt niet, verzucht De Wit. “Ik lees wel eens zo’n EU-rapport over het energiebeleid. Dat is dan een enorme rijstebrij en eindigt iedere keer weer met de conclusie dat we naar nationale oplossingen moeten zoeken. Vervolgens duurt het jaren voor er een besluit genomen wordt.” Maar iemand moet er toch mee beginnen? “We zitten hier in een luxepositie, wij kunnen ons dit veroorloven”, beaamt De Wit. “Maar ik vind dat Nederland moet proberen om iedereen mee te krijgen.”
“Helaas is dat het ultieme excuus om niks te hoeven doen”, werpt Ike Teuling van Milieudefensie tegen. Zij is, net als Wiskerke, betrokken bij de gesprekken. “Het is vooral ontzettend dom dat die centrale in de Eemshaven gebouwd is terwijl toen ook al duidelijk was dat vanuit klimaatoogpunt helemaal niet kon. En als het aan mij lag, gingen die in Polen het eerste uit. Maar we hebben hier in Nederland te maken met overcapaciteit. De energie die de kolencentrales opwekken, is totaal overbodig.”
Teuling noemt nog een argument dat soms gebruikt wordt om de kolencentrales open te houden. “Dankzij het emissiehandelssysteem mag de CO2 van de kolencentrales die je hier sluit, elders toch weer uitgestoten worden. Dat klopt, maar het geeft vooral het falen van het emissiehandelssysteem aan. Dat kun je repareren. De overheid kan ervoor zorgen dat die uitstootrechten niet weer in de markt terechtkomen.” Wiskerke voegt zelfs toe dat er zo’n overschot aan emissierechten is, dat die van de kolencentrales nooit echt op de markt terecht zullen komen. Het punt is: als je op EU-regelgeving blijft wachten, dan gebeurt er niks.
Wesdorp begrijpt De Wits pleidooi voor een Europese aanpak wel. “Voor een grondige energietransitie is veel meer nodig. De politiek mist daar de ballen voor.” Toch kiest hij voor de vlucht naar voren. “Je kunt je heel lang verzetten tegen de sluiting en heel lang wachten voor je gaat onderhandelen over een regeling. Maar wie weet kom je dan van een koude kermis thuis. Als kolen als brandstof verdwijnt, heeft dit bovendien effect op de werkgelegenheid in de havens. Daarom willen we nú actie.”
Stevige gesprekken
De milieubeweging en de vakbond zijn geen natuurlijke gesprekspartners. Gaat dat altijd goed? “Het proces binnen de FNV is open, heel democratisch”, zegt Wiskerke van Greenpeace. Dat bevalt hem. “We spreken iedereen, vakbondsbestuurders, kaderleden. Het zijn soms stevige gesprekken. Wij beloven om hun campagne te steunen voor garantie voor werk en inkomen voor het personeel bij een kolenexit, maar doen we wel genoeg? Daarnaast heeft de FNV beloofd begrip te hebben voor ons standpunt. We zijn wel een milieuorganisatie.”
Laten we niet vergeten dat Greenpeace nog steeds actie voert bij kolencentrales. “Als Greenpeace de Eemshaven blokkeert, dan kan dat soms wel spanningen opleveren”, beaamt Wesdorp. Maar daar schrikt hij niet zo van. “Het hoort bij ons werk. We leveren ook wel eens kritiek op het UWV, of we doen een actie in het openbaar vervoer terwijl daar mensen FNV-lid zijn. We zullen Greenpeace daar niet op veroordelen. Als het maar in goed overleg gaat, zodat we de dingen kunnen uitleggen.” En nee, dat lukt niet altijd even goed. Maar vooralsnog levert dat geen gevaar op voor het proces. “Dat is hun ruimte, die moeten ze nemen.”
De Wit, die de zorgen van de werkvloer vertegenwoordigt, vindt het lastiger. “Ik heb ook om tafel gezeten met mensen van Milieudefensie en Greenpeace. Dat waren soms moeizame discussies. Ze hebben hun stelling al ingenomen: het moet gewoon groen. En dat maakt het lastig, want dan is de discussie al gesloten.” Hij hoopt op een meer open dialoog, want het idee dat kolencentralemedewerkers die centrale hoe dan ook open willen houden, is zeker niet correct. “Wij zijn ons echt bewust van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Wij willen de centrales inzetten voor het verbranden van biomassa.”
Groeiend bewustzijn
Binnen de vakbond blijft het klimaatbewustzijn toenemen. In het conceptrapport van het visietraject dat de FNV zomer 2016 presenteerde, is klimaatverandering zelfs een van de zes kernthema’s. Bij Milieudefensie en Greenpeace groeit het besef van de noodzaak van rechtvaardigheid in de energietransitie. Ondertussen kijkt Greenpeace Duitsland met grote belangstelling naar het Nederlandse proces. Wiskerke: “Zij lopen juist tegen weerstand aan van de vakbond. Ze vinden het heel inspirerend wat hier gebeurt.” De Wit heeft op zijn beurt juist geprobeerd de Nederlandse en Duitse vakbond met elkaar te laten praten, maar dat leverde nog niets op. Zelf hoopt hij een signaal naar minister Kamp te kunnen afgeven dat er meer tijd moet worden genomen voor de sluiting. Toch, nog steeds, tegen alle verwachting van buitenstaanders in, zijn de partijen met elkaar in gesprek. Teuling: “Iedereen die ik het vertel, valt van z’n stoel.”
Henk Daalder, kandidaat FNV Ledenparlement zegt
Sorry FNV, die centrales moeten helemaal niet dicht, maar klimaat neutraal gemaakt worden.
De bouw van windparken en zonneweides gaat lang niet snel genoeg, dus blijven die centrales nog decennia nodig.
Daarom moeten we ze klimaat neutraal maken. De techniek daarvoor ligt op de plank, CCS2. Daarbij gebruikt een centrale om de afgevangen CO2 te fixeren tot een vaste stof.
Geen rendements verlies, maar wel duurdere stroom.
Dat zijn de kosten voor iets meer kans om de klimaat opwarming onder de 3 graden te houden.
Doordat de stroom zelf wat duurder wordt, is er evenredig minder subsidie nodig. Voor consumenten wordt het niet veel duurder. En zelfs goedkoper als huishoudens hun eigen windpark bouwen.
De hoeveelheid CO2 voor 2 graden opwarming zijn we al in 2000 gepasseerd.
Met kolencentrales op biomassa en CCS2 kunnen we ook CO2 negatief worden, nodig om onder de 2 graden uit te komen.